Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBROT:2023:9625

Rechtbank Rotterdam
17-10-2023
30-10-2023
10671061 HA VERZ 23-58
Arbeidsrecht
Beschikking

Aanzegvergoeding en ingehouden vakantiedagen worden toegewezen. Art. 7:668 en art. 7:628 BW

Rechtspraak.nl
VAAN-AR-Updates.nl 2023-1320

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Dordrecht

zaaknummer: 10671061 HA VERZ 23-58

datum uitspraak: 17 oktober 2023

Beschikking van de kantonrechter

in de zaak van:

[verzoekster01] ,

woonplaats: [woonplaats01] ,

verzoekster,

gemachtigde: mr. W.T.M. Uilhoorn,

tegen

Horeca Energiehuis B.V. ,

vestigingsplaats: Dordrecht,

verweerster,

die niet is verschenen.

Partijen worden hierna ‘ [verzoekster01] ’ en ‘Khotinsky’ genoemd.

1 De procedure

1.1.

Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:

- het verzoekschrift met bijlagen, dat op 22 augustus 2023 bij de griffie is binnengekomen.

1.2.

Op 6 oktober 2023 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling besproken. Daarbij waren aanwezig: mw. [verzoekster01] , bijgestaan door mr. W.T.M. Uilhoorn. Khotinsky is met bericht van verhindering niet verschenen.

2 De zaak

2.1.

[verzoekster01] heeft van 1 juli 2022 tot en met 30 juni 2023 bij Khotinsky gewerkt op basis van een contract voor bepaalde tijd. [verzoekster01] vraagt in deze procedure Khotinsky te veroordelen om de aanzegvergoeding aan haar te betalen (€ 3.076,15 bruto, inclusief vakantiegeld), omdat Khotinsky haar niet uiterlijk een maand voor het einde van de arbeidsovereenkomst schriftelijk heeft geïnformeerd over het al dan niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst. Ook verzoekt [verzoekster01] uitbetaling van niet uitbetaalde min-uren. Khotinsky heeft geen verweer gevoerd.

3 De beoordeling

Khotinsky moet de aanzegvergoeding betalen

3.1.

Een werkgever moet een werknemer uiterlijk een maand voordat een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd eindigt, informeren of deze al dan niet wordt voortgezet 1 . [verzoekster01] voert aan dat zij geen schriftelijk bericht van Khotinsky heeft ontvangen dat haar arbeidsovereenkomst na 30 juni 2023 niet zou worden verlengd. Khotinsky heeft dat in deze procedure niet weersproken. De kantonrechter gaat er daarom van uit dat [verzoekster01] niet schriftelijk is geïnformeerd, zodat Khotinsky de aanzegvergoeding ter hoogte van één maandsalaris 2 , € 3.076,15 bruto (inclusief vakantiegeld), aan [verzoekster01] moet betalen.

Khotinsky moet de ingehouden uren betalen

3.2.

Khotinsky heeft bij de eindafrekening te weinig vakantie-uren aan [verzoekster01] uitbetaald, zoals hierna wordt uitgelegd. [verzoekster01] had op grond van de arbeidsovereenkomst recht op 190 vakantie-uren (3,65 per week x 52). Tijdens de zitting heeft [verzoekster01] verklaard dat zij in totaal acht vakantiedagen (8 x 7,6 uur = 60,8 uur) heeft opgenomen, zodat er nog 129,2 vakantie-uren resteren die Khotinsky moet betalen. Khotinsky heeft hiervan 11,74 uur uitbetaald en de overige uren (117,46) blijkbaar verrekend met de uren die [verzoekster01] tijdens het dienstverband te weinig heeft gewerkt. Dit was ten onrechte, gelet op het volgende.

3.3.

