zaaknummer / rekestnummer: C/16/400098 / KG RK 15-837
Beschikking van de voorzieningenrechter van 15 september 2015
in de zaak van
[verzoeker]
,
wonende te [woonplaats] ,
verzoeker,
advocaat mr. M.G. Spijker te Gennep
en
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gerekwestreerde]
,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gerekwestreerde.
1 De beoordeling
1.1.
Bij verzoekschrift van 11 september 2015, ingekomen ter griffie op 15 september 2015 heeft [verzoeker] verzocht om verlof te verlenen voor het leggen van conservatoir derdenbeslag ten laste van [gerekwestreerde] op geldswaarden die BVA Auctions B.V. (hierna: BVA) onder zich zou houden ten name van [gerekwestreerde] en/of (haar enig aandeelhoudster) [bedrijf]
1.2.
Op 15 september 2015 heeft de voorzieningenrechter [verzoeker] telefonisch in de gelegenheid gesteld om zijn verzoekschrift aan te vullen. Daarop heeft [verzoeker] op dezelfde datum een gewijzigd verzoekschrift ingediend.
1.3.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft [verzoeker] geen rechtens te respecteren belang bij zijn verzoek. Immers, terzake van dezelfde vordering op [gerekwestreerde] heeft hij reeds conservatoir beslag doen leggen onder dezelfde derde op basis van het door de voorzieningenrechter van deze rechtbank op 30 januari 2015 verleende verlof. Dat beslag, dat voor het volle bedrag doel heeft getroffen, is door het vonnis van de rechtbank Gelderland, team kanton en handelsrecht, zittingsplaats Nijmegen, van 1 juli 2015, gevolgd door betekening daarvan, op de voet van artikel 704 Rv een executoriaal beslag geworden. De omstandigheid dat in dat vonnis een deel van de vordering is afgewezen, betekent alleen dat dit beslag komt te vervallen op het moment dat de afwijzing in kracht van gewijsde is gegaan. Daarvan is thans nog geen sprake, nu de hoger beroepstermijn nog loopt en [verzoeker] ook heeft aangegeven in hoger beroep te zullen gaan.
1.4.
De door [verzoeker] aangevoerde omstandigheid dat de voorzieningenrechter op
17 september 2015 (in het kader van een door [gerekwestreerde] gestart opheffings-kort geding) mogelijk tot gedeeltelijke opheffing van het executoriale beslag zal overgaan, brengt hierin geen verandering, aangezien 1) het belang bij het beslag op dit moment moet worden beoordeeld, en het beslag thans nog op de beslagen gelden rust, en 2) het verlenen van het in casu gevraagde verlof de beslissing in het opheffings-kort geding op ontoelaatbare manier zou doorkruisen.
2 De beslissing
De voorzieningenrechter
2.1.
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. C.A. Peterzon en in het openbaar uitgesproken op 15 september 2015.1