Zaaknummer / rekestnummer : C/10/694286 / HA RK 25-130
Beslissing van 14 februari 2025
op het verzoek van:
mr. N. Doorduijn,
senior rechter in de rechtbank Rotterdam, team handel & haven (hierna: de rechter),
ertoe strekkende zich te mogen verschonen in de zaak van:
1 [eiser 1] ,
2. [eiser 2],
3. [eiser 3],
4. [eiser 4],
5. [eiser 5],
6. [eiser 6] ,
7. [eiser 7],
8. [eiser 8] ,
ieder gevestigd of wonende te [plaats] ,
hierna tezamen: eisers,
gemachtigde: mr. A.A. Jurgens-Boot,
tegen
[gedaagde]
,
wonende te [plaats] ,
hierna: gedaagde,
procederend in persoon.
1 Het procesverloop en de processtukken
1.1.
Bij de rechter is in behandeling de zaak tussen eisers en gedaagde met kenmerk [kenmerk] .
1.2.
Op 13 februari 2025 heeft de rechter een schriftelijk verzoek tot verschoning gedaan.
1.3.
Aan de verschoningskamer is ter beschikking gesteld het dossier van de hiervoor omschreven procedure.
2 Het verzoek
2.1.
Ter adstructie van het verzoek om verschoning heeft de rechter het volgende aangevoerd:
2.1.1.
De rechter heeft in het verleden als advocaat-stagiair gewerkt bij het advocatenkantoor waar de gemachtigde van eisers op dat moment ook werkte, te weten als advocaat-medewerker. Daarbij heeft de rechter met en voor haar gewerkt.
3 De beoordeling
3.1.
Verschoning is een middel ter verzekering van de onpartijdigheid van de rechter. Voorop dient te staan dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen die zwaarwegende aanwijzingen opleveren voor het oordeel dat een rechter jegens een partij een vooringenomenheid koestert, althans dat de bij deze partij dienaangaande bestaande vrees objectief gerechtvaardigd is.
3.2.
Aan de door de rechter aangevoerde omstandigheden valt geen aanwijzing te ontlenen voor het oordeel dat de rechter - subjectief - niet onpartijdig is.
3.3.
Te onderzoeken staat vervolgens of de aangevoerde omstandigheden niettemin een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor het oordeel dat de vrees dat de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden - objectief - gerechtvaardigd is.
3.4.
De door de rechter aangevoerde omstandigheid, in samenhang met het gegeven dat de rechter daarin aanleiding heeft gevonden zelf een verzoek in te dienen zich te mogen verschonen van de verdere behandeling van de zaak, levert naar het oordeel van de rechtbank op zichzelf een zwaarwegende aanwijzing als hiervoor onder 3.3 bedoeld op.
3.5.
Het verzoek wordt om deze reden toegewezen.
4 De beslissing
De rechtbank:
- wijst toe het verzoek van mr. N. Doorduijn zich in de onder 1.1 genoemde civielrechtelijke procedure te mogen verschonen.
Deze beslissing is gegeven door mr. J. van den Bos, voorzitter, mr. F. Aukema-Hartog en mr. F.P.J. Schoonen, rechters en door de voorzitter en de griffier ondertekend op 14 februari 2025.
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: