2.1.
Tussen partijen staat het volgende vast:
- [eiser] is op 1 december 2016 bij [gedaagde] in dienst getreden in de functie van Haarstylist/Hairweaving specialist met een arbeidsduur van 38 uur per week.
- Op de arbeidsovereenkomst is de cao Kappers, versie 1 juli 2019 tot en met 31 januari 2020 – hierna te noemen: de cao – van toepassing verklaard.
- De cao luidt – voor zover hier van belang – als volgt:
7.1.
Aantal vakantiedagen
a. Normaal aantal vakantiedagen: de werknemer met een arbeidsduur van 38 uur per week heeft recht op 25 werkdagen vakantie per kalenderjaar met behoud van inkomen. Bij een afwijkende arbeidsduur per week wordt het aantal vakantiedagen naar rato berekend.
b. Extra vakantiedagen: de volgende werknemers hebben recht op extra vakantiedagen in verband met hun leeftijd of het aantal jaren dat zij bij de werkgever in dienst zijn:
Aantal extra vakantiedagen per jaar Leeftijd of: Aantal jaren ononderbroken dienstverband
bij dezelfde werkgever
1 30 tot 40 jaar of: 5 tot 10 jaar
2 40 tot 45 jaar of: 10 tot 15 jaar
3 45 tot 50 jaar of: 15 jaar of langer
4 50 tot 55 jaar
5 55 tot 60 jaar
10 60 jaar en ouder
c.
Ingangsdatum extra dagen
: het onderstaande schema geeft aan hoe de ingangsdatum van de extra vakantiedagen wordt vastgesteld:
Datum verjaardag of in dienst treden Uitgangspunt voor toekenning extra dag(en)
voor of op de 15e van een kalendermaand de 1e van de maand
na de 15e van de kalendermaand de 1e van de volgende kalendermaand
7.8.
Vakantiedagen en ziekteverzuim
a. Opbouwen van extra dagen/inleveren van dagen: het aantal keren per jaar dat de werknemer zich ziek meldt, is van invloed op het aantal vakantiedagen over dat jaar. Zie artikel 8.3.
b. Opbouw tijdens ziekte: met inachtneming van de voorgaande bepaling gaat de opbouw van de wettelijke vakantiedagen volledig door tijdens arbeidsongeschiktheid. Zie artikel 8.3.
c. Verjaring: de verjaringstermijn van de wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen bedraagt 5 jaar.
8.3.
Arbeidsongeschiktheid en vakantiedagen
a. Opbouwen van extra dagen / inleveren van dagen: de werknemer die in de periode 1 januari tot 1 juli niet ziek is, heeft recht op 1 extra vakantiedag. De werknemer die in de periode 1 juli tot 1 januari niet ziek is, heeft recht op 1 extra vakantiedag.
De werknemer die zich in een kalenderjaar één maal ziek meldt, krijgt één vakantiedag minder dan normaal. Bij iedere volgende ziekmelding in dat jaar vervallen steeds twee vakantiedagen. Het aantal vakantiedagen dat vervalt, is echter nooit hoger dan het aantal ziektedagen en bedraagt maximaal vier per jaar.
Deze regeling wordt naar evenredigheid toegepast bij:
- Een parttime werknemer;
- Een dienstverband dat na de eerste werkdag van het kalenderjaar is begonnen en/of voor de laatste werkdag van dat jaar is beëindigd.
- [eiser] is op 1 maart 2020 arbeidsongeschikt worden.
- De loondoorbetalingsverplichting van [gedaagde] is op 18 februari 2022 geëindigd.
- Partijen zijn vervolgens in overleg getreden over het sluiten van een vaststellingsovereenkomst ter beëindiging van het dienstverband. Daarbij is discussie ontstaan over het aantal opgebouwde bovenwettelijke verlofdagen.
- Partijen hebben in een schriftelijke vaststellingsovereenkomst vastgelegd dat het dienstverband met ingang van 19 februari 2022 met wederzijds goedvinden wordt beëindigd, waarbij – onder meer – is bepaald dat in ieder geval het saldo aan resterend verlof waar partijen het wel over eens waren zou worden uitbetaald bij de eindafrekening. Daarmee is de discussie over het bovenwettelijk verlof buiten de regeling gehouden.
