Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RVS:2012:BY0413

Raad van State
17-10-2012
17-10-2012
201201173/1/R4
Bestuursrecht
Eerste aanleg - enkelvoudig

Bij besluit van 22 december 2011 heeft de raad het bestemmingsplan "Brandweerkazerne Goedereede" vastgesteld.

Rechtspraak.nl

Uitspraak

201201173/1/R4.

Datum uitspraak: 17 oktober 2012

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

1. [appellant sub 1] en anderen (hierna tezamen en in enkelvoud: [appellant sub 1]), wonend te [woonplaats],

2. [appellant sub 2], wonend te Goedereede,

3. [appellant sub 3], wonend te Goedereede,

en

de raad van de gemeente Goedereede,

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 22 december 2011 heeft de raad het bestemmingsplan "Brandweerkazerne Goedereede" vastgesteld.

Tegen dit besluit hebben [appellant sub 1], [appellant sub 2] en [appellant sub 3] beroep ingesteld.

De raad heeft een verweerschrift ingediend.

De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 14 augustus 2012, waar [appellant sub 1], bij monde van [gemachtigden], [appellant sub 2], bijgestaan door mr. A.P. Cornelissen, advocaat te Middelharnis, [appellant sub 3], bijgestaan door [gemachtigde], en de raad, vertegenwoordigd door mr. S.C. Koese en drs. I. Motshagen, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.

Voorts is de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond, vertegenwoordigd door mr. I. Bruijgom, R. van Duijvenbode, J.A.M. Tuns, ir. J.T.A. Goes en ing. H. Meyer, gehoord.

Overwegingen

Het plan

1. Het plan voorziet in de vestiging van een brandweerkazerne op de percelen tussen de N57, de Vissersweg en de Koningspleisterplaats in Goedereede.

Locatiekeuze

2. [appellant sub 1], [appellant sub 2] en [appellant sub 3] zijn allen eigenaar van een appartement in het appartementencomplex "Koningspleisterplaats" aan de [locatie] te Goedereede. Het appartementencomplex grenst ten oosten aan het plangebied waar de brandweerkazerne is voorzien.

3. [appellant sub 1], [appellant sub 2] en [appellant sub 3] kunnen zich niet verenigen met de keuze van de raad om de brandweerkazerne op onderhavige locatie te realiseren. Zij voeren aan dat onvoldoende onderzoek is gedaan naar alternatieve locaties. Volgens [appellant sub 1] en [appellant sub 2] is de locatie bij de Gemeentewerf op het industrieterrein aan de N57 een betere locatie om de brandweerkazerne te realiseren.

[appellant sub 1] voert in dat kader aan dat bij het onderzoek naar alternatieve locaties ten onrechte geen rekening is gehouden met de bestuurlijke en basisvereisten die zijn neergelegd in de Wet veiligheidsregio's en het Besluit veiligheidsregio's. Verder is volgens haar het onderzoek naar alternatieven niet gebaseerd op actuele gegevens. Zij voert aan dat recentelijk is gebleken dat de normstelling omtrent aanrijtijden voor de brandweer ook gehaald kan worden wanneer de brandweer wordt gevestigd op de door haar gewenste locatie op het industrieterrein aan de N57. De ambulancepost is ook op deze locatie gevestigd, aldus [appellant sub 1].

[appellant sub 2] voert daartoe aan dat de raad bij het bepalen van de locatiekeuze ten onrechte doorslaggevend belang heeft toegekend aan de wachttijden bij de verkeerslichten en de risico's bij het oversteken van de N57. Volgens hem is ook de door hem gewenste alternatieve locatie op het industrieterrein goed bereikbaar te maken via de route langs de Vissersweg, de Oudedijk en vervolgens de parallelweg langs de N57. Verder wijst hij erop dat er plannen bestaan om de bestaande verkeerslichten bij de kruising op de N57 te vervangen door een rotonde en dat er technische mogelijkheden bestaan om bij alarmering de brandweer voorrang te geven op al het andere verkeer op de kruising. De wachttijden bij de verkeerslichten hoeven dan ook volgens [appellant sub 2] niet van doorslaggevende betekenis te zijn. Daarnaast betoogt hij dat de raad in de locatiestudie ten onrechte het aspect zicht op de historische kern van Goedereede niet heeft betrokken in de beoordelingscriteria.

