2 Feiten
De voorzieningenrechter heeft in het bestreden vonnis onder 2.1 tot en met 2.20 de feiten opgesomd die zij tot uitgangspunt heeft genomen. Deze feiten zijn in hoger beroep niet in geschil en dienen derhalve ook het hof als uitgangspunt. Samengevat en waar nodig aangevuld met andere relevante feiten die enerzijds zijn gesteld en anderzijds niet of onvoldoende zijn, komen de feiten neer op het volgende.
a. Met ingang van 4 januari 2010 huurt [appellant] de woning aan de [adres 1] te [plaats] (hierna: de woning) van Ymere. Het gaat om een sociale huurwoning. Bij de woning hoort een berging gelegen op de zolder. Het is niet toegestaan de berging te bewonen. Op grond van artikel 5.11 van de toepasselijke algemene huurvoorwaarden is het [appellant] verboden om overlast aan omwonenden te veroorzaken.
b. In een brief van 5 april 2011 van [A] , bewoonster van de woning op de begane grond van [adres 2] , aan Ymere staan de volgende passages:
Sinds enkele weken heb ik (...) regelmatig last van een doordringend bonkend basgeluid dat soms de hele nacht aanhoudt en veroorzaakt wordt door mijn bovenbuurman op [adres 1] . (...) Soms stond de muziek boven mijn woonkamer wat hard, maar dat moet kunnen, vind ik. Sinds enkele weken heb ik dus wel behoorlijk last. (...)
Op 5 april ca. 13 uur,
vandaag dus. Ik bel aan. Hij reageert via de intercom: “Ja?” Ik: “Met de benedenbuurvrouw”. Hij: “Ik praat niet met de buren.” (...)
c. Bij brief van 6 april 2011 aan Ymere heeft [appellant] geklaagd over geluidsoverlast die hij van zijn buren ondervindt. Het zou gaan om slaan met de deuren en stampen op de trappen. Ook zouden er goederen in het trappenhuis staan opgeslagen.
d. In augustus 2011 heeft [A] een brief aan [appellant] gestuurd waarin zij vraagt om een oplossing voor de overlast. Daarop heeft [appellant] schriftelijk gereageerd. In dat briefje staat, voor zover hier relevant:
Ik
verzoek
u geen schrijven meer naar mij toe stuurt (...)
e. Op 16 augustus 2011 heeft [B] . de toenmalige bewoonster van de [adres 3] , aan Ymere een e-mail gestuurd waarin onder meer staat:
(...) Ik kwam dinsdagavond thuis en ging de trap op (...). Aangekomen op de 1e etage staat mijn onderbuurman plots daar en begint me van alles agressief toe te roepen en heeft daarbij z’n broek half open. (…) Hij schreeuwt dat ik deur te hard dicht liet vallen en dat ik ook verantwoordelijk zou zijn voor alle geluidsoverlast. Het geluid waar ik zelf dus ook last van heb. Zijn houding is daarbij bedreigend, z’n taalgebruik grof en intimiderend. Na het voorval bel ik m’n vriend (...) op die zo snel als mogelijk komt. Hij belt aan bij de onderbuurman om 21:00 om te vragen wat er exact gebeurde. Hij stelt zich daarbij open op en steekt z’n hand uit om zich voor te stellen. (...) De buurman is in het contact met m’n vriend wederom bedreigend. Hij weigert direct de hand van m’n vriend, is wederom grof gebekt en roept luid verwensingen. Een normaal gesprek is geheel niet mogelijk. Na minder dan een minuut slaat hij zeer hard de deur in het gezicht van m’n vriend dicht. (…)
f. Bij brieven van 17 februari en 18 april 2012 heeft [appellant] nogmaals bij
Ymere geklaagd over (geluids)overlast, veroorzaakt door zijn buren.
g. In een e-mail die een van de buren op 23 juli 2012 aan Ymere heeft geschreven staat onder meer:
(...) In het kort ervaar ik de overlast van mijn buurman (...) door het volgende:
* Rommel achterlaten op de overloop (zie foto’s);
* Intimiderend gedrag (d.m.v. het dichtslaan van zijn deur op momenten dat ik langs loop);
* Veel kabaal maken op de gang (gooien met spullen, stampen, met deuren slaan). Dit binnen een tijdsbestek van 2 minuten tot soms 2 uur en op diverse tijden (maar met name als ik slaap of net nadat ik thuis ben gekomen). (...)
