Indien het gehuurde zelfstandige woonruimte met een geliberaliseerde huurprijs voor woonruimte betreft, is artikel 5.2 van deze huurovereenkomst en artikel 16 van de algemene bepalingen niet van toepassing en geldt het volgende:
I. Verhuurder en huurder komen overeen dat de huurprijs voor gehuurde zelfstandige woonruimte met een geliberaliseerde huurprijs voor het eerst per 1 juli 2022 en vervolgens jaarlijks per 1 juli wordt verhoogd overeenkomstig de in sub II vastgestelde indexeringsclausule. Het in artikel 5.1 van deze huurovereenkomst gestelde is op deze overeenkomst niet van toepassing.
II. De jaarlijkse huurprijswijziging vindt plaats op basis van de wijziging van het maandprijsindexcijfer volgens de consumentenprijsindex (CPI), reeks CPI-alle huishoudens op de meest recente tijdsbasis vastgesteld, gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS);
De gewijzigde huurprijs wordt berekend volgens de formule:
de gewijzigde huurprijs is gelijk aan de tot de datum van aanpassing geldende huurprijs, vermenigvuldigd met het indexcijfer van de maand februari voorafgaande aan de maand juli waarin de huurprijs wordt aangepast, gedeeld door het indexcijfer van de maand februari van het jaar daarvoor.
III. Indien de aanpassing zou leiden tot een lagere huurprijs dan de laatstgeldende, wordt de laatstgeldende huurprijs niet gewijzigd. Die laatstgeldende huurprijs blijft ongewijzigd, totdat bij een volgende indexering het indexcijfer van de maand februari, die ligt in het jaar waarin de huurprijs wordt aangepast, hoger is da het indexcijfer van de maand februari, die ligt voor de maand juli waarin de laatste huurprijsaanpassing heeft plaatsgevonden. Alsdan worden bij die huurprijswijzigingen de indexcijfers van de in de vorige zin bedoelde maanden gehanteerd.
IV. Indien het CBS de bekendmaking van bedoeld prijsindexcijfer staakt, of de basis van berekening daarvan wijzigt, zal een zoveel mogelijk aangepast of vergelijkbaar indexcijfer worden gehanteerd en kan bij verschil van mening hieromtrent door de meest gerede partij aan de directeur van het CBS een uitspraak worden gevraagd die voor partijen bindend is. De eventueel hieraan verbonden kosten worden door partijen elk voor de helft gedragen.
V. De huurprijsaanpassingen gelden ook indien van de wijziging aan de huurder geen of niet tijdig voor de ingangsdatum van de huurprijsaanpassing een afzonderlijke mededeling wordt gedaan.
VI. De verhuurder is gerechtigd om jaarlijks de huurprijs, naast de aanpassing overeenkomstig voormelde indexclausule, daarenboven te verhogen met maximaal 3 (drie) procespunten.
VII. Zowel de huurder als de verhuurder is bevoegd om telkens wanner vijf jaren zijn verstreken sinds de datum met ingang waarvan de huurovereenkomst is aangegaan en binnen welke periode zich geen andere huurprijsaanpassingen hebben voorgedaan dan die als omschreven in sub I t/m VI van deze bijzondere bepaling, per de eerstvolgende 1 juli herziening van de huurprijs voor te stellen door middel van aanpassing van de huurprijs aan de ontwikkelingen van de markthuurprijs, met inachtneming van sub VIII van deze bijzondere bepaling.
VIII. Indien een partij die op grond van sub VII van deze bijzondere bepaling de bevoegdheid heeft om aanpassing van de huurprijs voor te stellen in verband met de ontwikkelingen in de markt en van deze bevoegdheid gebruik wil maken, dient deze partij de andere partij daarvan schriftelijk in kennis te stellen uiterlijk drie maanden voor de datum waarop de herziene huurprijs zal moeten ingaan. Wanneer partijen binnen zes weken na ontvangst van de kennisgeving als bovenbedoeld niet tot overeenstemming zijn gekomen, heeft ieder der partijen het recht om de huurovereenkomst op te zeggen met inachtneming van het recht daaromtrent bepaalde in de wet en in de huurovereenkomst.