[appellant sub 3] voert aan dat hij onvoldoende is betrokken bij de besluitvorming over de locatiekeuze. Volgens hem had er met alle betrokkenen overleg moeten plaatsvinden over de keuzen van de locatie voor de brandweerkazerne.

3.1. De Afdeling begrijpt het beroep van [appellant sub 3] aldus dat hij aanvoert dat hem onvoldoende inspraak is geboden. Het bieden van inspraak maakt geen deel uit van de in de Wet ruimtelijke ordening en het Besluit ruimtelijke ordening geregelde bestemmingsplanprocedure. Het schenden van een inspraakverplichting heeft, daargelaten of daar thans sprake van is, daarom geen gevolgen voor de rechtmatigheid van de bestemmingsplanprocedure en het bestemmingsplan. Het betoog van [appellant sub 3] faalt in zoverre.

3.2. De Afdeling overweegt verder dat de raad bij de keuze van de bestemming een afweging dient te maken van alle belangen die betrokken zijn bij de vaststelling van het plan. Daarbij heeft de raad beoordelingsvrijheid. De voor- en nadelen van alternatieven dienen in die afweging te worden meegenomen.

3.3. In hoofdstuk 3.2 van de plantoelichting is vermeld dat de locatie nabij de Koningspleisterplaats als meest geschikte locatie naar voren is gekomen voor de vestiging van de brandweerkazerne. Naar aanleiding van de naar voren gebrachte zienswijzen is de wijze waarop de keuze voor onderhavige locatie is gemaakt inzichtelijk gemaakt in de studie "Locatiestudie brandweerkazerne gemeente Goedereede" van 9 november 2011. In deze locatiestudie zijn zeven locaties onderzocht. Bij de beoordeling van de diverse locaties is gekeken of de desbetreffende locatie binnen de bebouwingscontour van Goedereede is gelegen, of voldaan wordt aan de normstelling omtrent aanrijtijden, of de kazerne op de desbetreffende locatie ruimtelijk inpasbaar is en of voldaan wordt aan de stedenbouwkundige randvoorwaarden. Tevens is gekeken naar de invloed van de realisering van een brandweerkazerne op de desbetreffende locatie op het woon- en leefklimaat. Verder is gekeken naar de financiƫle haalbaarheid van de vestiging van een brandweerkazerne op de desbetreffende locatie.

3.4. [appellant sub 1] heeft ter zitting, onder verwijzing naar hetgeen zij in haar zienswijzen naar voren heeft gebracht, desgevraagd toegelicht dat zij in haar beroepschrift heeft verwezen naar de Wet veiligheidregio's en het Besluit veiligheidsregio's, omdat volgens haar de raad bij de beoordeling van de diverse locaties onvoldoende rekening heeft gehouden met de daarin opgenomen normtijden waaraan de brandweer moet voldoen. Voorts was volgens haar ten tijde van de verrichte locatiestudie nog onvoldoende duidelijk op welke wijze invulling wordt gegeven aan de brandweerkazerne, onder meer omdat niet duidelijk is of de brandweerkazerne 24 uur per dag bemand gaat worden of dat het gaat om een vrijwillige brandweerkazerne, zodat dit onvoldoende is betrokken in de locatiestudie.

Zoals onder 3.3 is overwogen, is de normstelling omtrent aanrijtijden waaraan de brandweer moet voldoen, betrokken in de locatiestudie. Ter zitting heeft de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond naar voren gebracht dat ten tijde van de verrichte locatiestudie reeds duidelijkheid bestond over welk materieel ter plaatse gestald zal gaan worden. Verder was toen al duidelijk dat het gaat om een brandweerkazerne voor de vrijwillige brandweer. De huidige locatie waar de brandweer in Goedereede is gevestigd, voldoet volgens de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond niet meer aan de eisen die worden gesteld aan een brandweerkazerne. Voorts is door de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond naar voren gebracht dat, anders dan [appellant sub 1] heeft aangevoerd, op de locatie Gemeentewerf in Goedereede thans geen ambulancepost is gevestigd, maar dat er wel een oplaadpunt is voor ambulanceauto's. [appellant sub 1] heeft niet aannemelijk gemaakt dat hetgeen de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond ter zitting naar voren heeft gebracht onjuist is.

