Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBZWB:2024:9065

Rechtbank Zeeland-West-Brabant
11-09-2024
15-01-2025
11241107 VV EXPL 24-41 (E)
Civiel recht
Kort geding

Loonvordering, arbeidsongeschiktheid en medewerking werkhervatting.

Rechtspraak.nl
AR-Updates.nl 2025-0086
SZR-Updates.nl 2025-0086
VAAN-AR-Updates.nl 2025-0086
Sdu Nieuws Arbeidsrecht 2025/32

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Civiel recht

Kantonrechter

Zittingsplaats Middelburg

Zaaknummer: 11241107 \ VV EXPL 24-41

Vonnis in kort geding van 11 september 2024

in de zaak van

[eiser] ,

te [plaats] ,

eisende partij,

hierna te noemen: [eiser] ,

gemachtigde: mr. B.J. van de Wijnckel,

tegen

DE PUBLIEKRECHTELIJKE RECHTSPERSOON ARBEIDSINTEGRATIEBEDRIJF DETHON,

te Terneuzen,

gedaagde partij,

hierna te noemen: Dethon,

gemachtigde: mr. M.J. Hoekstra.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding met producties,
- de conclusie van antwoord met producties,
- de mondelinge behandeling van 28 augustus 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt,
- de pleitnota van [eiser] ,
- de pleitnota van Dethon.

2 De feiten

2.1.

Dethon draagt zorg voor integratie, arbeidsbemiddeling en tewerkstelling van personen met een afstand tot de arbeidsmarkt. [eiser] heeft een Wsw-indicatie.

2.2.

[eiser] is op 30 juni 2011 bij Dethon in dienst getreden. Sinds 1 april 2021 werkte [eiser] bij Dethon als hovenier voor 36 uur per werk en was hij werkzaam op de onkruidbrander. Zijn loon bedraagt € 2.330,64 bruto per maand, exclusief vakantietoeslag en eindejaarsuitkering.

2.3.

In februari 2022 heeft [eiser] zich ziek gemeld en was hij voor een lange tijd volledig arbeidsongeschikt. Vanaf 9 januari 2023 is [eiser] gestart met aangepaste lichte werkzaamheden. Per 7 augustus 2023 heeft [eiser] zijn werk als hovenier hervat, rekening houdend met de beperkingen. Op 25 september 2023 heeft [eiser] zich weer volledig ziek gemeld.

2.4.

Op 25 januari 2024 heeft [eiser] een aanvraag voor een WIA-uitkering ingediend bij het UWV. Omdat deze aanvraag te laat was ingediend heeft Dethon het loon doorbetaald tot 10 april 2024. In afwachting van de beslissing op de aanvraag voor de WIA-uitkering heeft het UWV aan [eiser] voorschotten op de uitkering betaald van € 1.668,12 bruto per maand over de periode 12 april 2024 tot en met 31 juli 2024.

2.5.

Bij beslissing van 23 juli 2024 van het UWV is de WIA-aanvraag afgewezen en het voorschot op de uitkering dat [eiser] had gekregen over de periode van 12 april tot en met 31 juli 2024 beëindigd per 12 april 2024. In deze beslissing wordt verwezen naar het arbeidsdeskundig rapport van 18 juli 2024. Daarin staat onder meer:

“(…)

De UWV-arts heeft onderzocht of u medisch geschikt bent voor uw functie. Zij heeft daarbij vast kunnen stellen (…)

- dat u daarnaast beperkt bent geworden t.a.v. een aantal fysieke omgevingseisen (hitte, koude, het werken in een omgeving met stof/ rook/ gassen/ dampen die verder gaat dan het normale dagelijks functioneren, dragen van adembescherming en blootstelling aan temperatuurwisselingen).

Dit betekent dat u de werkzaamheden die u in het kader van uw functie van Algemeen Medewerker WSW werden opgedragen voordat u ziek uitviel, het werken als hovenier op de onkruidbrander, niet meer kunt doen. U wordt dan te veel blootgesteld aan uitlaatgas van de brander, aan rook die vrijkomt bij het verbranden van onkruid, aan stof dat opdwarrelt tijdens het werk, koude, warmte en wisseling van temperatuur.

U bent echter volledig geschikt voor werkzaamheden in WSW-verband waarbij de deze omstandigheden niet aan de orde zijn.

