Een en ander leidt tot het volgende oordeel over de verschillende vorderingen van [eiseressen]
Dat aan [naam eiseres 2] enig vorderingsrecht toekomt en waarom is niet toegelicht, zodat de vorderingen van [naam eiseres 2] zullen worden afgewezen.
Vordering I (staken onrechtmatig handelen/verbod ongeoorloofde concurrentie) en vordering II (staken inbreuk auteursrecht) zullen gelet op de hierboven gegeven oordelen slechts ten dele worden toegewezen, zoals in het dictum onder 5.2 vermeld. De rechtbank ziet voldoende aanleiding voor toewijzing van de gevorderde dwangsom maar zal deze, nu zowel de inbreuken als de gevolgen daarvan minder ernstig zijn dan gesteld, tot een lager bedrag en lager maximum toewijzen.
Vordering III (verwijderen foto’s) zal worden afgewezen nu deze is gegrond op de verworpen stelling dat [naam eiseres 3] auteursrecht heeft op de foto’s.
Vordering IV (schadevergoeding) zal worden afgewezen nu onvoldoende is gesteld of gebleken dat [eiseressen] concreet schade heeft geleden.
Vordering V (verklaring voor recht en schadevergoeding) zal op dezelfde grond worden afgewezen voor zover deze strekt tot schadevergoeding. Voor zover deze vordering strekt tot een verklaring voor recht dat [naam gedaagde] onrechtmatig heeft gehandeld, zal deze worden afgewezen omdat een voldoende belang daarbij niet is gesteld of gebleken. Tot schadevergoeding kan een dergelijke verklaring voor recht niet meer leiden. Deze kan, naar het de rechtbank voorkomt, alleen nog dienen om daarover mededelingen aan derden te doen, hetgeen de rechtbank uiteindelijk schadelijk acht voor de reputatie van alle betrokkenen aan beide zijden en waardoor het nog langer zal duren tot partijen hun conflict achter zich kunnen laten.
Vordering VI (rectificatie) zal op dezelfde gronden worden afgewezen. De rechtbank oordeelt weliswaar dat [naam gedaagde] misleidende mededelingen heeft gedaan, ofwel opzettelijk ofwel bij vergissing ofwel op grond van een te ruime opvatting van wat onder ‘verkopen’ mag worden verstaan, maar vindt het gebeurde - mede gelet op de beperkte bezoekersaantallen van de website en het niet blijken van concrete schade - onvoldoende ernstig om een plicht tot rectificatie op te leggen.