De [X] verweert zich tegen het verzoek en stelt dat de verzochte ontbinding moet worden afgewezen. Hij voert daartoe – samengevat – het volgende aan.
[X] is per 8 januari 2016 vrijgesteld van werk wegens boventalligheid, maar hij twijfelt aan de juistheid van de reden hiervan. De afdeling Communicatie zou zijn opgeheven, maar is nog altijd actief.
[X] heeft sinds eind 2015 een relatie met [X1] en woont met haar samen. [x1] is aandeelhouder/bestuurder van InzetWerkt B.V., een onderneming die zich richt op arbeidsbemiddeling en uitzendwerk. InzetWerkt is ontstaan uit een initiatief van Ondernemend Alkmaar en WNK Bedrijven. In 2014 is het bedrijf verzelfstandigd en heeft [x1] de aandelen overgenomen.
Toen [X] thuis kwam te zitten, heeft [x1] gevraagd of hij haar wilde helpen. Gedurende een aantal maanden heeft hij [x1] geholpen met het doorvoeren van een professionaliseringsslag. Dit was vrijwillig om zijn vriendin te helpen en bovendien onbezoldigd. Hij heeft zijn verplichtingen uit hoofde van het VWNW-traject nooit verzaakt.
Bij InzetWerkt was ook werkzaam een mw. [Z] . Met haar was er een arbeidsconflict. Omdat mw. [Z] [x1] verbaal de baas is, heeft [x1] gevraagd of [X] het gesprek met [Z] wilde voeren. Uiteindelijk heeft InzetWerkt een ontbindingsverzoek ingediend tegen [Z] , welk verzoek is ingetrokken omdat [Z] ziek werd. Van haar kant heeft [Z] een kortgedingprocedure tegen InzetWerkt aangespannen tot doorbetaling van loon. Zonder toestemming heeft [Z] stukken uit de procedure ter beschikking gesteld aan WNK en ook heeft zij een vertrouwelijk gesprek opgenomen tussen haar en [X] . WNK baseert haar verzoek op de informatie die zij van mw. [Z] heeft ontvangen.
Ook al heeft [X] zijn partner onbezoldigd geholpen, hij heeft zich aan al zijn verplichting uit het VWNW-traject gehouden. Toen aan [X] werd gevraagd of hij neveninkomsten had en/of een eigen bedrijf was begonnen, heeft hij daarop naar waarheid geantwoord dat hij een eenmanszaak had ingeschreven in het handelsregister. Over neveninkomsten heeft [X] niet gerept, omdat hij deze niet heeft. WNK blaast de zaak ontzettend op, terwijl zij geen reëel belang heeft bij haar ontbindingsverzoek. Er is geen sprake van concurrerende werkzaamheden, omdat WNK opdrachtgever van InzetWerkt is. Ook heeft [X] niet hoeven begrijpen dat de werkzaamheden die hij ten behoeven van zijn vriendin voor InzetWerkt verrichtte door WNK als ontoelaatbaar gedrag zouden worden beschouwd.
Volgens [X] wil WNK de arbeidsovereenkomst vroegtijdig beëindigen om zodoende 16 maanden salaris uit te sparen.