. Een proces-verbaal aangifte met nummer PL135D 2012128499-9 d.d. 17 mei 2012 in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [opsporingsambtenaar 3], [opsporingsambtenaar 4] en [opsporingsambtenaar 2] (dossierpagina’s 1019-1059).
A: Ik hoorde de eerste jongen tegen mij zeggen: ‘Kom mee, mijn vrienden brengen je naar je hotel.’
V: Wie zitten er in de auto?
A: Twee Turkse mannen. De passagier voorin gaf mij een papieren bekertje met cola. Ik nam een slok en het was heel erg sterk, met whisky of wodka. We zijn gestopt bij een appartementsgebouw. Ik ben uitgestapt en een van de gebouwen binnen gegaan, de mannen en ik.
V: Wilde je dat ook?
A: Nee.
V: Wanneer had jij door dat je niet naar je hotel werd gebracht?
A: Toen we parkeerden. Ik heb toen gezegd, ik dacht dat jullie me naar het hotel zouden brengen. Maar toen zei de man: ‘We gaan eerst feesten’.
V: Wat ging er door je heen op het moment dat je realiseerde dat je niet bij je hotel werd gebracht, maar ergens anders?
A: Ik was doodsbang, ik wist dat ik in de problemen zat. Ik was uitgeput en wist niet wat ik moest doen.
V: Dus jullie lopen naar het appartement, was dat met alle drie de mannen?
A: Ja. Ze waren al die tijd met z’n drieën.
V: En dan?
A: We kwamen op de bovenste verdieping en daar was een soort van een zolderkamer.
V: Hoe voelde jij je?
A: Bang en ik hoopte dat het achter de rug zou zijn. Dat het voorbij zou zijn en dat ze me naar het hotel zouden brengen.
V: Hebben ze in de tussentijd hun telefoon gebruikt?
A: Weet ik niet, ik heb wel een van hun telefoons gebruikt.
V: Van welke man?
A: Dat weet ik niet, het was een telefoon die ik zag liggen toen ik al op bed lag. Ik belde toen met 112 en liet toen de telefoon vallen naast het bed in de hoop dat er verbinding zou zijn.
V: Hoe kom je uiteindelijk op het bed terecht?
A: NN2 (het hof begrijpt hier en hierna, gelet op de overige bewijsmiddelen: de verdachte) zei dat ik
naar het bed moest gaan. Hij zei: ‘Kom schatje, kom bij mij in bed liggen’.
V: Wat zei jij toen?
A: Ik zei dat ik niet wilde.
V: Hoe heeft hij ervoor gezorgd dat jij in het bed terecht kwam?
A: Hij heeft mijn hand gepakt en trok mij naar het bed. Ik probeerde me terug te trekken, maar hij bleef mij naar het bed trekken.
V: Gebruikte hij kracht?
A: Hij trok gewoon erg hard.
Hij zette mij op het bed en het volgende wat ik mij kan herinneren is dat hij mijn panty’s en onderbroek naar beneden trok.
V: Waren je broek en onderbroek helemaal uit?
A: Ja.
V: En toen?
A: Hij deed zijn vingers in mijn vagina. Ik draaide me om en probeerde weg te kruipen.
V: Lukte dat ook?
A: Nee. Hij probeerde zijn hele vuist bij mij naar binnen te doen.
V: Is dat gelukt?
A: Ik heb hem gesmeekt om het niet te doen en duwde zijn hand weg.
V: Hoe reageerde hij daarop?
A: Hij rolde mij weer op mijn rug en deed zijn vingers weer bij mij naar binnen.
V: Heeft een van de andere mannen nog wat gedaan toen jij aan NN2 smeekte om op te houden?
A: Nee.
V: Hij rolde jou dus weer op je rug, en toen?
A: Hij deed zijn vingers weer bij mij naar binnen en het deed veel pijn. Hij heeft een colafles in mijn vagina gestopt. Hij bewoog hem in en uit mijn vagina, op een heel agressieve manier, heel gewelddadig, het deed pijn.
V: Wat deed jij?
A: Ik zei: ‘Alsjeblieft doe niet, het doet pijn’. Ik heb zijn hand met de colafles weggeduwd.
V: Wat zei hij toen?
A: Niets, hij ging gewoon door met zijn vingers. Ik keek naar de andere mannen die op de bank zaten en ik roep om hulp maar ik zag dat ze elkaar alleen maar grijnzend aankeken.
V: En toen?
