Kurtulmus hebben naar aanleiding van bovenstaande vragen – samengevat - de volgende toelichting gegeven.
Op 21 september 2022 heeft [bedrijf] in opdracht van [eisers] een dakinspectie uitgevoerd, omdat zij graag zonnepanelen wilden laten plaatsen en het dak daarvoor eerst door een dakdekker bekeken moest worden. Uit die inspectie is gebleken dat het dak dusdanig slecht was dat het noodzakelijk was het dak direct te vervangen. Direct herstel was volgens [bedrijf] nodig omdat er zichtbare lekkage aanwezig was, waardoor bij een volgende regenbui flinke schade zou ontstaan. [eisers] verwijzen in dat verband naar een verklaring van [bedrijf] gedateerd op 29 september 2023 (bijlage 1).
Voor wat betreft de vraag wanneer lekkage heeft plaatsgevonden hebben [eisers] toegelicht dat uit de verklaring van [bedrijf] blijkt dat al enkele jaren sprake was van lekkages.
De herstelwerkzaamheden zijn op 23 september 2022 uitgevoerd. De factuur daarvoor (ad € 7.096,59) d.d. 10 mei 2024 is als bijlage 2 overgelegd. Dat de factuur is gedateerd op 10 mei 2024 heeft volgens [eisers] te maken met het feit dat de herstelwerkzaamheden enige tijd geleden zijn uitgevoerd waardoor ze de oude factuur niet konden toesturen.
De opname door CED heeft plaatsgevonden nadat de herstelwerkzaamheden waren uitgevoerd. CED heeft zich gebaseerd op aangeleverde stukken (foto’s van het dak en de offerte). Het herstel van de schade in huis had op dat moment nog niet plaatsgevonden, waardoor de expert deze zelf heeft kunnen beoordelen en de conclusie heeft kunnen trekken dat de schade afkomstig was door de schade aan het dak. [eisers] hebben als bijlage 7 een e-mail van verzekeraar ING overgelegd, waaruit volgt dat de verzekeraar niet tot uitkering is overgegaan, omdat de schade al was ontstaan (ruim) voordat [eisers] bij ING verzekerd waren.
Ten aanzien van de ingebrekestelling hebben [eisers] naar voren gebracht dat zij op 22 september 2022 aan de makelaar hebben gemeld dat ze schade aan het dak hadden, maar dat de makelaar hen vertelde dat [gedaagden] met vakantie waren en 26 september 2022 weer terug zouden zijn. Op 26 september 2022 is er contact geweest met [gedaagden] Zij zijn toen aansprakelijk gesteld (zoals ook blijkt uit de brief van hun advocaat van 10 oktober 2022) en er is geprobeerd er samen uit te komen, maar dat is niet gelukt.
Voor wat betreft de gevorderde schade-omvang hebben [eisers] toegelicht dat zij geen rekening hebben gehouden met ‘nieuw voor oud’, omdat het dak maar zo’n 6 a 7 jaar is meegegaan (uitgaande van vervanging van het dak in 2009 en ontstaan van de schade 4 a 5 jaar geleden), terwijl een bitumen dak ruim 20 jaar mee zou moeten gaan.
Verweer [gedaagden]