Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBNNE:2025:1034

Rechtbank Noord-Nederland
20-03-2025
26-03-2025
LEE 24/1220
Belastingrecht
Eerste aanleg - enkelvoudig

Deze uitspraak gaat over veergelden. Eiser komt op tegen de omzetbelasting die over de veergelden is geheven. De rechtbank oordeelt dat er voor eiser geen mogelijkheid is om ter zake van de over de veergelden berekende omzetbelasting in beroep te gaan.

Rechtspraak.nl
Viditax (FutD) 2025032703
V-N Vandaag 2025/620
FutD 2025-0690
NLF 2025/0731

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Leeuwarden

Bestuursrecht

zaaknummer: LEE 24/1220


uitspraak van de enkelvoudige belastingkamer van 20 maart 2025 in de zaak tussen


[eiser] , uit [woonplaats] , eiser

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Leeuwarden, de heffingsambtenaar

(gemachtigde: [naam 1] ).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 21 december 2023.

1.1.

De heffingsambtenaar heeft aan eiser voor het jaar 2023 een aanslag veergelden opgelegd van € 497,95.

1.2.

De heffingsambtenaar heeft het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.

1.3.

De heffingsambtenaar heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.

1.4.

De heffingsambtenaar heeft een nader stuk ingediend.

1.5.

De rechtbank heeft het beroep op 5 maart 2025 op zitting behandeld. Hieraan heeft deelgenomen: de gemachtigde van de heffingsambtenaar. Eiser is - zonder bericht van verhindering - niet op zitting verschenen. Eiser procedeert vrijwillig digitaal bij de rechtbank. De griffier van de rechtbank heeft op 31 december 2024 in het digitale dossier van eiser een bericht geplaatst waarbij eiser onder vermelding van tijd en plaats is uitgenodigd voor de mondelinge behandeling van de zitting op 5 maart 2025. Van de vrijgave van dit bericht in het digitale dossier is op hetzelfde tijdstip een geautomatiseerd notificatiebericht gestuurd aan het door eiser voor dit doel opgegeven e-mailadres. Op grond hiervan neemt de rechtbank aan dat eiser op 31 december 2024 de uitnodiging voor de zitting heeft ontvangen. Eiser is dus tijdig en op de juiste wijze uitgenodigd om op de zitting te verschijnen.

Feiten

2.1.

Eiser heeft voor 2023 een jaarabonnement aangevraagd voor Veerpont ‘De Burd’ in Grou (gemeente Leeuwarden).

2.2.

Ter zake van het jaarabonnement heeft de heffingsambtenaar op grond van de ‘Verordening Veergelden pont de Burd gemeente Leeuwarden 2023’ (hierna: de Verordening) aan eiser een aanslag veergelden opgelegd.

2.3.

De veergelden zijn geheven middels uitreiking van een factuur aan eiser. Op de factuur staat vermeld dat het bedrag van de veergelden € 497,95 bedraagt. Verder staat op de factuur een bedrag aan omzetbelasting van € 104,56 vermeld.

Beoordeling door de rechtbank

3. De rechtbank beoordeelt de of de heffingsambtenaar terecht en tot het juiste bedrag veergelden heeft geheven. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiser.

4. De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar terecht en tot het juiste bedrag veergelden heeft geheven. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.

Beroep tegen op factuur vermelde omzetbelasting

5. De beroepsgronden van eiser richten zich enkel tegen de omzetbelasting die door de heffingsambtenaar in rekening is gebracht ter zake van de aanslag veergelden. De aanslag veergelden is enkel een besluit van de heffingsambtenaar voor zover het om de veergelden gaat. Dit betekent dat de rechtbank in dit beroep ook alleen een oordeel kan geven over de juistheid van de aanslag veergelden en niet over de met die aanslag in rekening gebrachte omzetbelasting. Ter zake van de omzetbelasting is de heffingsambtenaar namelijk niet de heffende instantie. Dat is de inspecteur van de Belastingdienst. De aanslag veergelden is in die zin niet anders dan elke andere factuur waarop omzetbelasting in rekening is gebracht. Voor een dergelijke factuur geldt dat degene op wiens naam de factuur is gesteld ook geen beroep kan instellen bij de belastingrechter over de hoogte van de op de factuur vermelde omzetbelasting. Dat de omzetbelasting ook in de Verordening is vermeld maakt dit niet anders.

6. Omdat eiser enkel gronden heeft aangevoerd ten aanzien van de omzetbelasting brengt het voorgaande met zich mee dat het beroep tegen de aanslag veergelden ongegrond is.

Omzetbelasting over aanslag veergelden

7. De rechtbank overweegt ten overvloede dat, anders dan eiser stelt, het in rekening brengen van omzetbelasting over (een aanslag) veergelden juist is. Dit omdat – kortgezegd – de gemeente in dit verband aan eiser een dienst verricht die geen specifieke overheidstaak behelst. Voor veerdiensten geldt dan wel het verlaagde tarief van 9%.1 Dat het verlaagde tarief van toepassing is heeft de heffingsambtenaar inmiddels ook erkend. De heffingsambtenaar heeft toegezegd de teveel in rekening gebrachte omzetbelasting aan eiser terug te betalen.

Conclusie en gevolgen

8. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat de aanslag veergelden in stand blijft. De heffingsambtenaar heeft wel toegezegd het griffierecht aan eiser te vergoeden. De rechtbank zal overeenkomstig oordelen. Voor een proceskostenvergoeding bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank:

- verklaart het beroep ongegrond;

- bepaalt dat de heffingsambtenaar het griffierecht van € 51 aan eiser moet vergoeden.

Deze uitspraak is gedaan door mr. R.R. van der Heide, rechter, in aanwezigheid van mr. J.P. Raateland, griffier. Uitgesproken in het openbaar op 20 maart 2025.

w.g. griffier

w.g. rechter

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.

Digitaal hoger beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (belastingkamer), Locatie Arnhem, Postbus 9030, 6800 EM Arnhem.

Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

1 Zie Tabel I, onderdeel b, nummer 9, bij de Wet op de omzetbelasting 1968.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.