Het is daarom aan uw werkgever, Dethon, om u binnen uw functie van Algemeen Medewerker WSW passende werkzaamheden aan te bieden.

(…)”

2.6.

Per e-mail van 30 juli 2024 om 11.36 uur is door [eiser] aan Dethon verzocht om het volledige loon vanaf 11 april 2024 aan [eiser] de betalen omdat de WIA-aanvraag is afgewezen en het UWV heeft geoordeeld dat [eiser] sinds 11 april 2024 volledig geschikt is voor arbeid bij Dethon. Daarnaast wordt gevraagd om te overleggen over de passende werkzaamheden die [eiser] kan verrichten.

2.7.

Dethon heeft het loon vanaf 11 april 2024 niet betaald.

2.8.

Op 1 augustus 2024 is door de bedrijfsarts een functionele mogelijkhedenlijst opgemaakt (hierna: FML) waarin onder meer staat dat hitte en kou moeten worden vermeden en dat blootstelling aan rook, stof, gassen, prikkelende stoffen, aerosolen, dampen blijvend moet worden vermeden.

3 Het geschil

3.1.

[eiser] vordert in kort geding - samengevat - bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van Dethon tot betaling van € 2.330,64 bruto per maand aan loon exclusief 8% vakantietoeslag en 3,75% eindejaarsuitkering, over de periode vanaf 11 april 2024 tot het moment dat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig zal zijn beëindigd, met veroordeling van Dethon in de proceskosten.

3.2.

[eiser] heeft tijdens de zitting zijn vordering verminderd in die zin dat hij veroordeling vordert van Dethon tot betaling van € 2.330,64 bruto per maand aan loon exclusief 8% vakantietoeslag en 3,75% eindejaarsuitkering, over de periode vanaf 11 april 2024 tot en met 5 augustus 2024. Dethon heeft toegezegd dat zij de betaling van het loon vanaf 6 augustus 2024 hervat omdat Dethon de e-mail van 6 augustus 2024 van [eiser] als een medewerking aan werkhervatting opvat.

3.3.

[eiser] legt aan de vordering - samengevat - het volgende ten grondslag. Op grond van artikel 7:628 BW is Dethon verplicht het loon te betalen over de periode vanaf 11 april 2024. Dat [eiser] zijn overeengekomen arbeid vanaf 11 april 2024 niet heeft verricht komt niet voor zijn rekening en risico. Dethon ging ervan uit dat [eiser] arbeidsongeschikt is. Dat blijkt uit de beslissing van 23 juli 2024 van het UWV achteraf niet het geval te zijn en dat komt voor risico van Dethon. Dethon heeft in afwachting van de uitslag van de WIA-aanvraag geen werk aangeboden en daarna heeft Dethon niet de overeengekomen arbeid als hovenier aangeboden, terwijl [eiser] geschikt is om werkzaamheden binnen de functie van hovenier uit te voeren. [eiser] stelt een spoedeisend belang te hebben bij zijn vordering. Het UWV betaalt niet langer een voorschot en hij zal de reeds ontvangen voorschotten aan het UWV moeten terugbetalen. [eiser] heeft geen ander inkomen.

3.4.

Dethon voert verweer. Dethon concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [eiser] , dan wel tot afwijzing van de verminderde vordering van [eiser] , met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eiser] in de kosten van deze procedure te vermeerderen met de wettelijke rente.

3.5.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4 De beoordeling

4.1.

Het spoedeisend belang van [eiser] bij het gevorderde ligt in de aard van de vordering zoals deze is omschreven in de dagvaarding en is in voldoende mate gebleken. Dit is door Dethon ook niet weersproken.

4.2.

