2 De tenlastelegging
De verdenking komt er na wijziging van de tenlastelegging van 5 maart 2019, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1: ’s nachts, tezamen met een ander, een woninginbraak heeft gepleegd en meerdere
goederen heeft meegenomen;
feit 2: zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van het verduisteren van een zit- of grasmaaier en een aanhangwagen met oprijplaat- of klep van [bedrijf 1] ;
feit 3: zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen aan het verduisteren van een shovel (Weidemann) en een aanhanger van [bedrijf 2] ;
feit 4: zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van het verduisteren van een graafmachine (Knikmops) en een aanhanger van [bedrijf 3] ;
feit 5: zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen of medeplichtig zijn aan het verduisteren van een minigraafmachine en een aanhanger, althans hiertoe een poging te hebben gedaan [bedrijf 4] en/of [slachtoffer 1] ;
feit 6: een winkelverbod bij de [supermarkt] heeft overtreden.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1
hij op of omstreeks 30 juli 2018 te Deventer, in ieder geval in Nederland, in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, tussen omstreeks 01.00 uur en omstreeks 06.00 uur, in elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning aan [adres 2] , heeft weggenomen -een laptop/notebook (merk Acer) en/of -vier, althans een of meerdere kristallen beeldjes (merk Swarovski) en/of -twee, althans een of meerdere glazen beeldjes en/of -een handtas (met daarin onder andere twee, althans een of meerdere portemonnee(s) en/of een bankpas en/of twee, althans een of meerdere identiteitskaart(en) en/of een zorgpas en/of een sleutel en/of autosleutels en/of een rijbewijs), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan (een) ander(en) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] , terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
2
hij in of omstreeks de periode 4 augustus 2018 tot en met 7 augustus 2018, te Deventer en/of Velp en/of elders in Nederland, in ieder geval in Nederland, in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk -een zitmaaier/grasmaaier (merk Husqvarna, type Rider 16 AWD) en/of -een aanhangwagen met oprijplaat/oprijklep, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),en welk(e) goed(eren) verdachte en/of zijn mededader(s) anders dan door misdrijf onder zich had(den), te weten als huurder, wederrechtelijk zich heeft/hebben toegeëigend;
3
hij in of omstreeks de periode 13 augustus 2018 tot en met 17 augustus 2018, te Harderwijk en/of Meppel en/of Walterswald, in ieder geval in Nederland, in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk een shovel (merk Weidemann) en/of een aanhanger, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 2]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en welk(e) goed(eren) verdachte en/of zijn mededader(s) anders dan door misdrijf onder zich had/hadden, te weten als huurder, wederrechtelijk zich heeft/hebben toegeëigend;
4
hij in of omstreeks de periode 29 oktober 2018 tot en met 6 november 2018, te
Enschede en/of nabij de grensovergang bij Hazeldonck, in ieder geval in Nederland en/of België, in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk -een graafmachine (merk Knikmops) en/of -een aanhanger, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 3] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en welk(e) goed(eren) verdachte en/of zijn mededader(s) anders dan door misdrijf onder zich had(den), te weten als huurder, wederrechtelijk zich heeft/hebben toegeëigend;
5
Primair
hij in of omstreeks de periode 12 november 2018 tot en met 13 november 2018, te Laren (Gld) en/of Deventer, in ieder geval in Nederland, in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk -een (mini)graafmachine in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 4] en/of [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en welk(e) goed(eren) verdachte en/of zijn mededader(s) anders dan door misdrijf onder zich had(den), te weten als huurder,
wederrechtelijk zich heeft/hebben toegeëigend;
Subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 12 november 2018 tot en met 13 november 2018 te Laren (Gld) en/of Deventer, in ieder geval in Nederland, in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om opzettelijk zich wederrechtelijk toe te eigenen -een (mini)graafmachine in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 4] en/of [slachtoffer 1] , welk goed verdachte en/of zijn mededader(s) anders dan door
misdrijf, te weten als huurder, onder zich had/hadden, die (mini)graafmachine/dat goed heeft/hebben gehuurd en/of mee heeft/hebben meegenomen en/of een of meerdere stickers van [bedrijf 4] van die (mini)graafmachine/dat goed heeft/hebben verwijderd, terwijl de uitvoering van het voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
6
hij op of omstreeks 27 september 2018 te Deventer, in ieder geval in Nederland, in het besloten lokaal, gelegen/gevestigd aan [straat] , en in gebruik bij (supermarkt) [supermarkt] , althans bij een ander of anderen dan bij verdachte, wederrechtelijk is binnengedrongen immers was hem met ingang van 19 januari 2018 schriftelijk de toegang tot die winkel ontzegd voor de duur van 1 (een) jaar.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
10 De beslissing
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 5 primair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3, 4, 5 (subsidiair) en 6 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1: diefstal door middel van inklimming
feit 2: medeplegen van verduistering
feit 3: medeplegen van verduistering
feit 4: medeplegen van verduistering
feit 5 (subsidiair): poging medeplegen van verduistering
feit 6: in een besloten lokaal, bij een ander in gebruik, wederrechtelijk binnendringen
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1, 2, 3, 4, 5 (subsidiair) en 6 bewezenverklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 20 (twintig) maanden;
- bepaalt dat de benadeelde partij: [bedrijf 3] (feit 4): in het geheel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [bedrijf 1] (feit 2): van een bedrag van € 3.750,-- (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 augustus 2018);
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op € 242,33, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de maatregel op dat verdachte verplicht is ter zake van de bewezenverklaarde feiten tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 3.750,-- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 augustus 2018 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van 47 dagen zal worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [bedrijf 2] (feit 3) van een bedrag van € 11.102,11 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 17 augustus 2018) voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de maatregel op dat verdachte verplicht is ter zake van de bewezenverklaarde feiten tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 11.102,11, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 17 augustus 2018 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van 90 dagen zal worden toegepast, (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan). Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat, indien verdachte en/of zijn mededader heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat, daarmee verdachtes verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [bedrijf 2] in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien verdachte en/of zijn mededader heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [bedrijf 2] , daarmee verdachtes verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden in zoverre komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij: [bedrijf 2] voor een deel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
Dit vonnis is gewezen door mr. R.M. van Vuure, voorzitter, mr. drs. H.M. Braam en mr. D.E. Schaap, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E. Koning, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 19 maart 2019.
Buiten staat
De griffier is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.