3. Eis officier van justitie
De officier van justitie mr. T.M. Rethmeier heeft gevorderd:
- ten aanzien van het bij dagvaarding met parketnummer 83-218401-19 (hierna: dagvaarding I) ten laste gelegde:
- partiele vrijspraak van de onder 2 ten laste gelegde onderdelen ten aanzien van het onttrekken aan de boedel van contant kasgeld en remboursgeld van € 20.740,39 en van een geldbedrag van in totaal € 10.752,80 (overgemaakt naar [naam accountantskantoor] );
- bewezenverklaring van het overigens ten laste gelegde;
- ten aanzien van het bij dagvaarding met parketnummer 83-201488-19 (hierna: dagvaarding II) ten laste gelegde: bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
- ten aanzien van het bij dagvaarding I en II ten laste gelegde:
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden.
5. Strafbaarheid feiten
De bewezen feiten leveren op:
onder parketnummer 83-218401-19:
1.
in het faillissement van een ander wettelijk verplicht zijnde tot het geven van inlichtingen hetzij zonder geldige reden opzettelijk wegblijven, hetzij weigeren de vereiste inlichtingen te geven, hetzij opzettelijk onjuiste of onvolledige inlichtingen geven, meermalen gepleegd;
2.
als bestuurder van een rechtspersoon, wetende dat hierdoor een of meer schuldeisers van de rechtspersoon in hun verhaalsmogelijkheden worden benadeeld, voor de intreding van het faillissement, terwijl dit is gevolgd, enig goed aan de boedel hebben onttrokken of onttrekken, en
als bestuurder van een rechtspersoon voor de intreding van het faillissement, terwijl dit is gevolgd, een van de schuldeisers van de rechtspersoon op enige wijze wederrechtelijk hebben bevoordeeld of bevoordelen, meermalen gepleegd;
3.
de eendaadse samenloop van:
als bestuurder van een rechtspersoon, tijdens het faillissement van de rechtspersoon, desgevraagd opzettelijk niet terstond, overeenkomstig de op hem rustende wettelijke verplichtingen ter zake, een ingevolge de wettelijke verplichtingen gevoerde en bewaarde administratie en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers in ongeschonden vorm, zo nodig met de hulpmiddelen om de inhoud binnen redelijke termijn leesbaar te maken, aan de curator verstrekken, meermalen gepleegd, en
als bestuurder van een rechtspersoon voor het faillissement van de rechtspersoon, terwijl dit is gevolgd, opzettelijk niet hebben voldaan aan de wettelijke verplichtingen tot het voeren van een administratie en het bewaren van de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers, ten gevolge waarvan de afhandeling wordt bemoeilijkt, meermalen gepleegd.
ten aanzien van dagvaarding II:
in strijd met een hem bij of krachtens wettelijk voorschrift opgelegde verplichting, opzettelijk nalaten tijdig de benodigde gegevens verstrekken, terwijl het feit kan strekken tot bevoordeling van hemzelf, terwijl hij weet dat de gegevens van belang zijn voor de vaststelling van zijn recht op een verstrekking of tegemoetkoming, dan wel voor de hoogte of de duur van die verstrekking of die tegemoetkoming.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.
11. Beslissing
De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de bij dagvaarding I onder 1 tot en met 3 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart bewezen, dat de verdachte het bij dagvaarding II ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 (negen) maanden;
ontzet de verdachte ter zake van alle bewezenverklaarde feiten van de uitoefening van het beroep van bestuurder van een rechtspersoon voor de duur van 5 (vijf) jaren;
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij,
[naam curator]
, in diens hoedanigheid als curator in de faillissementen van [naam post(koerierbedrijf)] en [naam transportbedrijf] ., te betalen een bedrag van
€ 46.874,10 (zegge: zesenveertigduizend achthondervierenzeventig euro en tien eurocent), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 20 maart 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte de maatregel tot schadevergoeding op, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen € 46.874,10 (zegge: zesenveertigduizend achthondervierenzeventig euro en tien eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 maart 2018 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 46.874,10 niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 269 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. E. Rabbie, voorzitter,
en mrs. L. Amperse en F.J.E. van Rossum, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. F.M.H. van Mullekom, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 18 augustus 2020.