Alleen ervaar ik de overlast als zodanig dat het mijn eigen gevoel van veiligheid aantast.
(…)
* Pogingen om dit zelf op te lossen zijn er geweest. Ik heb geprobeerd om zelf bij de buurman langs te gaan. Op momenten dat ik langs kwam werd er niet open gedaan. Recentelijk ben ik hier mee gestopt vanwege het intimiderende gedrag.
* N.a.v. de overlast is contact met de buurman van [adres 4] ontstaan. Hij heeft aangegeven dat hij van dezelfde dingen last heeft (en hierover ook contact met jullie heeft opgenomen).
* Op dit moment is mijn intentie niet om de betreffende buurman het huis uit te krijgen, Ik wil alleen het veilige gevoel terug op het moment dat ik naar huis toe ga/ben. Ook wil ik niet dat de situatie onnodig gaat escaleren.
h. In de periode tussen augustus 2012 en augustus 2013 heeft [appellant] in het buitenland verbleven. Als gevolg hiervan is een Beter-Burentraject, waarmee een eerste aanvang was gemaakt, beëindigd.
i. Op 6 september 2013 heeft de onder g. genoemde buur aan Ymere een aanvulling op zijn e-mail van 23 juli 2012 gestuurd, waarin de eerdere klachten zijn herhaald en voorts onder meer het volgende is opgemerkt:
* Pogingen om dit zelf op te lossen zijn er geweest. Ik heb geprobeerd om zelf bij de buurman langs te gaan. Op momenten dat ik langs kwam werd er niet open gedaan. Hier ben ik mee gestopt vanwege het intimiderende gedrag.
Daarnaast heb ik voor de tweede keer contact opgenomen met Beter Buren. Een terugkoppeling zal volgende week plaatsvinden.
Voorts is in deze e-mail herhaald dat het op dit moment niet de intentie is om de betreffende buurman het huis uit te krijgen, maar thuis het veilige gevoel terug te krijgen.
j. Op 13 september 2013 heeft [C] , de bewoner van [adres 4] , aan Ymere een e-mail gestuurd met, zover hier relevant, de volgende inhoud:
(...) Sinds ongeveer 2 jaar heb Ik ernstig overlast van de bewoner van [adres 1] midden in de nacht (Vaak meerdere keren op de nacht) komt hij naar de bovenste etage waar de bergingen zijn gelegen, hij sluipt naar boven, en gaat Dan veel lawaai maken door middel van met de deur te slaan, daarna sluipt hij weer naar beneden. Dit is ’n aantal maanden niet gebeurd (… ). Sinds enkele maanden is meneer weer terug en de overlast is weer in hevigheid toegenomen. (...) Reeds meerdere keren heb ik u (Ymere) en de politie op de hoogte gesteld van het gedrag van de bewoner an [adres 1] . (...)
k. In september 2013 is wederom een Beter Buren-traject gestart. In een e-mail aan Ymere van 17 oktober 2013 heeft een van de buren van [appellant] daarover geschreven dat het traject gaande is en dat zij (de bewoners) binnen afzienbare tijd zullen worden benaderd voor een gesprek.
l. In een e-mail van een bovenbuurman aan Ymere van 13 oktober 2013 staat
onder meer:
Ik wil (wederom) melding maken van de overlast die ik door de benedenbuurman ervaar.
