GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Arnhem, afdeling civiel
zaaknummer gerechtshof 200.323.450
zaaknummer rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen: 392235
arrest in het incident van 2 januari 2024
Groot Zevert Vergisting B.V.
die is gevestigd in Beltrum (gemeente Berkelland)
die hoger beroep heeft ingesteld en een vordering in het incident heeft ingesteld
en bij de rechtbank optrad als eiseres in conventie, verweerster in reconventie
hierna: Groot Zevert Vergisting
advocaat: mr. M.A. Kerkdijk
Nijhuis Water Technology B.V.
die is gevestigd in Doetinchem
die verweerster is in het incident
en bij de rechtbank optrad als gedaagde in conventie, eiseres in reconventie
hierna: Nijhuis Water Technology
advocaat: mr. K.C. Adam
2 De kern van de zaak
2.1.
Groot Zevert Vergisting produceert biogas. In een biovergistingsinstallatie wordt biomassa verwerkt tot (onder andere) biogas. Na dit proces resteert digestaat. Het afvoeren van het digestaat is kostbaar. Nijhuis Water Technology heeft in opdracht van Groot Zevert Vergisting de ‘Geniaalinstallatie’ bedacht en ontwikkeld waarmee onder meer water wordt gefilterd uit het digestaat, zodat een kleinere hoeveelheid af te voeren digestaat overblijft. Daarmee worden bij het afvoeren van het digestaat kosten bespaard.
2.2.
Voor de werking van de Geniaalinstallatie is onder meer de hoeveelheid droge stof in de voeding (het drogestofgehalte) van belang. De voeding van de Geniaalinstallatie bestaat uit het digestaat, verse mest en retourstromen (achterblijvende stoffen in het geniaalproces, waaronder slib). Volgens Groot Zevert Vergisting levert de Geniaalinstallatie onvoldoende resultaat op, omdat de verwerkingskosten van het digestaat niet voldoende zijn gedaald. Zoals al in het tussenarrest van 10 oktober 2023 staat vermeld is tussen partijen, kort gezegd, in geschil of de Geniaalinstallatie de eigenschappen bezit die Groot Zevert Vergisting mocht verwachten en of Groot Zevert Vergisting in dat verband heeft gedwaald.
2.3.
Groot Zevert Vergisting heeft het geschil aan de rechtbank voorgelegd. Zij meent dat de overeenkomst tussen haar en Nijhuis Water Technology moet worden vernietigd, dan wel ontbonden, en dat Nijhuis Water Technology het door Groot Zevert Vergisting geleden nadeel moet opheffen, dan wel schadevergoeding moet betalen met veroordeling van Nijhuis Water Technology in de buitengerechtelijk kosten en proceskosten.
2.4.
De rechtbank heeft de vorderingen van Groot Zevert Vergisting afgewezen. De vorderingen die Nijhuis Water Technology in reconventie had ingesteld (en die voor de beoordeling van dit incident niet van belang zijn en daarom door het hof niet worden besproken) zijn door de rechtbank (grotendeels) toegewezen. Groot Zevert Vergisting is het niet eens met het oordeel van de rechtbank en heeft hoger beroep ingesteld. Na de eerste termijn voor het nemen van de memorie van grieven, heeft het hof na een uitstelverzoek nog een termijn van vier weken verleend. Daarna is op eenstemmig verzoek nog eens vier weken uitstel verleend tot de rol van 18 juli 2023. Vervolgens is op die rol door Groot Zevert Vergisting een vordering in het incident ex artikel 843a Rv ingediend. Nijhuis Water Technology heeft geantwoord in het incident en daarbij ook de niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep bepleit. Groot Zevert Vergisting heeft bij antwoordakte gereageerd op het ontvankelijkheidsverweer van Nijhuis Water Technology.
3 Het oordeel van het hof
3.1.
Het hof acht Groot Zevert Vergisting wel ontvankelijk in haar hoger beroep, en daarmee in haar vordering op grond van artikel 843a Rv, maar zal deze laatste vordering op inhoudelijke gronden afwijzen. Het hof zal hierna uitleggen hoe het tot die beslissing komt.
De ontvankelijkheid van Groot Zevert Vergisting
3.2.