De jongste rechter en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
onder parketnummer 83-201488-19:
hij op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 juli 2014 tot en met 30 oktober 2016 in Nieuwekerk aan den IJssel, in elk geval in Nederland, in strijd met een hen bij of krachtens wettelijk voorschrift opgelegde verplichting, te weten artikel 25 Werkloosheidswet en/of artikel 49 Ziektewet opzettelijk heeft nagelaten tijdig de benodigde gegevens te verstrekken,
en dit feit kon strekken ter bevoordeling van zichzelf of een ander, terwijl verdachte wist, althans redelijkerwijze moest vermoeden, [dat die gegevens van belang waren voor de vaststelling van verdachtes of eens anders recht op een verstrekking of tegemoetkoming, te weten een
uitkering krachtens de Werkloosheidswet en/of Ziektewet, dan wel voor de hoogte of de duur van die verstrekking of tegemoetkoming, immers heeft hij, verdachte, opzettelijk geen opgave gedaan van en/of verzwegen dat hij, verdachte
-bestuurder en enig aandeelhouder was van de rechtspersonen [administratie-en belastingadvieskantoor] . en/of [naam post(koerierbedrijf)] en/of [naam post(koerierbedrijf)] . en/of [naam transportbedrijf] en/of [naam goederenvervoerbedrijf] . en/of (een) andere onderneming(en),
en/of dat hij voor en/of namens bovengenoemde rechtspersonen werkzaamheden heeft verricht en/of (middellijk) vergoedingen en/of betalingen heeft ontvangen van en/of namens deze rechtspersonen.
onder parketnummer 83-218401-19:
1
hij, op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 4 oktober 2016 tot en met 2 mei 2019 te Dordrecht en/of Rotterdam en/of Nieuwerkerk aan den IJssel, in elk geval in Nederland, als bestuurder van een of meerdere rechtsperso(o)n(en), te weten [naam post(koerierbedrijf)] en/of [naam transportbedrijf] ., welke rechtsperso(o)n(en) in staat van faillissement is/zijn verklaard, te weten [naam post(koerierbedrijf)] bij vonnis van de rechtbank te Den Haag van 4 oktober 2016 en/of [naam transportbedrijf] bij vonnis van de rechtbank te Rotterdam van 1 november 2016, en wettelijk verplicht tot het geven van inlichtingen, zonder geldige reden opzettelijk niet is verschenen en/of heeft geweigerd de vereiste inlichtingen te geven en/of opzettelijk onjuiste en/of onvolledige inlichtingen heeft gegeven, immers heeft hij, verdachte,
- niet voldaan aan de verzoeken van de, door de rechter aangewezen, curator in de/het bovengenoemde faillissement(en) om inlichtingen en/of (een deel van de) administratie van bovengenoemde rechtsperso(o)n(en) te verstrekken en/of
- de curator onjuiste informatie gegeven over de aanwezigheid van contant geld.