In hetgeen [appellant sub 1] heeft aangevoerd, ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat de raad niet in redelijkheid van de door hem gehanteerde beoordelingscriteria in de locatiestudie kon uitgaan en dat onvoldoende duidelijk was welke invulling aan de brandweerkazerne wordt gegeven.

3.5. In hoofdstuk 4 van de locatiestudie is per onderzochte locatie ingegaan op de onder 3.3 genoemde beoordelingscriteria. Daarbij zijn tevens opmerkingen gemaakt over de gevolgen van een brandweerkazerne op desbetreffende locatie voor het zicht op Goedereede. Ten aanzien van locatie B "Mariadijk" is bijvoorbeeld vermeld dat de locatie grenst aan het historisch centrum van Goedereede en dat het behoud van zicht op de oude kern en een architectuur die passend is bij de kern van Goedereede belangrijke randvoorwaarden zijn. Met betrekking tot locatie C "Kruispunt N57" is onder andere vermeld dat een brandweerkazerne invloed heeft op het historisch gezicht van Goedereede. Ten aanzien van de thans gekozen locatie F "Koningspleisterplaats" is vermeld dat de brandweerkazerne naast het oost-west gerichte deel van de Koningspleisterplaats is gesitueerd, zodat het zicht vanuit de Koningspleisterplaats op het open landschap richting Ouddorp zoveel mogelijk openblijft. De recreatiewoningen oriƫnteren zich volgens de locatiestudie niet op de kazerne, maar kijken uit op het open landschap. Daarbij is vermeld dat deze locatie vanaf de N57 komend vanaf Ouddorp in het zicht ligt. Gelet hierop kan niet worden geoordeeld dat de gevolgen voor het zicht op Goedereede niet bij de keuze voor een locatie zijn betrokken. Het betoog van [appellant sub 2] mist in zoverre feitelijke grondslag.

3.6. Ten aanzien van de rotonde, waar [appellant sub 2] in zijn betoog naar verwijst, heeft de raad naar voren gebracht dat Rijkswaterstaat niet voornemens is een rotonde aan te leggen op het kruispunt van de N57 en de Vissersweg in Goedereede. Dit omdat er geen dringende veiligheidsreden is om de rotonde te realiseren en een rotonde de stroomfunctie van de N57 zou aantasten, aldus de raad. Dit blijkt volgens de raad uit een rapport dat Rijkswaterstaat heeft opgesteld in november 2007 naar aanleiding van een verzoek van de raad om bij Goedereede een rotonde aan te leggen.

De Afdeling overweegt dat ten tijde van de vaststelling van het bestemmingsplan er nog geen concrete plannen waren om de bedoelde kruising van de N57 en de Vissersweg te reconstrueren, zodat de raad daarmee in zoverre bij de locatiestudie geen rekening behoefde te houden en mocht uitgaan van de bestaande situatie op de kruising.

