2 De tenlastelegging
De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat [medeverdachte] B.V. opzettelijk onjuiste omzetbelastingaangiften heeft ingediend (feit 1) en een groot aantal facturen heeft vervalst en de bedrijfsadministratie valselijk heeft opgemaakt (feit 2), waaraan verdachte feitelijke leiding heeft gegeven (primair) of als medepleger bij betrokken is (subsidiair).
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1
[medeverdachte] B.V. (tot 21 december 2020 genaamd [bedrijf 2] B.V.) (als deel van een fiscale eenheid voor de omzetbelasting) op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 27 april 2017 tot en met 25 juli 2020 te Hengelo in de gemeenten Bronckhorst en/of Apeldoorn, in elk geval in Nederland,
(telkens) opzettelijk veertien (zie DOC-079), in elk geval één of meerdere, bij de belastingwet voorziene aangiften, als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten één of meerdere (digitale) aangiften voor de omzetbelasting ten name van de fiscale eenheid [bedrijf 3] B.V./ [medeverdachte] B.V. over:
a. het eerste kwartaal 2017 (zie DOC-178, p. 3);
b. het tweede kwartaal 2017 (zie DOC-178, p. 5);
c. het derde kwartaal 2017 (zie DOC-178, p. 7);
d. het vierde kwartaal 2017 (zie DOC-178, p. 9);
e. het eerste kwartaal 2018 (zie DOC-036, p. 5);
f. het tweede kwartaal 2018 (zie DOC-036, p. 8);
g. het derde kwartaal 2018 (zie DOC-036, p. 11);
h. het vierde kwartaal 2018 (zie DOC-036, p. 14);
i. het eerste kwartaal 2019 (zie DOC-036, p. 17);
j. het tweede kwartaal 2019 (zie DOC-036, p. 20);
k. het derde kwartaal 2019 (zie DOC-036, p. 23);
l. het vierde kwartaal 2019 (zie DOC-036, p. 26);
m. het eerste kwartaal 2020 (zie DOC-036, p. 29), en/of
n. het tweede kwartaal 2020 (zie DOC-036, p. 32),
(telkens) onjuist en/of onvolledig heeft gedaan en/of heeft doen/laten doen,
terwijl dat feit (telkens) ertoe strekte dat te weinig belasting werd geheven,
tot het plegen van welke bovenomschreven strafbare feiten verdachte (telkens) opdracht heeft gegeven, en/of aan welke bovenomschreven verboden gedragingen verdachte feitelijke leiding heeft gegeven;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 27 april 2017 tot en met 25 juli 2020 te Hengelo in de gemeenten Bronckhorst en/of Apeldoorn, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met één of meer anderen en/of alleen, in elk geval met [medeverdachte]
B.V. (tot 21 december 2020 genaamd [bedrijf 2] B.V.),
(telkens) opzettelijk veertien (zie DOC-079), in elk geval één of meerdere, bij de belastingwet voorziene aangiften, als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten één of meerdere (digitale) aangiften voor de omzetbelasting ten name van de fiscale eenheid [bedrijf 3] B.V./ [medeverdachte] B.V. over:
a. het eerste kwartaal 2017 (zie DOC-178, p. 3);
b. het tweede kwartaal 2017 (zie DOC-178, p. 5);
a. het eerste kwartaal 2017 (zie DOC-178, p. 3);
b. het tweede kwartaal 2017 (zie DOC-178, p. 5);
c. het derde kwartaal 2017 (zie DOC-178, p. 7);
d. het vierde kwartaal 2017 (zie DOC-178, p. 9);
e. het eerste kwartaal 2018 (zie DOC-036, p. 5);
f. het tweede kwartaal 2018 (zie DOC-036, p. 8);
g. het derde kwartaal 2018 (zie DOC-036, p. 11);
h. het vierde kwartaal 2018 (zie DOC-036, p. 14);
i. het eerste kwartaal 2019 (zie DOC-036, p. 17);
j. het tweede kwartaal 2019 (zie DOC-036, p. 20);
k. het derde kwartaal 2019 (zie DOC-036, p. 23);
l. het vierde kwartaal 2019 (zie DOC-036, p. 26);
m. het eerste kwartaal 2020 (zie DOC-036, p. 29), en/of
n. het tweede kwartaal 2020 (zie DOC-036, p. 32),
(telkens) onjuist en/of onvolledig heeft gedaan en/of heeft doen/laten doen,
terwijl dat feit (telkens) ertoe strekte dat te weinig belasting werd geheven;
2