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 juli 2016 tot en met 2 mei 2019, Dordrecht en/of Rotterdam en/of Nieuwerkerk aan de IJssel, in elk geval in Nederland, als bestuurder van (een) rechtsperso(o)n(en), te weten [naam post(koerierbedrijf)] en/of [naam transportbedrijf] ., welke rechtsperso(o)n(en) in staat van faillissement is/zijn verklaard, te weten [naam post(koerierbedrijf)] bij vonnis van de rechtbank te Den Haag van 4 oktober 2016 en/of [naam transportbedrijf] bij vonnis van de rechtbank te Rotterdam van 1 november 2016, voor intreding van het faillissement en/of tijdens het faillissement, wetende dat hierdoor een of meer schuldeisers van de rechtspersoon in hun verhaalsmogelijkheden worden benadeeld, enig goed aan de boel heeft onttrokken en/of onttrekt en/of buitensporig middelen van de rechtspersoon heeft verbruikt en/of heeft uitgegeven en/of heeft vervreemd, dan wel hieraan zijn medewerking heeft verleend of daarvoor zijn toestemming heeft gegeven (sub 1 en sub 2), immers heeft hij, verdachte,
een of meer voertuig(en), te weten een bedrijfsauto (merk Daf) met kenteken [kentekennummer 2] en/of een oplegger (merk Van Hool) met kenteken [kentekennummer 3] en/of een oplegger (merk Van Hool) met kenteken [kentekennummer 4] en/of een oplegger (merk Van Hool) met kenteken [kentekennummer 6] en/of een
bedrijfsauto (merk Iveco) met kenteken [kentekennummer 5] en/of een bedrijfsauto (merk Iveco) met kenteken [kentekennummer 9] en/of een bedrijfsauto (merk Iveco) met kenteken [kentekennummer 1] en/of een personenauto (merk Hyundai) met kenteken [kentekennummer 7] en/of een bedrijfsauto (merk Fiat) met kenteken [kentekennummer 8] aan de boedel en/of aan het vermogen van [naam post(koerierbedrijf)] , onttrokken (door wijziging van de tenaamstelling van bovengenoemde voertuigen voor datum van faillissement (DOC-003b, bijlage 3)
en/of
een of meer (contante) geldbedragen, bestaande uit kasgeld en/of remboursgeld (van ongeveer € 20.740,39) aan de boedel en/of aan het vermogen van [naam post(koerierbedrijf)] onttrokken,
en/of
voor de intreding van het faillissement en/of tijdens het faillissement, een van de schuldeisers van de genoemde rechtsperso(o)n(en) op enige wijze wederrechtelijk heeft bevoordeeld en/of bevoordeelt (sub 3), immers heeft hij, verdachte, in of omstreeks de maand september 2016, tenaanzien van de rechtspersoon [naam post(koerierbedrijf)] , een of meer geldbedrag(en) van (in totaal) € 10.752,80 overgemaakt naar [naam accountantskantoor] en/of in of omstreeks de maand oktober 2016, ten aanzien van de rechtspersoon [naam transportbedrijf] , een of meer geldbedrag(en) van (in totaal) € 26.881,30 overgemaakt naar [naam accountantskantoor] .
3.
hij op een of meer momenten in of omstreeks de periode van 1 juli 2016 tot en met 2 mei 2019 te Dordrecht en/of Rotterdam en/of Nieuwerkerk aan de IJssel, in elk geval in Nederland, als bestuurder van een of meerdere rechtsperso(o)n(en), te weten [naam post(koerierbedrijf)] en/of [naam transportbedrijf] ., welke rechtsperso(o)n(en) in staat van faillissement is/zijn verklaard, te weten [naam post(koerierbedrijf)] bij vonnis van de rechtbank te Den Haag van 4 oktober 2016 en/of [naam transportbedrijf] bij vonnis van de rechtbank te Rotterdam van 1 november 2016, (sub 1) desgevraagd opzettelijk niet terstond, overeenkomstig de op hem rustende wettelijke verplichtingen ter zake, een ingevolge de wettelijke verplichtingen gevoerde en bewaarde administratie en de daartoe behorende boeken en/of bescheiden en/of andere gegevensdragers in ongeschonden vorm, zo nodig met de hulpmiddelen om de inhoud binnen redelijke termijn leesbaar te maken, aan de curator heeft verstrekt, en/of
(sub 2) voor en/of tijdens het faillissement van bovengenoemde rechtsperso(o)n(en) opzettelijk niet heeft voldaan aan of heeft bewerkstelligd dat werd voldaan aan de wettelijke verplichting tot het voeren van een administratie en/of het bewaren van de daartoe behorende boeken en/of bescheiden en/of andere gegevensdragers, ten gevolge waarvan de afhandeling werd bemoeilijkt,
immers heeft hij, verdachte,
- geen (volledige) boekhouding en/of administratie gevoerd (onder meer een incomplete crediteuren- en debiteurenadministratie en/of een onvolledige personeelsadministratie) en/of bewaard en/of (desgevraagd) overgelegd aan de curator in het faillissement van bovengenoemde
rechtsperso(o)n(en).