Nijhuis Water Technology heeft verweer gevoerd waarbij zij zich beroept op niet-ontvankelijkheid van Groot Zevert Vergisting in haar hoger beroep. Volgens Nijhuis Water Technology heeft Groot Zevert Vergisting niet op de daarvoor aangewezen roldatum haar memorie van grieven genomen en doet hier niet aan af dat zij op die roldatum het 843a Rv incident heeft opgeworpen. Groot Zevert Vergisting haar recht tot het nemen van memorie van grieven is daarom komen te vervallen (artikel 133 lid 4 Rv), zo stelt Nijhuis Water Technology. In haar akte uitlaten ontvankelijkheidsverweer komt Groot Zevert Vergisting op tegen het ontvankelijkheidsverweer van Nijhuis Water Technology.
3.3.
Indien een bijzondere wettelijke regel ontbreekt geldt dat op een incidentele vordering eerst en vooraf wordt beslist indien de zaak dat meebrengt (artikel 209 Rv). De rechter moet aan de hand van de aard en inhoud van de vordering, de belangen van partijen en het belang van een doelmatige procesvoering, nagaan of een voorafgaande behandeling en beslissing redelijkerwijs geboden zijn en niet leiden tot een onredelijke vertraging van het geding.
Het ontvankelijkheidsverweer slaagt niet
3.4.
Hoewel Groot Zevert Vergisting ambtshalve peremptoir stond voor het nemen van een memorie van grieven en zij op de daarvoor aangewezen roldatum die rolhandeling niet heeft verricht, oordeelt het hof dat vanwege de aard en de inhoud van de incidentele vordering, de belangen van partijen en het belang van een doelmatige procesvoering in dit geval eerst en vooraf op het incident moet worden beslist. Groot Zevert Vergisting stelt de gevorderde informatie nodig te hebben voor het formuleren van haar memorie van grieven. In de hoofdzaak is tussen partijen onder meer in geschil of de Geniaalinstallatie de eigenschappen bezit die Groot Zevert Vergisting mocht verwachten. De eigenschappen van de Geniaalinstallatie en de daarmee samenhangende resultaten zijn van belang voor de beantwoording van die vraag. De resultaten van de Geniaalinstallatie zijn afhankelijk van diverse factoren, zoals het type en de samenstelling van de voeding, de gewenste output en het gebruik van de installatie. De bescheiden waar Groot Zevert Vergisting in haar incidentele vordering om verzoekt hebben betrekking op (enkele van) die factoren. Het hof ziet dan ook het belang in van de beslissing op de incidentele vordering voordat Groot Zevert Vergisting haar memorie van grieven moet nemen.
3.5.
Het uitgangspunt van Nijhuis Water Technology dat Groot Zevert Vergisting ook tegelijkertijd met of na het nemen van een memorie van grieven de incidentele vordering had kunnen opwerpen en bij toewijzing van die vordering de daaruit voortvloeiende nieuwe gegevens later had kunnen inbrengen als zijnde ‘nieuw feit’ is geen doelmatige procesvoering.
3.6.
Dat Groot Zevert Vergisting pas op de peremptoir voor grieven aangewezen roldatum het incident opwerpt maakt dat in dit geval, mede vanwege het verloop van het geding, niet anders. Nadat Nijhuis Water Technology in hoger beroep is gedagvaard tegen de roldatum van 7 maart 2023 vindt op 16 maart 2023 een regiegesprek plaats. Tijdens dat regiegesprek wordt besproken dat Groot Zevert Vergisting overweegt een incident in de zin van artikel 843a Rv op te werpen. Partijen spreken af te bezien of Nijhuis Water Technology die informatie vrijwillig aan Groot Zevert Vergisting verstrekt. Dat weerhoudt Groot Zevert Vergisting vooralsnog ervan om over te gaan tot het opwerpen van het eerder bedoelde incident. In de weken daarna hebben partijen, zo blijkt uit de door Groot Zevert Vergisting overgelegde correspondentie, regelmatig contact over de over te leggen informatie. In die periode verstrekt Nijhuis Water Technology informatie aan Groot Zevert Vergisting. Omdat Groot Zevert Vergisting vindt dat zij onvoldoende informatie heeft verkregen, zendt zij op 9 mei 2023 een bericht aan Nijhuis Water Technology met de boodschap dat zij de overlegging van de informatie in rechte zal afdwingen. Dat doet zij vervolgens door het indienen van haar incidentele memorie op 18 juli 2023, nadat Nijhuis Water Technology ingestemd heeft met een door Groot Zevert Vergisting verzocht uitstel voor het indienen van ‘het processtuk’. Hoewel Nijhuis Water Technology betoogt dat zij niet bedoelde in te stemmen met het uitstel voor het indienen van de incidentele vordering, is het volgens het hof voldoende duidelijk geweest dat Groot Zevert Vergisting voornemens was de incidentele vordering op te werpen. Groot Zevert Vergisting heeft dat meerdere keren gemeld. Bij deze stand van zaken leidt een voorafgaande afdoening van het incident dan ook niet tot een onredelijke vertraging van het geding.