[medeverdachte] B.V. (tot 21 december 2020 genaamd [bedrijf 2] B.V.) op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2017 tot en met 31 juli 2020 te Hengelo in de gemeente Bronckhorst, in elk geval in Nederland,
een (groot) aantal, in elk geval één of meer, geschriften die bestemd zijn om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten 1.067 facturen (zie ZD-001-01, p. 5), waaronder:
a. een factuur dd. 30 januari 2017 gericht aan [bedrijf 4] (zie DOC-074-02);
b. een factuur dd. 16 juni 2017 gericht aan [bedrijf 4] (zie DOC-081-02);
c. een factuur dd. 21 juni 2017 gericht aan [bedrijf 5] (zie DOC-117-02);
d. een factuur dd. 16 augustus 2017 gericht aan [bedrijf 5] (zie DOC-120-02);
e. een factuur dd. 29 november 2017 gericht aan [bedrijf 6] (zie DOC-196-02), en/of
f. een factuur dd. 27 maart 2018 gericht aan [bedrijf 7] (zie DOC-166-04);
g. een factuur dd. 27 maart 2018 gericht aan [bedrijf 8] (zie DOC-063-04);
h. een factuur dd. 1 mei 2018 gericht aan [bedrijf 5] (zie DOC-121-04);
i. een factuur dd. 20 juli 2018 gericht aan [bedrijf 7] (zie DOC-168-04);
j. een factuur dd. 8 november 2018 gericht aan [bedrijf 9] (zie DOC-061-04);
k. een factuur dd. 22 november 2018 gericht aan [bedrijf 6] (zie DOC-203-04);
l. een factuur dd. 19 februari 2019 gericht aan [bedrijf 4] (zie DOC-110-03);3 van 4
m. een factuur dd. 1 mei 2019 gericht aan [bedrijf 10] (zie DOC-222-02);
n. een factuur dd. 4 september 2019 gericht aan [bedrijf 7] (zie DOC-
174-02);
o. een factuur dd. 4 november 2019 gericht aan [bedrijf 11] BV (zie DOC-160-02);
p. een factuur dd. 20 februari 2020 gericht aan [bedrijf 4] (zie DOC-114-02),
en/of
q. een factuur dd. 20 april 2020 gericht aan [bedrijf 11] BV (zie DOC-163-03),
r.(een deel van) de (bedrijfs)administratie van [medeverdachte] B.V. (tot 21 december 2020
genaamd [bedrijf 2] B.V.), zijnde een samenstel van geschriften,
valselijk heeft opgemaakt of vervalst of valselijk heeft (doen) laten opmaken of doen of laten
vervalsen, met het oogmerk om die facturen en/of administratie als echt en onvervalst te
gebruiken of door anderen te doen gebruiken, bestaande die valsheid hierin dat:
op één of meerdere van die facturen terzake verkoop en/of levering van goederen en/of diensten de BTW ten onrechte als ‘verlegd’ stond opgenomen, op één of meer (credit)facturen de BTW ten onrechte met verlaagd tarief (6%, danwel 9% vanaf 2019) stond opgenomen en/of de BTW ten onrechte met algemeen tarief (21%) stond opgenomen en/of vermeld en/of een onjuiste omschrijving van de verkoop/diensten stond opgenomen en/of vermeld,
en/of die valse/vervalste facturen (vervolgens) zijn opgenomen in die (bedrijfs)administratie,
dat (telkens) met het oogmerk om die geschriften en/of die (bedrijfs)administratie als echt en
onvervalst te gebruiken,
tot het plegen van welke bovenomschreven strafbare feiten verdachte (telkens) opdracht heeft gegeven, en/of aan welke bovenomschreven verboden gedragingen verdachte feitelijke leiding heeft gegeven;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2017 tot en met 31 juli 2020 te Hengelo in de gemeente Bronckhorst, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met één of meer anderen en/of alleen, in elk geval met [medeverdachte]
B.V. (tot 21 december 2020 genaamd [bedrijf 2] B.V.),
een (groot) aantal, althans één of meer, geschriften die bestemd zijn om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten 1.067 facturen (zie ZD-001-01, p. 5), waaronder:
a. een factuur dd. 30 januari 2017 gericht aan [bedrijf 4] (zie DOC-074-02);
b. een factuur dd. 16 juni 2017 gericht aan [bedrijf 4] (zie DOC-081-02);
c. een factuur dd. 21 juni 2017 gericht aan [bedrijf 5] (zie DOC-117-02);
d. een factuur dd. 16 augustus 2017 gericht aan [bedrijf 5] (zie DOC-120-02);