3.7. De door [appellant sub 1] en [appellant sub 2] voorgestane locatie is als alternatief D "Gemeentewerf" in de locatiestudie onderzocht. Ten aanzien van deze locatie is in de locatiestudie vermeld dat vanwege de ligging van dit terrein aan de overzijde van N57 de veiligheid van aankomend brandweerpersoneel vanuit Goedereede een belangrijk aandachtspunt is, evenals het parkeren ter plaatse. In hoofdstuk 6 van de locatiestudie is geconcludeerd dat locatie D afvalt, omdat de Gemeentewerf op het moment dat de locatiestudie is verricht in gebruik was en onduidelijk was waar de bestaande functie gehuisvest zou moeten worden. De realisering van een brandweerkazerne op deze locatie vraagt volgens de locatiestudie om een extra investering, omdat hiermee twee locaties ontwikkeld zouden moeten worden. Deze investering is niet haalbaar, aldus hoofdstuk 6 van de locatiestudie. In het verweerschrift heeft de raad zich daarbij op het standpunt gesteld dat vanwege de ligging aan de overzijde van de N57 niet is gekozen voor de locatie Gemeentewerf. Volgens de raad zou het kunnen dat het brandweerpersoneel onnodige risico's gaat nemen bij het oversteken van de N57 als een verkeerslicht op rood staat om zo toch op tijd bij de kazerne te komen.

De raad stelt de keuze voor de onderhavige locatie te hebben gemaakt op basis van een aantal argumenten, te weten de verkeersbewegingen en de bereikbaarheid van de N57, de bereikbaarheid van de oude kern van Goedereede, de veiligheid van de vrijwilligers van de blusgroep Goedereede en de nabijheid van de omliggende bebouwing. Volgens de raad is er op de gekozen locatie voldoende ruimte en is de locatie verkeerstechnisch veilig en goed te bereiken.

3.8. In hetgeen [appellant sub 1], [appellant sub 2] en [appellant sub 3] hebben aangevoerd, wordt geen aanleiding gezien voor het oordeel dat de raad onvoldoende alternatieve locaties bij zijn onderzoek heeft betrokken, noch voor het oordeel dat de studie naar alternatieve locaties ondeugdelijk of onvoldoende onderbouwd is. Gelet op het vorenstaande en gezien de nadelen van de door [appellant sub 1] en [appellant sub 2] voorgestane locatie, ziet de Afdeling geen grond voor het oordeel dat de raad de voor- en nadelen van alternatieven onvoldoende in de afweging van belangen heeft betrokken.

De betogen van [appellant sub 1], [appellant sub 2] en [appellant sub 3].

Provinciale Verordening

4. [appellant sub 2] voert aan dat het plan in strijd is met artikel 2 van de Verordening Ruimte van de provincie Zuid-Holland, omdat de gekozen locatie buiten de bebouwingscontour van Goedereede ligt. Hij voert aan dat ingevolge artikel 2, tweede lid, onder d, van de Verordening Ruimte alleen nieuwe bebouwing voor hulpdiensten buiten de bebouwingscontour is toegestaan wanneer wordt aangetoond dat er geen goede alternatieve locatie beschikbaar is binnen de bebouwingscontour. Volgens hem is de eerder genoemde Gemeentewerf een goede alternatieve locatie. Vanuit deze locatie is volgens [appellant sub 2] weliswaar de kern van Goedereede minder goed bereikbaar dan vanuit onderhavige locatie, maar wordt de aantasting van het zicht op Goedereede beperkt.

4.1. Ingevolge artikel 4.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro), voor zover hier van belang, kunnen bij of krachtens provinciale verordening regels worden gesteld omtrent de inhoud van bestemmingsplannen en de daarbij behorende toelichting, indien provinciale belangen dat met het oog op een goede ruimtelijke ordening noodzakelijk maken.

4.2. Door provinciale staten van de provincie Zuid-Holland is krachtens artikel 4.1 van de Wro op 2 juli 2010 de Verordening Ruimte vastgesteld. De Verordening Ruimte is op 26 juli 2010 in werking getreden.

Ingevolge artikel 2, eerste lid, van de Verordening Ruimte, voor zover hier van belang, sluiten bestemmingsplannen voor gronden buiten de bebouwingscontouren bestemmingen uit die nieuwvestiging of uitbreiding van stedelijke functies mogelijk maken.

Ingevolge het tweede lid, aanhef en onder d, voor zover hier van belang, kunnen bestemmingsplannen voor gronden buiten de bebouwingscontouren in afwijking van het bepaalde in het eerste lid nieuwe bebouwing en de daarbij behorende voorzieningen voor hulpdiensten mogelijk maken. Daarbij moet voor het oprichten van nieuwe bebouwing voor hulpdiensten, zoals brandweerkazernes en ambulanceposten, worden aangetoond dat er geen goede alternatieve locatie beschikbaar is binnen de bebouwingscontour.