De vordering in incident ex artikel 843a Rv
3.7.
In het incident vordert Groot Zevert Vergisting op grond van artikel 843a Rv Nijhuis Water Technology te veroordelen tot afgifte van een afschrift van de diverse bescheiden. Aan haar vordering legt Groot Zevert Vergisting ten grondslag dat het drogestofgehalte van de voeding een belangrijke rol speelt bij de beoordeling van de vraag of de Geniaalinstallatie de eigenschappen bezit die Groot Zevert Vergisting mocht verwachten en of Groot Zevert Vergisting in dat verband heeft gedwaald. Zonder de informatie kan Groot Zevert Vergisting de door Nijhuis Water Technology uitgevoerde rekenmethode, de daarbij gebruikte data en de juistheid daarvan niet controleren. Mocht blijken dat het drogestofgehalte in werkelijkheid hoger ligt, dan zou dat niet aan Groot Zevert Vergisting toerekenbaar zijn, zo stelt zij.
3.8.
Groot Zevert Vergisting verzoekt om de volgende bescheiden:
a. de berekening van het drogestofgehalte van de voeding van de Geniaalinstallatie en alle aan die berekening ten grondslag liggende informatie en documenten, zoals onderbouwingen en verantwoordingen, rapporten, aannames, rekenmodellen en formules, die tot het drogestofgehalte van 5,1% hebben geleid;
b. de testdata en alle overige informatie en documenten, zoals rapporten (al dan niet van RWB) en memo’s, met betrekking tot de filtratietest die RWB in juli 2016 heeft uitgevoerd alsmede alle overige informatie en documenten die hebben geleid tot het door Nijhuis Water Technology opgestelde A4’tje met als titel “resultaten testen door RWB juli 2016”);
waarbij de berekening van het drogestofgehalte van de voeding van de Geniaalinstallatie in een niet-geblokkeerd Exceldocument met zichtbare formules ter beschikking wordt gesteld. Daarbij heeft zij aangegeven dat indien het hof het nodig of wenselijk acht, zij bereid is om vragen over de vordering of het vervolg van de procedure tijdens een mondelinge behandeling te bespreken.
3.9.
Ten aanzien van de vraag of een vordering tot overlegging van of inzage in bescheiden voor toewijzing in aanmerking komt, stelt het hof voorop dat artikel 843a Rv niet voorziet in een onbeperkt recht op inzage van bescheiden jegens degene die deze te zijner beschikking of onder zijn berusting heeft, maar dat deze bepaling het recht op inzage, afschrift of uittreksel van bepaalde bescheiden afhankelijk stelt van een aantal cumulatieve vereisten. Op grond van het eerste lid van artikel 843a Rv moet de eiser een rechtmatig belang hebben bij de inzage, het afschrift of het uittreksel en moet hij inzage, afschrift of uittreksel vorderen van bepaalde bescheiden aangaande een rechtsbetrekking waarin hij of zijn rechtsvoorgangers partij zijn. De enkele mogelijkheid dat met de verlangde stukken de stelling van Groot Zevert Vergisting kan worden aangetoond, is onvoldoende en kan wijzen op een "fishing expedition", waarvoor artikel 843a Rv niet is bedoeld. Ook indien aan voormelde vereisten is voldaan, kan de vordering wegens gewichtige redenen of omdat redelijkerwijs kan worden aangenomen dat ook zonder de gevorderde gegevens een behoorlijke rechtsbedeling is gewaarborgd, worden afgewezen.
De gevorderde bescheiden zijn onvoldoende bepaald
3.10. Een belangrijk geschilpunt tussen partijen betreft het drogestofgehalte van de voeding van de Geniaalinstallatie. Vaststaat dat Groot Zevert Vergisting zelf het drogestofgehalte van het digestaat (na vergisting) aan Nijhuis Water Technology heeft doorgegeven, zodat Groot Zevert Vergisting over die informatie beschikt. Het is Groot Zevert Vergisting echter onbekend wat het effect is van het opnieuw verwerken van de retourstromen op de verwerking van biomassa en daarmee ook op het digestaat. Bovendien is het Groot Zevert Vergisting onbekend wat het drogestofgehalte van de retourstromen is, welke informatie mede bepalend is voor het drogestofgehalte van de totale voeding. Inzicht in de berekening van het drogestofgehalte en de onderbouwing van die berekening is voor Groot Zevert Vergisting van groot belang, zo stelt zij, omdat de door Nijhuis Water Technology uitgevoerde berekening en/of de onderbouwing daarvan volgens haar onjuist is. Groot Zevert Vergisting heeft in aanloop naar dit incident diverse stukken van Nijhuis Water Technology ontvangen. De inhoud van die stukken is volgens Groot Zevert Vergisting echter onvoldoende om de berekening van het drogestofgehalte uit te voeren.