- Ingevolge artikel 1.2 onder f van de cao kunnen indien werkgever en werknemer het niet eens kunnen worden over de interpretatie van een cao bepaling, zij schriftelijk advies vragen aan het Branche Platform Kappers (BPK).
- Partijen hebben zich middels een e-mail van 25 februari 2022 van de gemachtigde van [eiser] tot het BPK gewend. De e-mail vermeldt – voor zover van belang – het volgende:
“In het kader van het maken van de afspraken over beëindiging van het dienstverband is er een geschilpunt naar voren gekomen, waar partijen het niet over eens konden worden. Werkgeefster is in vorenstaand kader bijgestaan door een jurist van de ANKO, mevrouw [naam] (deze mail stuur ik haar ook in cc.).
Partijen twisten over de interpretatie van een cao artikel, te weten artikel 7.8 onder b. Het gaat over het onderwerp vakantiedagen tijdens ziekte, meer specifiek verschillen partijen van mening of er tijdens arbeidsongeschiktheid bovenwettelijke vakantiedagen opgebouwd worden.
Nu het niet gelukt is deze discussie in onderling overleg te beslechten, willen partijen graag een beroep doen op het Branche Platform Kappers. Artikel 1.2 van de cao bepaald dat er in een dergelijke situatie een schriftelijk advies gevraagd kan worden aan het Branche Platform Kappers. Van deze mogelijkheid willen partijen dan ook gebruik maken”.
- Bij e-mail van 9 maart 2022 heeft mr. H. van den Hoeven van het BPK het volgende aan de gemachtigde van [eiser] . bericht:
“Ik leg uw vraag over artikel 7.8 onder b voor aan cao-partijen ANKO, CNV Vakmensen en FNV MOOI.
Op grond van artikel 1.2 van de Cao voor het Kappersbedrijf geeft het Brancheplatform Kappers overigens alleen schriftelijk advies als cao-partijen van mening zijn dat sprake is van een interpretatieverschil. Als volgens cao-partijen artikel 7.8 onder b wat hen betreft duidelijk is, wordt geen schriftelijk advies verstrekt. Ik zal cao-partijen dan ook de vraag voorleggen of artikel 7.8 onder b wat hen betreft duidelijk is of op verschillende manieren geïnterpreteerd kan worden. Als artikel 7.8 onder b voor meerderlei uitleg vatbaar is, ontvangt u schriftelijk advies van het Brancheplatform Kappers waarin wordt aangegeven hoe cao-partijen het artikel bedoeld hebben”.
- Op 6 april 2022 heeft mr. Van der Hoeven het volgende aan de gemachtigden van [eiser] en [gedaagde] bericht:
“Het bestuur van het Brancheform Kappers heeft uw verzoek behandeld waarin u Cao-partijen vraagt een uitspraak te doen in een interpretatiekwestie betreffende de Cao voor het Kappersbedrijf. Uw interpretatieverzoek betreft artikel 7.8 onder b Cao voor het Kappersbedrijf. U geeft aan dat partijen van mening verschillen of er tijdens arbeidsongeschiktheid bovenwettelijke vakantiedagen opgebouwd worden. De tekst van artikel 7.8 onder b luidt als volgt: Opbouw tijdens ziekte: Met inachtneming van de voorgaande bepaling gaat de opbouw van wettelijke vakantiedagen volledig door tijdens arbeidsongeschiktheid. Zie artikel 8.3.
Het bestuur van het Brancheplatform Kappers is van mening dat de tekst van artikel 7.8 onder b van de Cao voor het Kappersbedrijf duidelijk is en geen interpretatie behoeft(…) Nu de tekst van artikel 7.8 onder b duidelijk is en geen interpretatie behoeft, ontvangt u geen schriftelijk advies hoe artikel 7.8 onder b van de Cao Kappersbedrijf geïnterpreteerd moet worden(…)”.