4.3. In de eerder genoemde locatiestudie heeft de raad inzichtelijk gemaakt op welke wijze de keuze voor de onderhavige locatie tot stand is gekomen en waarom er geen goede alternatieve locatie binnen de bebouwingscontour beschikbaar is. Gelet op hetgeen is overwogen onder 3 tot en met 3.8 ziet de Afdeling geen grond voor het oordeel dat artikel 2, eerste lid, van de Verordening Ruimte in samenhang gelezen met artikel 2, tweede lid, onder d, in de weg staat aan de keuze van de raad om op onderhavige locatie een brandweerkazerne te realiseren.

Het betoog van [appellant sub 2] faalt.

Gemeentelijk beleid

5. [appellant sub 2] voert aan dat het plan in strijd is met het gemeentelijk beleid, dat is neergelegd in de Toekomstvisie 2020, die door de raad is vastgesteld op 27 november 2008 (hierna: Toekomstvisie). Volgens hem is in de Toekomstvisie bepaald dat onderhavige locatie alleen is bedoeld voor publieksgerichte bedrijven die kunnen aantonen direct gebonden te zijn aan de kern of voor voorzieningen die passen bij de passantenhaven. Een brandweerkazerne valt daar volgens [appellant sub 2] niet onder. Verder is volgens [appellant sub 2] in de Toekomstvisie opgenomen dat het open zicht op de kern van Goedereede moet worden gehandhaafd. Hij betoogt in dat kader tevens dat de bouw van een brandweerkazerne op onderhavige locatie zijn vrije uitzicht op de historische kern van Goedereede aantast.

5.1. De raad stelt zich op het standpunt dat het in overeenstemming met de Regionale Structuurvisie Goeree-Overflakkee is om een brandweerkazerne in het plangebied mogelijk te maken. Ook de Toekomstvisie sluit volgens de raad de komst van een maatschappelijke voorziening op de desbetreffende locatie niet uit. Verder erkent de raad dat voor [appellant sub 2] enig verlies aan uitzicht zal optreden. Bij de positionering van de brandweerkazerne zal hiermee rekening worden gehouden, aldus de raad.

5.2. Ingevolge artikel 2.1, derde lid, van de Wro kan de gemeenteraad in samenwerking met de raden van aangrenzende gemeenten voor een gebied behorende tot het grondgebied van de betrokken gemeenten een structuurvisie vaststellen.

Door de raad is krachtens artikel 2.1, derde lid, van de Wro op 16 december 2010 de Regionale Structuurvisie Goeree-Overflakkee vastgesteld.

5.3. Niet wordt betwist dat de realisering van een brandweerkazerne in het plangebied niet in strijd is met de Regionale Structuurvisie Goeree-Overflakkee. In hoofdstuk 1 van de regionale structuurvisie is vermeld dat de gemeentelijke toekomstvisies als input hebben gediend voor de vaststelling van de regionale structuurvisie. Nu de raad ter zitting heeft toegelicht te hebben willen aansluiten bij dit meest recente beleid in de regionale structuurvisie, staat een mogelijke strijdigheid met de Toekomstvisie, wat daar ook verder van zij, niet in de weg aan de realisering van de brandweerkazerne in het plangebied.

Het betoog van [appellant sub 2] faalt in zoverre.

5.4. Over de aantasting van het uitzicht van [appellant sub 2] op de kern van Goedereede heeft de raad ter zitting toegelicht dat door het project "Entree Goedereede", waarbij onder andere dijkwoningen worden gebouwd, het zicht op de kern van Goedereede vanuit de woning van [appellant sub 2] al deels wordt ontnomen. Het zicht op de toren van Goedereede zal door de bouw van de brandweerkazerne in het plangebied volgens de raad niet worden aangetast.