3.11.
Ten aanzien van de in r.o. 3.8 onder sub a genoemde bescheiden heeft de vordering tot inzage naar het oordeel van het hof onvoldoende betrekking op bepaalde bescheiden, zoals ook Nijhuis Water Technology betoogt. De Geniaalinstallatie is een nieuw ontworpen installatie welke gedurende enkele jaren in ontwikkeling is (geweest). Het hof acht het begrijpelijk dat de vaststelling van de benodigde voeding voor een ultieme werking van het proces van een dergelijk inventieve installatie niet eenvoudig te verklaren is. Het is goed voorstelbaar dat met een jarenlange ontwikkeling van een dergelijke installatie veel gegevens worden verzameld, tests worden uitgevoerd en berekeningen worden gemaakt, ook ten aanzien van het drogestofgehalte van de voeding. Bovendien zijn de eerste onderzoeken gestart in 2014 (haalbaarheidsonderzoek en laboratoriumonderzoek). De vordering van Groot Zevert Vergisting is dusdanig ruim en zo weinig specifiek (ook ten aanzien van de periode waarop haar vordering ziet), dat op dit moment onvoldoende duidelijk is welke nadere gegevens Groot Zevert Vergisting precies wenst te ontvangen. Het betreft geen stukken die naar herkomst, aard en aantal voldoende afgebakend zijn, zodat bovendien niet beoordeeld kan worden of alle gevorderde stukken in voldoende verband staan met het geschil in de hoofdzaak.
3.12.
Ook ten aanzien van de in r.o. 3.8 sub b genoemde bescheiden geldt naar het oordeel van het hof dat de vordering tot inzage onvoldoende betrekking heeft op bepaalde bescheiden. Groot Zevert Vergisting heeft ook het daadwerkelijk bestaan van specifieke bescheiden onvoldoende gemotiveerd. Ten aanzien van bepaalde gegevens lijkt Groot Zevert Vergisting de aanwezigheid daarvan slechts te veronderstellen. In haar memorie in het incident verwijst Groot Zevert Vergisting naar ‘een A4 met als titel “Resultaten testen door RWB in juli 2016” dat kennelijk betrekking heeft op het testen van digestaat afkomstig van Groot Zevert’. Onderliggende informatie ten aanzien van de testen door RWB had ook moeten worden verstrekt volgens Groot Zevert Vergisting. Volgens haar zullen testdata of informatie van RWB aanwezig moeten zijn, omdat Nijhuis Water Technology aan de hand van de testen door RWB een documentje (“resultaten testen door RWB in juli 2016”) heeft opgesteld. Het is Groot Zevert Vergisting echter onbekend welke stukken Nijhuis Water Technology daadwerkelijk tot haar beschikking heeft. Nijhuis Water Technology betwist het bestaan van aanvullende stukken ten aanzien van de testen door RWB, omdat deze niet zijn vastgelegd in een rapport of protocol. Omdat het inzagerecht slechts kan worden uitgeoefend met betrekking tot gegevens waarover Nijhuis Water Technology kan beschikken en Groot Zevert Vergisting het bestaan van de stukken onvoldoende heeft gemotiveerd, wordt ook om die reden ten aanzien van dit onderdeel op dit moment van de procedure de vordering afgewezen. Bij deze stand van zaken acht het hof het op dit moment niet nodig een mondelinge behandeling te gelasten.
3.13.
Het hof wijst de incidentele vordering af. Omdat Groot Zevert Vergisting in het ongelijk zal worden gesteld, zal het hof haar tot betaling veroordelen van de proceskosten die Nijhuis Water Technology in het incident heeft gemaakt. Onder die kosten vallen ook de nakosten die nodig zijn voor de betekening van de uitspraak.1
3.14.
Het hof zal bepalen dat de hoofdzaak op de rol van 30 januari 2024 zal worden geplaatst voor het nemen van memorie van grieven door Groot Zevert Vergisting. Verder houdt het hof iedere beslissing aan.