2 Tenlastelegging
Verdachte wordt er samengevat van beschuldigd dat zij zich in de periode 2014 tot en met 2016 samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan
1.het (opzettelijk) fokken van honden op/met vechtkenmerken en/of met agressieve karaktereigenschappen;
2. het (opzettelijk) verkopen, voor de verkoop in voorraad hebben, afleveren, houden voor opvang en/of fokken voor verkoop van honden in niet aangemelde inrichtingen en/of zonder deugdelijke administratie en/of zonder erkend vakbekwaamheidsbewijs;
3. het organiseren van hondengevechten en/of het honden aan hondengevechten laten deelnemen;
4. het aanwezig zijn bij hondengevechten;
5.het (opzettelijk) verrichten van een lichamelijke ingreep bij hond [naam hond 3] door de poot te hechten met een hechtpistool;
6.het veroorzaken van pijn/letsel bij een dier of het benadelen van de gezondheid/welzijn van een dier;
7.het (opzettelijk) in Nederland brengen, ontvangen, voorhanden hebben en/of in voorraad hebben van diergeneesmiddelen;
8.het deelnemen aan een criminele organisatie gericht op onder andere het organiseren van hondengevechten en het fokken van vechthonden.
De volledige tekst van de tenlastelegging is opgenomen in bijlage I bij dit vonnis en geldt als hier ingevoegd.
5 Bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in bijlage II opgenomen bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
3.
in de periode van 1 januari 2016 tot en met 5 oktober 2016 te Emmen of Amersfoort, tezamen en in vereniging met anderen, dierengevechten heeft georganiseerd en/of dieren aan dierengevechten heeft doen deelnemen, immers hebben zij en haar mededaders:
1. op 5 oktober 2016 in de woning aan de [adres] een hondengevecht georganiseerd en hond [naam hond 3] en hond [naam hond 5] doen deelnemen aan een hondengevecht (zaakdossier 02) en
2.in januari 2016 in de woning aan de [adres] een hondengevecht georganiseerd en hond [naam hond 6] en hond [naam hond 7] doen deelnemen aan een hondengevecht (zaakdossier 03) en
3. op 18 februari 2016 in een woning aan [adres 1] een hondengevecht georganiseerd en hond [naam hond 8] en hond [naam hond 7] doen deelnemen aan een hondengevecht (zaaksdossier 04) en
4. op 20 september 2016 in de woning aan de [adres] een hondengevecht georganiseerd en hond [naam hond 9] en hond [naam hond 3] doen deelnemen aan een hondengevecht (zaakdossier 07) en
5. op 20 maart 2016 in de woning aan de [adres] een hondengevecht georganiseerd en hond [naam hond 2] en hond [naam hond 1] doen deelnemen aan een hondengevecht (zaakdossier 11);
4.
in de periode van 1 januari 2016 tot en met 5 oktober 2016 te Emmen of te Amersfoort, telkens bij hondengevechten aanwezig is geweest, namelijk:
1. een hondengevecht op omstreeks 5 oktober 2016 in de woning aan de [adres] (zaaksdossier 02) en
2. een hondengevecht in januari 2016 in de woning aan de [adres] (zaaksdossier 03) en
3. een hondengevecht op 18 februari 2016 in een woning aan [adres 1] (zaaksdossier 04) en
4. een hondengevecht op 20 september 2016 in de woning aan de [adres] (zaaksdossier 07) en
5. een hondengevecht op 20 maart 2016 in de woning aan de [adres] (zaaksdossier 11);
5.
op 5 oktober 2016 te Amersfoort, tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk een lichamelijke ingreep heeft verricht, immers hebben zij en haar mededader de poot van hond [naam hond 3] gehecht met een hechtpistool (zaaksdossier 02);
6.
in de periode van 1 december 2015 tot en met 5 oktober 2016 te Amersfoort of te Emmen, tezamen en in vereniging met anderen, zonder redelijk doel of met overschrijding van hetgeen ter bereiking van zodanig doel toelaatbaar was, telkens bij een dier pijn of letsel heeft veroorzaakt dan wel de gezondheid of het welzijn van dat dier heeft benadeeld, immers hebben zij en haar mededaders:
A. honden deel laten nemen aan gevechten waarbij :
1. op 5 oktober 2016 in de woning aan de [adres] (zaaksdossier 02)
- -
honden [naam hond 3] en [naam hond 5] veel bijtwonden opliepen en
- -
[naam hond 3] kreupel is geworden en
- -
[naam hond 5] kreupel is geworden
en
2. in januari 2016 in de woning aan de [adres] (zaaksdossier 03) hond [naam hond 6] een neuswond heeft opgelopen en
3. in de periode van 1 december 2015 tot en met 12 december 2015 in Nederland (zaaksdossier 06) hond [naam hond 4] / [naam] ernstige verwondingen heeft opgelopen en
4. op 20 september 2016 in de woning aan de [adres] (zaakdossier 07) hond [naam hond 9] ernstige verwondingen heeft opgelopen en
5. op 20 maart 2016 in een woning aan de [adres] (zaaksdossier 11) hond [naam hond 1] (kop)wonden heeft opgelopen
B. de poot van hond [naam hond 3] gehecht met een hechtpistool (zaaksdossier 02);
7.