De werkgever moet het loon betalen, ook als de werknemer de overeengekomen arbeid geheel of gedeeltelijk niet heeft verricht, tenzij dit in redelijkheid voor rekening van de werknemer moet komen 3 . [verzoekster01] heeft tijdens de mondelinge behandeling toegelicht dat zij en haar collega’s in de zomerperiode minder uren werken dan waartoe zij op grond van hun arbeidsovereenkomst gehouden zijn, omdat er dan minder klanten zijn. Deze uren halen zij normaal gesproken op een ander moment in, als het drukker is met bezoekers. [verzoekster01] voert aan dat zij meermaals heeft gevraagd om een overzicht van de uren die zij nog moest inhalen 4 , omdat zij dit niet zelf kon zien in het systeem, maar dat zij dit overzicht niet heeft gekregen. Khotinsky heeft dit alles niet weersproken. Aangezien Khotinsky [verzoekster01] geen opgave heeft gedaan van de uren die zij nog moest inhalen, ondanks dat zij hier meerdere keren om had gevraagd, was het voor [verzoekster01] niet duidelijk hoeveel uren zij zichzelf nog extra moest inroosteren voor het einde van de arbeidsovereenkomst. Door niet duidelijk te maken hoeveel uren [verzoekster01] nog moest inhalen, heeft Khotinsky haar niet deugdelijk in de gelegenheid gesteld deze min-uren in te halen. Onder deze omstandigheden komt het voor rekening van Khotinsky dat [verzoekster01] de overeengekomen arbeidsuren uiteindelijk niet volledig heeft gewerkt en moet Khotinsky het salaris voor deze uren toch betalen. Dit komt neer op een bedrag van € 2.032,06 (117,46 uur x € 17,30 per uur bruto), te vermeerderen met 8% vakantiegeld, dus in totaal € 2.194,62. Dit bedrag wordt toegewezen.

Wettelijke verhoging en wettelijke rente

3.4.

De gevraagde wettelijke verhoging van 50% over het ingehouden salaris wordt toegewezen (€ 1.097,31) , omdat Khotinsky dit niet binnen de geldende termijnen heeft betaald. Ook de wettelijke rente wordt als niet weersproken toegewezen vanaf het moment van opeisbaarheid.

Correcte eindafrekening

3.5.

Khotinsky moet [verzoekster01] een nieuwe eindafrekening verstrekken, omdat zij [verzoekster01] nog loon moet betalen. De verzochte dwangsom wordt toegewezen voor iedere dag dat Khotinsky in gebreke blijft de correcte bruto-netto-specificatie aan [verzoekster01] te verstrekken vanaf vijf werkdagen na betekening van deze beschikking, met een maximum van € 2.500,-.

Proceskosten

3.6.

Khotinsky wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten van [verzoekster01] betalen (artikel 237 Rv). De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van [verzoekster01] tot vandaag vast op € 86,- aan griffierecht en € 793,- aan salaris voor de gemachtigde. Dit is in totaal € 879,-.

6 De beslissing

De kantonrechter:

veroordeelt Khotinsky tot betaling aan [verzoekster01] van:

  1. € 3.076,15 bruto aan aanzegvergoeding;

  2. € 2.194,62 bruto aan achterstallig loon (inclusief vakantiegeld);

  3. € 1.097,31 aan wettelijke verhoging;

  4. e wettelijke rente over a tot en met c vanaf het tijdstip van opeisbaarheid tot de dag van volledige betaling;

en veroordeelt Khotinsky een correcte bruto-netto-specificatie aan [verzoekster01] te verstrekken die voldoet aan de van toepassing zijnde fiscale regelgeving, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 250,- per dag dat Khotinsky hiermee in gebreke blijft vanaf vijf werkdagen na betekening van deze beschikking, met een maximum van € 2.500,-;

veroordeelt Khotinsky in de proceskosten, die aan de kant van [verzoekster01] tot vandaag worden vastgesteld op € 879,-;

verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad en wijst af het méér of anders verzochte.

Deze beschikking is gegeven door mr. P. Joele, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken.424

1 Artikel 7:668 lid 1 BW

2 Artikel 7:668 lid 3 BW

3 Artikel 7:628 lid 1 BW

4 Zie ook bijlagen 4 en 13 (pagina 2)

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.