2.3.
Op 21 oktober 2019 is [verweerster 7:681 BW/verzoekster 7:677 lid 2 BW] gebeld door mevrouw [naam medewerkster VGZ] , medewerkster veiligheidszaken bij zorgverzekeraar VGZ (verder te noemen: [naam medewerkster VGZ] ) met de boodschap dat zij een aantal declaraties, die op naam van [verzoekster 7:681 BW/verweerster 7:677 lid 2 BW] zijn gedaan, in onderzoek heeft. [naam medewerkster VGZ] heeft [verweerster 7:681 BW/verzoekster 7:677 lid 2 BW] diezelfde dag de nota’s die aanleiding waren voor het onderzoek van VGZ toegemaild. Het betreft zes nota’s – op briefpapier van [verweerster 7:681 BW/verzoekster 7:677 lid 2 BW] en op naam van [verzoekster 7:681 BW/verweerster 7:677 lid 2 BW] – met een totaalbedrag van € 372,38.
2.6.
Bij e-mail van 28 oktober 2019 bevestigt [verweerster 7:681 BW/verzoekster 7:677 lid 2 BW] aan [verzoekster 7:681 BW/verweerster 7:677 lid 2 BW] dat zij met elkaar hebben gesproken over de melding van VGZ. [verweerster 7:681 BW/verzoekster 7:677 lid 2 BW] schrijft, onder andere:
“Omdat de donderdag bepaald chaotisch verliep, de vrijdag heilige oppasdag is en zaterdag een reisdag, pas nu de reactie op je appje, waarin je aangeeft dat er €372 aan je overgemaakt is. Waar je bang voor was is uitgekomen.
Daar verbinden wij echter nog helemaal geen conclusies aan, omdat er nog een aantal vraagtekens zijn die we de vgz mevrouw willen voorleggen en waarvoor we medicom [opmerking kantonrechter: het geautomatiseerde huisartseninformatiesysteem] nodig hebben.
Dat zal dus ook pas ná de vakantie lukken. En dan ook nog niet de eerste dag…
We gaan ook nog eens goed kijken naar de datums van de verrichtingen en beraden ons op een antwoord op de eerste herinneringsmail van vgz. (…)”
2.9.
[verweerster 7:681 BW/verzoekster 7:677 lid 2 BW] heeft het ontslag op staande voet in een (ongedateerde) brief aan [verzoekster 7:681 BW/verweerster 7:677 lid 2 BW] bevestigd. Zij schrijft, onder andere:
“Zoals mondeling medegedeeld, bevestigen wij bij deze dat wij jou gisteravond, 6 november 2019, op staande voet hebben ontslagen.
Aanleiding voor dit ontslag is de mededeling van 21 oktober jl. van VGZ, inhoudende dat een vermoeden bestaat dat door jou (verzekerings)fraude is gepleegd met onze praktijkgegevens, namelijk met diverse op jouw naam staande nota’s van onze praktijk.
Op 22 en 23 oktober jl. hebben wij hierover met jou gesproken. Omdat jij aangaf hiervan niets te weten en toen ook niet duidelijk was wat er nu precies gebeurd is, hebben wij afgesproken dat wij een en ander zullen gaan onderzoeken bij VGZ en via Medicom. Jij gaf toen aan aangifte bij de politie te zullen doen.
Vast staat in ieder geval dat:
- zes (6) valse nota’s op jouw naam zijn opgesteld, in die zin dat deze niet in het kader van de praktijkoefening zijn opgesteld, deze, anders dan vermeld, niet door mij, [naam huisarts] , zijn opgesteld, de op de nota’s vermelde 11 consulten niet hebben plaatsgevonden, de facturen voorzien zijn van een valse handtekening en de op de nota’s vermelde bedragen ook nimmer aan de praktijk zijn voldaan
- met behulp van de hierboven vermelde valse nota’s (verzekerings)fraude is gepleegd, in die zin dat de valse nota’s via jouw eigen account bij IZZ (= via “Mijn IZZ”) zijn gedeclareerd bij IZZ, zijnde jouw zorgverzekeraar, die de gedeclareerde nota’s vervolgens aan jou heeft vergoed;
- nader onderzoek heeft uitgewezen dat naast de onderhavige nota’s er geen andere, zogenaamd van onze praktijk afkomstige, valse nota’s zijn ingediend bij IZZ;
- 29 consulten, waaronder de bovenvermelde consulten, zijn ingevoerd in het patiëntenadministratiesysteem van onze praktijk, net als 7 posten hechtmaterialen, terwijl geen van de consulten heeft plaatsgevonden en geen van de hechtmaterialen zijn geleverd;
In het gesprek van gisteren, 6 november 2019, heb je opnieuw aangevoerd dat je niet weet hoe een en ander gekomen is en dat volgens jou sprake moet zijn van identiteitsfraude.
We hebben aangegeven jou visie op het gebeurde niet te kunnen geloven. Jouw lezing dat je nergens van af weet, is volstrekt ongeloofwaardig. Alles wijst er namelijk op dat jij een en ander gedaan hebt. Daarbij betrekken we ook dat je hebt aangegeven dat exact dezelfde werkwijze is toegepast met vals opgemaakte nota’s van jouw andere werkgever, de dokterspost, en dit over een periode van circa 5 jaar. Dat iemand anders de verschillende onderdelen van de bovenvermelde werkwijze heeft verricht, en dat bovendien gedurende een lange periode van tijd, is volstrekt ongeloofwaardig.
De hierboven vermelde gedragingen vormen zowel op zichzelf, alsmede in onderling verband bezien een dringende reden om de arbeidsovereenkomst per direct te beëindigen.
Als huisartsenpraktijk en werkgever moeten wij volledig kunnen vertrouwen op een werknemer. Dit geldt temeer daar je een verantwoordelijke functie binnen onze praktijk had.
Doordat middels kunstgrepen opgemaakte valse nota’s, zogenaamd van onze praktijk, (verzekerings)fraude is gepleegd, waarvan jij hebt geprofiteerd, heb je het in jou gestelde vertrouwen zeer ernstig beschadigd en kunnen wij jou daarom niet meer vertrouwen. Van ons kan gezien deze conclusie niet verlangd worden dat we de arbeidsrelatie nog langer laten voortduren.”