A: Hij heeft toen zijn penis in mijn vagina gestopt, hij had een erectie. Ik lag op mijn rug en hij hield mijn benen hoog in de lucht. Hij heeft me toen een aantal minuten verkracht, hij is toen op en neer gegaan in mijn vagina.
V: Waarom is het gestopt?
A: Hij is gewoon gestopt om weer verder te gaan met de volgende bezigheid.
V: Wat was dat dan?
A: Hij stopte zijn vingers weer in mij. Hij zei: ‘Oké schat, pijp me dan maar. Ik zal je geen anaal geven’. Toen heb ik hem gepijpt. Op de momenten dat ik probeerde te stoppen trok hij mijn hoofd weer terug aan zijn penis. Dat ging een tijdje door en toen heeft hij de andere mannen uitgenodigd om op het bed te komen. Ze keken elkaar grijnzend aan en zij keken mij ook grijnzend aan. NN3 vertrok. NN1 heeft zijn broek en onderbroek uitgetrokken. Hij zei tegen me dat ik hem moest pijpen. NN2 stopte zijn vingers weer bij mij naar binnen in mijn vagina en daarna zijn lul in mijn vagina. Gelijktijdig was ik NN1 aan het pijpen. NN1 verkrachtte me even. Met verkrachten bedoel ik op en neer gaan in mijn vagina. NN1 haalde zijn penis uit mijn vagina. Ik moest hem pijpen.
V: NN2, wat deed hij?
A: Ik moest beiden veel pijpbeurten geven. NN2 deed zijn penis nog een aantal malen in mij. Hij vingerde mij ook tussendoor geregeld.
V: Hoe eindigde dit?
A: NN2 kwam klaar. Hij kwam klaar in mijn gezicht.
V: Wat was de laatste seksuele handeling toen hij klaar kwam?
A: Hij begon mij weer heel hard te verkrachten en haalde hem er toen uit en kwam klaar in mijn gezicht. NN1 en NN2 gingen op de bank zitten. Ik rolde op mijn zij en draaide mij weg van hen. Ik heb toen mijn telefoon gepakt. Ik heb toen 112 gebeld. Ik keek achterom en zag dat beide mannen niet meer op de bank zaten. Uiteindelijk had ik verbinding, iemand beantwoordde mijn telefoontje. Ik herinner mij dat de vrouw aan mij vroeg waar ik was. Ik zei tegen haar dat ik dit niet wist. De vrouw vroeg toen aan mij of ik naar buiten wilde lopen om te kijken waar ik was. Ik liep naar de deur maar toen hoorde ik de mannen terug komen. Ik had nog wel contact met de telefoniste van 112. Ik ben weer in bed gesprongen. Ik hield mijn telefoon aan. Ik hoorde NN2 zeggen: ‘We brengen je terug naar je hotel.’
V: Had je nog steeds een open lijn met 112?
A: Ja, onder het dekbed heb ik mijn telefoon terug gedaan in mijn handtas.
V: In je tas had je nog steeds een open verbinding?
A: Ja.
V: Je vertelde dat je 112 met de telefoon van NN2 hebt gebeld, wanneer was dat?
A: Dat was in het midden van hetgeen mij overkomen is.
Ik ben met NN2 naar de auto gelopen. NN1 en NN3 liepen voor ons uit.
V: Toen je naar buiten liep met NN2, hebben jullie met elkaar gesproken?
A: Ik herinner me dat mijn telefoon nog steeds verbinding had, ik hoopte dat ze het konden horen. Dat ze onze stemmen konden horen. Ik probeerde een naam van de straat te zeggen. Ik las de naam van de straat voor. Ik hoorde de man zeggen, daar moet je niet naar kijken. De man deed zijn handen voor mijn ogen en sleepte mij naar de auto.
V: Welke man sloeg zijn handen voor je ogen zodat je niets kon zien?
A: NN2.
V: En toen?
A: We zijn een beetje gaan rijden. NN1 stopte en zette zijn auto aan de kant van de weg. Ik ben met NN2 uit de auto gestapt. We zijn samen de weg overgestoken en naar een taxi gelopen. NN2 sprak de taxichauffeur aan. NN2 liep weg en ik ben in de taxi gestapt. Ik pakte de telefoon uit mijn tas en ik kreeg de telefoniste aan de telefoon. Zij vroeg waar ik was. Ik wist dit niet. Ik heb mijn telefoon aan de taxichauffeur gegeven. Hij beantwoordde de vragen van de telefoniste en heeft mij naar het politiebureau gebracht.