De situatie lijkt na jullie bezoek verslechterd i.p.v. verbeterd. Vooral het intimiderende
karakter van zijn gedrag baart mij zorgen. Gisteren heeft hij (bijna) de hele zaterdag lopen
bonken, rammen (op de gang, tegen mijn deur), glas kapot gemaakt en de muziek hard
aanstaan. Dit lijkt zich vandaag te herhalen. (...)
m. In oktober 2013 heeft [D] , destijds consulent gebiedsbeheer bij Ymere, met twee medewerkers van de GGD [appellant] bezocht om over de overlastklachten te praten.
n. Het Beter Buren-traject is stilgevallen doordat [appellant] in november 2013 naar
het buitenland is vertrokken. Ymere heeft [appellant] toestemming gegeven voor huisbewaring door [E] (hierna: [E] ) voor de periode van 15 november 2013 tot en met 14 november 2014. Eind 2014 heeft [appellant] [E] toestemming gegeven om nog tot en met 30 december 2014 in de woning te verblijven.
o. Na zijn terugkeer uit Suriname heeft [appellant] zijn intrek genomen in de berging op zolder, omdat [E] nog in de woning verbleef. Hij maakte wel gebruik van de keuken en badkamer in de woning.
p. Bij brief van 27 november 2014 heeft Ymere [appellant] gesommeerd het gebruik van de zolder voor bewoning per direct te slaken en hem te kennen gegeven dat [E] desgewenst tot het eind van het jaar bij [appellant] mocht blijven wonen. Bij brief van 16 december 2014 heeft (de advocaat van) Ymere [appellant] nogmaals gesommeerd het oneigenlijke gebruik van de berging te beëindigen en daarnaast ervoor zorg te dragen dat [E] de woning uiterlijk op 30 december 2014 zou verlaten. [E] heeft enige tijd later de woning verlaten.
q. Op 12 januari 2015 heeft [F] , bewoner van [adres 3] , aan Ymere per e-mail geschreven:
(...) zaterdagavond van 9 uur tot 1 uur in de nacht heeft heer [appellant] voor ernstige geluidsoverlast door te slaan/bonken op de vloer en/of wanden
daarna is hij er zondag-ochtend om 6 uur weer mee begonnen, en dat heeft tot in de middag geduurd.
(...) de overlast duurt nu met ‘n onderbreking van 1 jaar welke heer [appellant] in Suriname is geweest, al enkele jaren. (...)
Heer [appellant] woont sinds zijn terugkeer (medio november 2014) uit Suriname nl. op de berging van zijn woning, pal boven de woning van de heer (...), welke enorme geluidsoverlast geeft en dat niet alleen op de dag maar juist ook veelvuldig de nacht door.
Buiten dat het niet mag, daar te verblijven, is het ook levensgevaarlijk, er zit in die berging alleen maar ‘n lichtpunt, dus geen gas (gelukkig maar) en water, wel heeft heer [appellant] ‘n kabel aangelegd van de eerste verdieping door het trappenhuis naar de berging.
(...)
r. In een e-mail van een van de buren aan Ymere van 17 januari 2015 staat
onder meer:
Gisteren (...) er was ernstige geluidsoverlast veroorzaakt door heer [appellant] , hij heeft nl. ‘n radio keihard aan staan op de berging, + er kwam ‘n ernstige wietlucht van die berging vandaan,
of dat nu roken is of wat anders weet ik niet. Ook rook ik die lucht ernstig bij het portaal van heer [appellant] z’n appartement op [adres 1] .
Ook afgelopen nacht (van vrijdag op zaterdag) om ca. 5 uur heeft heer [appellant] weer voor enorme geluidsoverlast gezorgd en eveneens vanochtend om 9 uur weer, dit door middel van bonken op de vloer en/of wand.
Wat wel zeker is, is dat heer [appellant] bijna altijd verblijft op/in zijn berging (...).
s. Bij brief van 2 februari 2015 heeft de advocaat van Ymere aan [appellant] een kort geding tot ontruiming aangekondigd, omdat [appellant] ondanks de sommaties overlast blijft veroorzaken en de bergruimte als woonruimte blijft gebruiken.
t. Bij het bestreden kortgedingvonnis van 3 maart 2015 heeft de voorzieningenrechter [appellant] en hen die verblijven in de woning wegens door [appellant] veroorzaakte overlast veroordeeld de woning binnen acht dagen na de betekening van dat vonnis te ontruimen.
u. Bij dagvaarding van 11 maart 2015 heeft [appellant] in kort geding gevorderd de executie van het bestreden vonnis te schorsen. Deze vordering is bij vonnis van 13 maart 2015 afgewezen. Vervolgens heeft [appellant] de woning ontruimd.