Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBZWB:2024:278

Rechtbank Zeeland-West-Brabant
18-01-2024
24-01-2024
AWB - 22 _ 1586
Belastingrecht
Eerste aanleg - enkelvoudig

Reclamebelasting

Rechtspraak.nl
V-N Vandaag 2024/220
NLF 2024/0429

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats Breda

Belastingrecht

zaaknummer: BRE 22/1586


uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 januari 2024 in de zaak tussen


[belanghebbende] , uit [plaats] , belanghebbende

en

de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking West-Brabant (gemeente Roosendaal), de heffingsambtenaar.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 11 februari 2022.

1.1.

De heffingsambtenaar heeft aan belanghebbende een aanslag reclamebelasting voor het belastingjaar 2021 met [aanslagnummer] opgelegd (de aanslag reclamebelasting).

1.2.

De heffingsambtenaar heeft het bezwaar van belanghebbende ongegrond verklaard.

1.3.

De heffingsambtenaar heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.

1.4.

De rechtbank heeft het beroep op 7 december 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: belanghebbende, vergezeld van haar echtgenoot, en [naam] namens de heffingsambtenaar.

Feiten

2.1.

Belanghebbende is woonachtig in de woning aan de [adres 1] (de woning). Zij exploiteert in een bedrijfspand, dat om de hoek aan de [adres 2] is gelegen, het bedrijf ‘ [b.v.] ’. Het bedrijfspand is vanuit de woning inpandig te bereiken.

2.2.

Belanghebbende heeft 23 jaar geleden in de voortuin van de woning een bord geplaatst met de aanduiding dat de ingang van [b.v.] om de hoek is. Volgens belanghebbende heeft de gemeente telefonisch aangegeven dat het bord zonder vergunning geplaatst kon worden.

Beoordeling door de rechtbank

3. De rechtbank beoordeelt of de heffingsambtenaar terecht een aanslag reclamebelasting voor het jaar 2021 aan belanghebbende heeft opgelegd. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van belanghebbende.

4. De rechtbank is van oordeel dat de aanslag reclamebelasting voor het jaar 2021 terecht aan belanghebbende is opgelegd. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.

Overwegingen

Is de aanslag reclamebelasting terecht opgelegd?

5.1.

Onder de naam ‘reclamebelasting’ wordt, binnen de gebieden zoals nader aangewezen op de bij de verordening behorende gewaarmerkte kaart, een directe belasting geheven voor een openbare aankondiging die zichtbaar is vanaf de openbare weg.1

De reclamebelasting wordt geheven van degene van wie, dan wel ten behoeve van wie de openbare aankondiging wordt aangetroffen.2

5.2.

Belanghebbende voert aan dat de aanslag reclamebelasting ten onrechte is opgelegd. Het bord is in de tuin geplaatst nadat uit overleg met de gemeente is gebleken dat hiervoor geen vergunning nodig was, en staat er al 23 jaar. Als de gemeente een wijziging ten aanzien van plaatsing van borden heeft doorgevoerd, dan had de gemeente haar op de hoogte moeten stellen voordat de aanslag werd opgelegd. Dan had zij de keuze om het bord te verwijderen of een kleinere verwijzing te plaatsen op de gevel van de woning.

5.3.

De rechtbank overweegt dat niet in geschil is dat in de voortuin van de woning een bord is geplaatst met de aanduiding dat de ingang van [b.v.] om de hoek is. Dit bord bevat een openbare aankondiging en is zichtbaar vanaf de openbare weg. Belanghebbende heeft niet betwist dat het perceel van de woning gelegen is binnen het gebied dat is aangewezen op de gewaarmerkte kaart, en wel in tariefgebied B. Daarmee is voldaan aan de hiervoor (onder 5.1.) genoemde voorwaarden voor oplegging van een aanslag reclamebelasting, het zogenoemde belastbaar feit. De heffingsambtenaar mocht een aanslag reclamebelasting opleggen.

5.4.

De stelling van belanghebbende, dat zij voor de plaatsing van het bord geen vergunning nodig had, kan haar niet baten. Dit is namelijk geen voorwaarde voor oplegging van de aanslag reclamebelasting. Ook is het vergunningsvrij kunnen plaatsen van het bord niet genoemd in artikel 4 van de Verordening, waarin is bepaald wanneer vrijstelling van reclamebelasting kan worden verleend.

5.5.

Vervolgens stelt belanghebbende dat de aanslag niet in stand kan blijven omdat zij niet van de Verordening en de gevolgen hiervan op de hoogte was. De rechtbank stelt vast dat de Verordening op de volgens de wet voorgeschreven wijze bekend is gemaakt in het Gemeenteblad. Op de heffingsambtenaar rust niet de verplichting belastingplichtigen op een andere wijze op de hoogte te stellen van de Verordening. Het standpunt van belanghebbende dat zij op andere wijze van de Verordening op de hoogte gebracht had moeten worden, vindt dus geen steun in het recht en maakt niet dat de aanslag ten onrechte is opgelegd.

5.6.

Uit het voorgaande volgt dat de heffingsambtenaar terecht aan belanghebbende een aanslag reclamebelasting voor het jaar 2021 heeft opgelegd.

Conclusie en gevolgen

6.1.

Het beroep is ongegrond. Dit betekent dat de aanslag reclamebelasting voor het jaar 2021 gehandhaafd blijft.

6.2.

Omdat het beroep ongegrond is, krijgt belanghebbende haar griffierecht niet vergoed. Ook krijgt belanghebbende geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door mr. M.E. de Boer, rechter, in aanwezigheid van M.H.A. de Graaf, griffier, op 18 januari 2024 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.

griffier

rechter

Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.

Digitaal beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch.

1 Artikel 2 van de Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting binnenstad Roosendaal 2017-2021 (de Verordening).

2 Artikel 3, eerste lid, van de Verordening.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.