Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBZWB:2024:5930

Rechtbank Zeeland-West-Brabant
13-08-2024
29-08-2024
C/02/425496 / FA RK 24/3694
Personen- en familierecht
Rekestprocedure

Voortzetting crisismaatregel Wvggz

Rechtspraak.nl

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht

Locatie Breda

Zaaknummer: C/02/425496 / FA RK 24/3694

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel

Beschikking van 13 augustus 2024 van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[betrokkene] ,

geboren op [geboortedag] 1994 te [geboorteplaats],

wonende te [woonadres],

thans verblijvende te [plaats], [accommodatie], [locatie],

hierna te noemen: betrokkene,

advocaat: mr. M.C.A. Hollants te Tilburg.

1 Procesverloop

1.1

Het procesverloop blijkt uit:

- het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 12 augustus 2024, waarin de officier van justitie heeft verzocht om voortzetting van de op 9 augustus 2024 opgelegde crisismaatregel;
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:

- een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de gemeente Tilburg tot het nemen van de crisismaatregel van 9 augustus 2024;

- de medische verklaring van 9 augustus 2024;

- een afschrift van de justitiële documentatie en politiemutaties.

1.2

De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 13 augustus 2024, in de hierboven genoemde accommodatie.

1.3

Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:

- betrokkene, die de mondelinge behandeling slechts deels heeft bijgewoond;

- de advocaat van betrokkene;

- de heer [naam 1], psychiater;

- mevrouw [naam 2], casemanager FACT via een telefonische verbinding;

- mevrouw [naam 3], partner van betrokkene;

- mevrouw [naam 4], verpleegkundige.

1.4

De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2 Verzoek

De officier van justitie verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor betrokkene te verlenen voor de navolgende zorgvormen:

- toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;

- beperken van de bewegingsvrijheid;

- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;

- opnemen in een accommodatie.

3 Standpunten

3.1

De psychiater brengt naar voren dat bij betrokkene een ziektebeeld is vastgesteld dat kenmerken vertoont van een schizofrenie spectrum stoornis in combinatie met middelen gebruik. Zij is klinisch opgenomen toen er een crisissituatie ontstond nadat zij zich naar het treinspoor had begeven, waarbij stemmen haar opdrachten gaven om suïcide te plegen. Ook de dag daarvoor bleek zij last te hebben gehad van stemmen die haar opdrachten gaven om van een flatgebouw te springen. Betrokkene is sinds de crisisopname niet of nauwelijks in het contact en zij laat daarnaast vooral veel wantrouwen naar anderen zien. Mogelijk dient dit beeld te worden gelinkt aan schizofrenie, maar evenmin valt uit te sluiten dat een traumatisch verleden (mede) een rol speelt. Er zou daarnaar onderzoek moeten worden verricht, echter weigert betrokkene daaraan mee te werken. Zij krijgt medicatie van een geringe dosering toegediend, die enig effect lijkt te hebben. Gesproken is door de ambulant psychiater over het toedienen van andere medicatie, te weten Clozapine, echter zal de toepasbaarheid daarvan uit proportioneel behandeloogpunt nog nader onderzocht moeten worden.

Uit het beeld dat op dit moment van betrokkene wordt gezien blijkt niet van een bij haar aanwezige actieve wil om een einde aan haar leven te willen maken. In die zin is er van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, zoals ten tijde van de crisisopname, niet langer sprake. Dit blijkt ook uit het feit dat betrokkene gedurende de klinische opname overdag met verlof is, wat inhoudt dat zij feitelijk alleen in de nachtelijke uren in de GGz instelling verblijft. Tot dusver is daarbij niet gebleken van grote gevaarsrisico’s. Daarentegen valt niet uit te sluiten dat dit mogelijk anders komt te liggen indien betrokkene weer middelen mocht gaan gebruiken. Wanneer de rechtbank mocht beslissen dat de crisismaatregel wordt voortgezet dan zal er een plan van aanpak worden opgesteld.

3.2

De verpleegkundige sluit zich aan bij hetgeen door de psychiater naar voren is gebracht. Zij voegt daaraan toe dat zij bemerkt dat betrokkene in de GGz instelling momenteel meer spanningen ervaart dan wanneer zij thuis is.

3.3

Betrokkene merkt op dat het voor haar op dit moment het belangrijkst is dat zij niet langer in de GGz instelling is. Ook wil zij met ontslag uit de GGz instelling, omdat zij vindt dat er daar met haar geen goede behandelafspraken worden gemaakt. Of het, zodra zij ook in de nachtelijke uren thuis verblijft, goed met haar zal blijven gaan kan zij niet met zekerheid aangeven. Wanneer zij thuis is en stemmen hoort gaat zij naar haar dieren. Dit geeft haar rust en afleiding.

3.4

De partner van betrokkene geeft aan dat betrokkene op dit moment vooral behoefte heeft aan rust en regelmaat. Die krijgt zij echter in de GGz instelling niet geboden. Zij is bereid en in staat om er voor betrokkene in de thuissituatie te zijn voor zo lang als nodig is en om voor rust, regelmaat en een prikkelarme omgeving te zorgen.

3.5

De advocaat van betrokkene voert aan dat er van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel in de vorm van levensgevaar en ernstig lichamelijk letsel op dit moment geen sprake meer is. Dit betekent dat aan de wettelijke vereisten voor een voortzetting van de crisismaatregel niet wordt voldaan. Zij verzoekt daarom om het verzoek af te wijzen. Zij licht vervolgens toe dat in dit stadium een terugkeer naar huis met ondersteuning van haar partner in combinatie met ambulante zorg voor betrokkene de rust zal kunnen brengen waaraan zij behoefte heeft. Gebleken is dat betrokkene die rust niet heeft zo lang zij in de GGz instelling verblijft.

4 Beoordeling

4.1

Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit de mondelinge behandeling dat zich niet langer de situatie voordoet dat het gedrag van betrokkene als gevolg van één of meerdere vermoedelijk psychische stoornis(sen) leidt tot het bestaan van of het aanzienlijk risico op onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, als bedoeld in de Wvggz. Daaraan doet niet af dat betrokkene nog steeds last heeft van stemmen, die haar onder andere opdrachten geven om zichzelf van het leven te beroven. Echter is om daaraan voldoende weerstand te kunnen bieden een langere klinische opname in de GGz instelling op dit moment niet het meest geschikte middel gebleken, nu de omgeving daar voor haar te onrustig is en bij haar tot forse stress en spanningen leidt. Thuis ervaart zij wel deze rust en kan zij voor ondersteuning een beroep doen op haar partner en op ambulante GGz zorg en -hulpverlening.

4.2

Hieruit volgt dat aan de wettelijke vereisten voor een voortzetting van de crisismaatregel niet wordt voldaan. Dit betekent dat het verzoek zal worden afgewezen.

5 Beslissing

De rechtbank:

wijst het verzoek af.

Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Phillips, rechter en in het openbaar uitgesproken op 13 augustus 2024 in tegenwoordigheid van Baremans als griffier, en op 22 augustus 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.

Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.