De Afdeling overweegt dat geen blijvend recht op vrij uitzicht bestaat. Het betreft hier een hoekappartement waarbij vanuit het zijraam zicht bestaat op de kern van Goedereede. Gelet op de door de raad gegeven toelichting heeft de raad naar het oordeel van de Afdeling bij de afweging van de betrokken belangen in redelijkheid geen groter gewicht hoeven toe te kennen aan het belang van [appellant sub 2], dan aan de belangen die zijn gediend met de vestiging van de brandweerkazerne ter plaatse.

Het betoog van [appellant sub 2] faalt.

Verkeersafwikkeling

6. [appellant sub 1] en [appellant sub 3] betogen dat door de gewijzigde vaststelling van het bestemmingsplan, waarbij een extra ontsluiting op de Vissersweg is voorzien, de verkeerssituatie zodanig is gewijzigd dat de raad opnieuw onderzoek had moeten doen naar de verkeerssituatie ter plaatse. Zij vrezen dat verkeersonveilige situaties zullen ontstaan. In dat kader voeren zij aan dat de ontsluiting van de brandweerkazerne is voorzien op een korte afstand van een onoverzichtelijke bocht die hellend loopt en waarbij twee bushaltes het zicht blokkeren bij het oversteken van de Visserweg. Vooral voor fietsers en voetgangers wordt het moeilijk om de Vissersweg over te steken naar Goedereede toe, aldus [appellant sub 1]. Ter zitting hebben [appellant sub 1] en [appellant sub 3] in dit verband erop gewezen dat zij voorheen via een oversteekplaats bij het appartementencomplex de Vissersweg konden oversteken. Deze oversteek is volgens hen komen te vervallen vanwege de aanleg van kabels ter plaatse. Zij wensen dat deze oversteek weer terug komt om zo op een veiligere manier de weg te kunnen oversteken.

6.1. De raad stelt zich op het standpunt dat in eerste instantie de ontsluiting van de brandweerkazerne was voorzien via de in- en uitrit bij het recreatiecomplex Koningspleisterplaats. Naar aanleiding van naar voren gebrachte zienswijzen heeft de raad in overleg met de wegbeheerder onderzocht of een extra ontsluiting van de brandweerkazerne op de Vissersweg niet toch mogelijk is. Volgens de raad bleek dit mogelijk mits deze wordt aangelegd op voldoende afstand van de kruising met de Hoofdpoortstraat en de bestaande in- en uitrit naar de Koningspleisterplaats. Volgens de raad is de voorziene ontsluiting door de wegbeheerder verkeerskundig beoordeeld en veilig bevonden. Ter zitting heeft de raad aan de hand van een foto van de omgeving toegelicht dat voldoende zicht op het kruispunt bestaat om de Vissersweg op een veilige manier te kunnen oversteken.

6.2. Gelet op het verhandelde ter zitting hebben [appellant sub 1] en [appellant sub 3] niet aannemelijk gemaakt dat de extra ontsluiting van de brandweerkazerne op de Vissersweg leidt tot een dusdanige verslechtering van de verkeersveiligheid dat een onaanvaardbare verkeerssituatie zal ontstaan. Ten aanzien van het door [appellant sub 1] en [appellant sub 3] gewenste herstel van de oversteekplaats nabij hun appartementencomplex heeft de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond ter zitting naar voren gebracht bereid te zijn deze oversteekplaats aan te leggen, mits de wegbeheerder daarmee kan instemmen.

Woon- en leefklimaat

7. [appellant sub 1] vreest geluidoverlast vanwege de activiteiten op het recreatiepark Koningspleisterplaats gecumuleerd met de activiteiten bij de voorziene brandweerkazerne. Zij voert aan dat in het aan het plan ten grondslag liggende akoestische rapport ten onrechte geen onderzoek is gedaan naar de gecumuleerde geluidbelasting van deze activiteiten, zodat de raad zich niet op dit rapport mocht baseren. Verder voert zij aan dat een inventarisatie van de gevolgen voor het woon- en leefklimaat ontbreekt en daarom ten onrechte niet is meegenomen in de belangenafweging.