Allereerst houdt partijen verdeeld of [eiser] gelet op zijn beperkingen nog werkzaamheden als hovenier kan uitvoeren. Dat [eiser] nog werkzaamheden kan verrichten in de functie van hovenier acht de kantonrechter vooralsnog niet aannemelijk. Dit volgt uit het feit dat [eiser] kort nadat hij de functie van hovenier in augustus 2023 heeft hervat, in september 2023 volledig ziek is uitgevallen. Daarnaast blijkt ook uit de FML dat er blijvende beperkingen zijn voor wat betreft hitte, kou, stof, rook, gassen en dampen. Ter zitting is door Dethon toegelicht dat er geen werkzaamheden binnen de functie van hovenier zijn waarbij [eiser] niet geconfronteerd wordt met overschrijding van één of meerdere genoemde beperkingen. Het werk van een hovenier vindt buiten plaats waardoor er sprake is van temperatuurwisselingen, hitte en kou. Voor het werken op de zitmaaier, werk dat [eiser] zou willen verrichten, geldt dit ook. Dethon beschikt niet over zitmaaiers met een cabine. Bovendien geldt dat dit seizoensgebonden werk is zodat [eiser] voor een deel van het jaar andere werkzaamheden (als hovenier) zal moeten verrichten. Voorgaande betekent niet dat Dethon geen loondoorbetalingsverplichting heeft. Daarvoor geldt het volgende.

4.3.

Dethon is op grond van artikel 7:658a BW verplicht [eiser] in staat te stellen ander passend werk te verrichten en Dethon moet dit ook bevorderen. Vooralsnog is niet gebleken dat Dethon hieraan in voldoende mate heeft voldaan. Voor wat betreft de periode vanaf 11 april 2024 tot en met 23 juli 2024 geldt dat partijen ervan uitgingen dat [eiser] niet meer belastbaar was voor werk. Achteraf blijkt dat niet te kloppen. Uit de beslissing van 23 juli 2024 van het UWV volgt namelijk dat [eiser] vanaf 11 april 2024 wel belastbaar is voor werkzaamheden binnen Wsw-verband. Naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter komt het niet werken van [eiser] doordat partijen uitgingen van zijn arbeidsongeschiktheid terwijl achteraf zijn arbeidsgeschiktheid is vastgesteld in redelijkheid niet voor rekening van [eiser] . Overigens is ook niet gebleken dat Dethon in die periode [eiser] in staat heeft gesteld passend werk te verrichten, dan wel dit heeft bevorderd.

4.4.

Ook na de beslissing van 23 juli 2024 blijkt vooralsnog onvoldoende van initiatief van Dethon tot overleg over het verrichten van passend werk en het actief bevorderen daarvan. Het is [eiser] die in zijn e-mail van 30 juli 2024 om 11.36 uur aan Dethon vraagt om overleg over het verrichten van passende werkzaamheden. Dethon heeft ter zitting wel aangegeven dat zij dit eerder besproken heeft met [eiser] , dan wel geprobeerd heeft te bespreken, maar daarvan zijn verder geen stukken overgelegd zodat dit niet voldoende is gebleken. Weliswaar geeft [eiser] in de e-mail van 30 juli 2024 om 14.49 uur aan dat hij op dat moment niet instemde met aangepaste werkzaamheden in een andere functie dan die van hovenier, maar uit dit bericht mocht Dethon niet afleiden dat hij niet bereid was het gesprek aan te gaan over het verrichten van andere werkzaamheden. Daarbij weegt mee dat van Dethon meer inspanning gericht op het bevorderen van re-integratie verwacht mag worden. Zij draagt als openbaar lichaam zorg voor tewerkstelling van personen met een afstand tot de arbeidsmarkt, zoals [eiser] . Van een reactie door Dethon op deze e-mail is ook niet gebleken.

4.5.

Gelet op het voorgaande is de kantonrechter voorshands van oordeel dat Dethon het loon over de periode vanaf 11 april 2024 tot en met 5 augustus 2024 aan [eiser] moet betalen. Dethon heeft de juistheid van het gevorderde brutobedrag per maand niet betwist, zodat de verminderde vordering wordt toegewezen.

4.6.

Dethon is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. Omdat [eiser] heeft geprocedeerd op basis van een toevoeging, zal Dethon niet worden veroordeeld tot betaling van de explootkosten en betekeningskosten. De proceskosten van [eiser] worden begroot op:

- griffierecht

87,00

- salaris gemachtigde

814,00

- nakosten

135,00

Totaal

1.036,00

5. De beslissing

De kantonrechter:

5.1.

veroordeelt Dethon om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 2.330,64 bruto per maand exclusief 8% vakantietoeslag en 3,75% eindejaarsuitkering, vanaf 11 april 2024 tot en met 5 augustus 2024,

5.2.

veroordeelt Dethon in de proceskosten van € 1.036,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe,

5.3.

verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.

Dit vonnis is gewezen door mr. Kool en in het openbaar uitgesproken op 11 september 2024.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.