e. een factuur dd. 29 november 2017 gericht aan [bedrijf 6] (zie DOC-196-02), en/of
f. een factuur dd. 27 maart 2018 gericht aan [bedrijf 7] (zie DOC-166-04);
g. een factuur dd. 27 maart 2018 gericht aan [bedrijf 8] (zie DOC-063-04);
h. een factuur dd. 1 mei 2018 gericht aan [bedrijf 5] (zie DOC-121-04);
i. een factuur dd. 20 juli 2018 gericht aan [bedrijf 7] (zie DOC-168-04);
j. een factuur dd. 8 november 2018 gericht aan [bedrijf 9] (zie DOC-061-04);
k. een factuur dd. 22 november 2018 gericht aan [bedrijf 6] (zie DOC-203-04);
l. een factuur dd. 19 februari 2019 gericht aan [bedrijf 4] (zie DOC-110-03);
m. een factuur dd. 1 mei 2019 gericht aan [bedrijf 10] (zie DOC-222-02);n. een factuur dd. 4 september 2019 gericht aan [bedrijf 7] (zie DOC-
174-02);
o. een factuur dd. 4 november 2019 gericht aan [bedrijf 11] BV (zie DOC-160-02);
p. een factuur dd. 20 februari 2020 gericht aan [bedrijf 4] (zie DOC-114-02),
en/of
q. een factuur dd. 20 april 2020 gericht aan [bedrijf 11] BV (zie DOC-163-03),
r.(een deel van) de (bedrijfs)administratie van [medeverdachte] B.V. (tot 21 december 2020
genaamd [bedrijf 2] B.V.), zijnde een samenstel van geschriften,
valselijk heeft opgemaakt of vervalst of valselijk heeft (doen) laten opmaken of doen of laten
vervalsen, met het oogmerk om die facturen en/of administratie als echt en onvervalst te
gebruiken of door anderen te doen gebruiken, bestaande die valsheid hierin dat:
op één of meerdere van die facturen terzake verkoop en/of levering van goederen en/of diensten de BTW ten onrechte als ‘verlegd’ stond opgenomen, op één of meer (credit)facturen de BTW ten onrechte met verlaagd tarief (6%, danwel 9% vanaf 2019) stond opgenomen en/of de BTW ten onrechte met algemeen tarief (21%) stond opgenomen en/of vermeld en/of een onjuiste omschrijving van de verkoop/diensten stond opgenomen en/of vermeld, en/of die valse/vervalste facturen (vervolgens) zijn opgenomen in die (bedrijfs)administratie, dat (telkens) met het oogmerk om die geschriften en/of die (bedrijfs)administratie als echt en onvervalst te gebruiken;
10 De beslissing
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1
het misdrijf: feitelijke leiding geven aan het door een rechtspersoon begaan van opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist of onvolledig doen, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, meermalen gepleegd;
feit 2
het misdrijf: feitelijke leiding geven aan het door een rechtspersoon begaan van valsheid in geschrift, meermalen gepleegd.
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezen verklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden;
- bepaalt dat deze gevangenisstraf in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de proeftijd van 3 (drie) jaren de navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als algemene voorwaarde dat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- veroordeelt de verdachte tot een taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van 360 (driehonderdzestig) uren;
- beveelt, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 180 (honderdtachtig) dagen;
- veroordeelt de verdachte tot betaling van een geldboete van € 15.000,-- (vijftienduizend euro);
- beveelt dat bij niet volledige betaling en verhaal van de geldboete vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 110 (honderdtien) dagen;
- bepaalt dat de geldboete mag worden voldaan in drie tweemaandelijkse termijnen van elk € 5.000,--.
Dit vonnis is gewezen door mr. H. Manuel, voorzitter, mr. D. ten Boer en mr. J.T. Pouw, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.P. Ponsteen, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 12 februari 2024.