7.1. De raad heeft blijkens paragraaf 5.8 van de plantoelichting de brochure "Bedrijven en milieuzonering" van de VNG uit 2009 (hierna: de VNG-brochure) toegepast. Volgens de plantoelichting wordt de brandweerkazerne aangemerkt als een categorie 3.1 bedrijf. Voor een dergelijk bedrijf geldt volgens de VNG-brochure in rustige woonwijken een richtafstand van 50 m ten opzichte van milieugevoelige functies, zoals woningen. De in de VNG-brochure aanbevolen afstanden gelden in beginsel tussen de grens van het bestemmingsvlak van het bedrijf enerzijds en de gevel van de woning anderzijds.

7.2. De dichtstbijzijnde woningen zijn op een afstand van minder dan 50 m gelegen van de brandweerkazerne. De raad heeft daarom een akoestisch onderzoek laten verrichten naar de geluidbelasting die ontstaat op de woningen in de omgeving vanwege de nieuw op te richten brandweerkazerne in het plangebied. De resultaten van dit onderzoek zijn neergelegd in het akoestisch rapport "Akoestisch onderzoek nieuwe brandweerkazerne te Goedereede" van 25 juni 2010. De raad stelt dat uit het akoestisch rapport volgt dat in de representatieve bedrijfssituatie geen overschrijdingen van de grenswaarden uit het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (hierna: Barim) plaatsvinden. Alleen bij het uitrukken ten behoeve van een calamiteit ontstaan er piekgeluiden die tot hoge geluidbelastingen leiden op naburige woningen. De raad acht dit in dit geval aanvaardbaar in verband met het maatschappelijk belang van een brandweerkazerne en omdat uit de locatiestudie is gebleken dat onderhavige locatie de meest geschikte locatie is. Ter zitting heeft de raad daarbij naar voren gebracht dat het omgevingslawaai van onder meer de N57 en de Vissersweg groter is dan het lawaai dat afkomstig is van de brandweerkazerne. Volgens de raad is de verwachting dat de brandweer ongeveer 50 tot 55 keer per jaar zal uitrukken. Dit leidt volgens de raad niet tot een dusdanige toename van de geluidbelasting dat onderzoek had moeten worden verricht naar de gecumuleerde geluidbelasting.

In hetgeen [appellant sub 1] heeft aangevoerd, ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel het standpunt van de raad onredelijk te achten. Niet aannemelijk is gemaakt dat haar woon- en leefklimaat door het plan onevenredig wordt aangetast.

Waardevermindering woning

8. [appellant sub 3] betoogt dat de raad het plan niet had mogen vaststellen alvorens met hem een regeling te treffen over vergoeding van de schade als gevolg van het plan. Hij voert aan dat de waarde van zijn woning door de komst van de brandweerkazerne zal verminderen.

8.1. Ten aanzien van de gevreesde waardevermindering ziet de Afdeling geen grond voor de verwachting dat de waardevermindering zodanig zal zijn dat de raad bij de afweging van de belangen hieraan een groter gewicht had moeten toekennen dan aan de belangen die met het plan aan de orde zijn en dat de raad [appellant sub 3] op voorhand had moeten compenseren voor de mogelijke waardevermindering van zijn woning.

Het betoog van [appellant sub 3] faalt.

Conclusie en proceskosten

9. In hetgeen [appellant sub 1], [appellant sub 2] en [appellant sub 3] hebben aangevoerd, ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. In het aangevoerde wordt evenmin aanleiding gevonden voor het oordeel dat het bestreden besluit anderszins is voorbereid of genomen in strijd met het recht.

10. De beroepen van [appellant sub 1], [appellant sub 2] en [appellant sub 3] zijn ongegrond.

11. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State

Recht doende in naam der Koningin:

verklaart de beroepen ongegrond.

Aldus vastgesteld door mr. M.A.A. Mondt-Schouten, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. M.G. Alderlieste, ambtenaar van staat.

w.g. Mondt-Schouten w.g. Alderlieste

lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat

Uitgesproken in het openbaar op 17 oktober 2012

590.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.