1
[eiser 1], en
2. [eiser 2],
woonplaats: [plaatsnaam],
eisers,
gemachtigde: Wouters Gerechtsdeurwaarder & Incasso,
Orange Lease B.V.,
vestigingsplaats: Rotterdam,
gedaagde,
van wie de gemachtigde zich heeft onttrokken.
De partijen worden hierna ‘[eiser 1] en [eiser 2]’ en ‘Orange Lease’ genoemd.
2 De beoordeling
2.1.
[eiser 1] en [eiser 2] verhuren aan Orange Lease een bedrijfsruimte en drie parkeerplaatsen aan [adres ] (hierna: het gehuurde). Er is een huurachterstand ontstaan. Daarom eisen [eiser 1] en [eiser 2] ontbinding van de huurovereenkomst, met veroordeling van Orange Lease tot ontruiming van het gehuurde, betaling van de huurachterstand en (een bedrag aan schadevergoeding gelijk aan) de lopende huur, met nevenvorderingen. Orange Lease is het hiermee niet eens. De eis wordt echter toegewezen. Hierna wordt uitgelegd waarom.
2.2.
Volgens de specificatie die [eiser 1] en [eiser 2] hebben overgelegd, is de huurachterstand tot en met augustus 2024 € 18.336,20. Dat deze achterstand niet klopt, heeft Orange Lease niet aangetoond met, bijvoorbeeld, betaalbewijzen. Genoemd bedrag wordt dan ook toegewezen.
2.3.
De huurovereenkomst wordt ontbonden, omdat Orange Lease verplicht was om de huur op tijd te betalen en dat niet heeft gedaan (artikel 6:265 BW). De huurachterstand is ernstig genoeg om de huurovereenkomst te beëindigen. Orange Lease moet het gehuurde ontruimen en verlaten. Dat moet binnen veertien dagen nadat dit vonnis is betekend.
2.4.
Tot en met vandaag (de datum van ontbinding) moet Orange Lease de huur betalen en daarna tot en met de dag van de ontruiming een gebruiksvergoeding van € 2.051,80 per maand (artikel 7:225 BW). Daarbij geldt dat voor een gedeelte van een maand een gehele maand mag worden gerekend. Voor het verhogen van de gebruiksvergoeding gelden dezelfde regels (artikel 7:248 BW) als voor het verhogen van de huur.
2.5.
Orange Lease wordt veroordeeld tot betaling aan [eiser 1] en [eiser 2] van € 1.500,- aan boetes. Dit volgt uit artikel 23.2 van de Algemene Bepalingen die van toepassing zijn verklaard op de huurovereenkomst. Daarin staat dat als de huur niet op tijd wordt betaald, Orange Lease een direct opeisbare boete van minimaal € 300,- per maand is verschuldigd. Op het moment van dagvaarden stonden vijf maanden open. Geen reden wordt gezien om de boete te matigen.
2.6.
De incassokosten van € 677,90 worden toegewezen. [eiser 1] en [eiser 2] hebben onderbouwd gesteld deze kosten te hebben gemaakt. Uit de door hen overgelegde aanmaningen volgt dat geprobeerd is om Orange Lease tot betaling te bewegen om een procedure te voorkomen. Anders dan Orange Lease aanvoert, is dus geen sprake van buitengerechtelijke werkzaamheden die alleen bedoeld zijn geweest ter voorbereiding van een procedure.
2.7.
De gevorderde rente wordt afgewezen. Uit de dagvaarding wordt opgemaakt dat het de bedoeling is geweest om primair de boete en subsidiair de rente te vorderen. Omdat de boete toegewezen wordt, blijft een veroordeling tot betaling van rente uit.
2.8.
Orange Lease moet de proceskosten betalen, omdat zij voor het grootste deel ongelijk krijgt (artikel 237 Rv). De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van [eiser 1] en [eiser 2] vast op € 115,22 aan dagvaardingskosten, € 248,- aan griffierecht, € 812,- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten x € 406,-) en € 135,- aan nakosten. Dat is in totaal € 1.310,22. Hier kan nog een bedrag bij komen als dit vonnis wordt betekend.
2.9.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat [eiser 1] en [eiser 2] dat eisen en Orange Lease daar niet op heeft gereageerd (artikel 233 Rv). Dat betekent dat het vonnis meteen mag worden uitgevoerd, ook als één van de partijen aan een hogere rechter vraagt om de zaak opnieuw te beoordelen.
3 De beslissing
De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt Orange Lease om aan [eiser 1] en [eiser 2] te betalen:
- -
€ 18.336,20 aan huurachterstand tot en met de maand augustus 2024;
- -
€ 1.500,- aan boetes;
- -
€ 677,90 aan incassokosten;
3.2.
ontbindt de huurovereenkomst tussen de partijen en veroordeelt Orange Lease om binnen veertien dagen na de datum waarop dit vonnis is betekend de bedrijfsruimte op het [adres ] en de drie parkeerplaatsen te ontruimen met alle personen en zaken die zich daar vanwege Orange Lease bevinden en het gehuurde met alle sleutels ter beschikking van [eiser 1] en [eiser 2] te stellen;
3.3.
veroordeelt Orange Lease om vanaf vandaag tot en met de dag waarop de ontruiming plaatsvindt aan [eiser 1] en [eiser 2] te betalen € 2.051,80 per maand, met de verhoging die is toegestaan, waarbij voor een gedeelte van een maand een gehele maand mag worden gerekend;
3.4.
veroordeelt Orange Lease in de proceskosten, die aan de kant van [eiser 1] en [eiser 2] worden vastgesteld op € 1.310,22;
3.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.6.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. V.F. Milders en in het openbaar uitgesproken.
465