op 5 oktober 2016 te Amersfoort, opzettelijk handelingen heeft verricht die ertoe strekten diergeneesmiddelen voorhanden te hebben, terwijl deze handeling niet was toegestaan krachtens een vergunning die is verstrekt ingevolge een bij of krachtens algemene maatregel van bestuur ter uitvoering van een bindend onderdeel van een EU-rechtshandeling vastgesteld voorschrift of een bij ministeriële regeling aangewezen voorschrift van een EU-verordening inzake het in de handel brengen, vervaardiging, invoer, of het bezit van, handel in of verstrekken van een diergeneesmiddel, immers heeft zij een hoeveelheid diergeneesmiddelen waaronder:
- een aangebroken flesje Baytril met Turkstalig etiket en
- 2 gevulde injectiespuiten Eprex
voorhanden gehad in de woning aan de [adres] .
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
11 Beslissing
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het onder 1, 2 en 8 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het onder 3, 4, 5, 6 en 7 ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
ten aanzien van feit 3:
medeplegen van overtreding van een voorschrift, gesteld bij artikel 2.14 Wet dieren, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd
ten aanzien van feit 4:
medeplegen van overtreding van een voorschrift, gesteld bij artikel 2.14 Wet dieren, viermaal gepleegd
ten aanzien van feit 6A1 tot en met 6A5:
medeplegen van overtreding van een voorschrift, gesteld bij artikel 2.1 Wet dieren, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd.
ten aanzien van feit 5:
medeplegen van overtreding van een voorschrift, gesteld bij artikel 2.8 Wet dieren, opzettelijk begaan
ten aanzien van feit 6B:
medeplegen van overtreding van een voorschrift, gesteld bij artikel 2.1 Wet dieren, opzettelijk begaan.
Ten aanzien van feit 7:
Overtreding van een voorschrift, gesteld bij artikel 2.19 Wet dieren, opzettelijk begaan.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte voor de feiten 3, 5, 6 en 7 tot een taakstraf van 240 (tweehonderdveertig) uur, met bevel voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 120 (honderdtwintig) dagen.
Beveelt dat de tijd die door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering is doorgebracht bij de uitvoering van deze straf in mindering zal worden gebracht naar de maatstaf van 2 (twee) uur per dag.
Veroordeelt verdachte voor de feiten 3, 5, 6 en 7 tot een gevangenisstraf van 3 (drie) maanden.
Beveelt dat deze straf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een proeftijd van 3 (drie) jaar vast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast, als de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet aan de volgende algemene voorwaarden houdt.
Stelt als algemene voorwaarden dat de veroordeelde:
1. zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
2. ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt.
De tenuitvoerlegging kan ook worden gelast indien de veroordeelde gedurende de proeftijd de hierna vermelde bijzondere voorwaarden niet naleeft.
Stelt als bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
- gedurende de proeftijd geen honden meer houdt, of door (een) ander(en) laat houden.
- gedurende de proeftijd meewerkt aan de controles op bovengenoemde voorwaarde door de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming (LID).
Geeft aan de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming (LID) opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Bepaalt ten aanzien van het onder feit 4 bewezen verklaarde, voor elk van de overtredingen, dat geen straf of maatregel wordt opgelegd.
- -
één hond, pitbulterriër (teef), genaamd [naam hond 10] ;
- -
één honden, pitbulterriër (reu pup, ong. 4 weken oud), genaamd [naam hond 11] ;
- -
twee honden, pitbulterriër (teef pups, ong. 4 weken oud), genaamd [naam hond 12] en [naam hond 13] .
Verklaart onttrokken aan het verkeer:
- -
drie honden, pitbulterriër (teef);
- -
vier honden, pitbulterriër (reu pups, ong. 4 weken oud);
- -
vijf honden, pitbulterriër (teef pups, ong. 4 weken oud).
Dit vonnis is gewezen door
mr. J.P.W. Helmonds, voorzitter,
mrs. M. Vaandrager en J. Huber, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M. van der Mark, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 31 oktober 2019.