RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Afdeling Privaatrecht
Sectie Kanton - locatie Haarlem
zaak/rolnr.: 557638 \ CV EXPL 12-6385
datum uitspraak: 14 maart 2013
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
inzake
de besloten vennootschap Medusoft B.V.
te Haarlem
eisende partij
hierna te noemen Medusoft
gemachtigde mr. E.A.Th. den Haan-van Wijk
tegen
1. [gedaagde 1]
te [woonplaats]
gedaagde partij
hierna te noemen [gedaagde 1]
2. [gedaagde 2]
te [woonplaats]
gedaagde partij
hierna te noemen [gedaagde 2]
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Lisense IT B.V.
te Heemskerk
gedaagde partij
hierna te noemen Lisense IT
gemachtigde voor alle gedaagde partijen mr. M.C.A. van Heek
De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 27 april 2012, met producties,
- de conclusie van antwoord, met producties,
- de door de kantonrechter tussen partijen gegeven en op 22 augustus 2012 uitgesproken rolbeschikking,
- de conclusie van repliek, met producties,
- de conclusie van dupliek.
De feiten
a. Medusoft, opgericht op 24 april 2006, is een onderneming die zich bezighoudt met ICT-security. Daartoe verhandelt zij met name McAfee, NOD32 en G-data-licenties, voornamelijk gericht op de beveiliging van werkplekken. Daarnaast levert Medusoft hardware, advies en technische ondersteuning aan haar klanten.
b. [gedaagde 2] is op 4 februari 2008 als Account Manager in dienst getreden van Medusoft.
c. [gedaagde 1] is op 3 april 2009 als Account Manager in dienst getreden van Medusoft.
d. De arbeidsovereenkomsten met [gedaagde 1] en [gedaagde 2] bevatten geen concurrentiebeding.
e. De tussen Medusoft en [gedaagde 2] gesloten arbeidsovereenkomst bevat onder meer de volgende bepalingen:
“15. Geheimhouding
De werknemer erkent dat hem door de werkgever geheimhouding is opgelegd van alle aangelegenheden betreffende of verband houdende met het bedrijf van de werkgever. Het is de werknemer verboden, zowel gedurende de dienstbetrekking als na beëindiging hiervan, op enigerlei wijze aan derden, direct of indirect, in welke vorm dan ook en op welke wijze dan ook, enige mededeling te doen van of aangaande enige bijzonderheid of enige bijzonderheden of aangelegenheden welke het bedrijf van de werkgever betreffen of daarmee verband houden, waaronder mede wordt begrepen alle informatie betreffende klanten van de werkgever.
16. Boete
Indien de werknemer het bepaalde in het voorgaande artikel overtreedt en/of niet nakomt, verbeurt hij aan de werkgever een direct opeisbare boete ten bedrage van € 2.500,- voor iedere overtreding/niet-nakoming alsmede een bedrag van € 2.500,- voor iedere dag dat de overtreding/niet-nakoming voortduurt. De boete zal verschuldigd zijn door het enkele feit der overtreding/niet-nakoming, maar laat onverminderd het recht van de werkgever om nakoming van deze overeenkomst te verlangen en laat onverminderd het recht van de werkgever tot het vorderen van volledige schadevergoeding. (…)”
f. De tussen Medusoft en [gedaagde 1] gesloten arbeidsovereenkomst bevat onder meer de volgende bepalingen:
“14. Geheimhouding
De werknemer erkent dat hem door de werkgever geheimhouding is opgelegd van alle aangelegenheden betreffende of verband houdende met het bedrijf van de werkgever. Het is de werknemer verboden, zowel gedurende de dienstbetrekking als na beëindiging hiervan, op enigerlei wijze aan derden, direct of indirect, in welke vorm dan ook en op welke wijze dan ook, enige mededeling te doen van of aangaande enige bijzonderheid of enige bijzonderheden of aangelegenheden welke het bedrijf van de werkgever betreffen of daarmee verband houden, waaronder mede wordt begrepen alle informatie betreffende klanten van de werkgever.
15. Boete
Indien de werknemer het bepaalde in het voorgaande artikel overtreedt en/of niet nakomt, verbeurt hij aan de werkgever een direct opeisbare boete ten bedrage van € 2.500,- voor iedere overtreding/niet-nakoming alsmede een bedrag van € 2.500,- voor iedere dag dat de overtreding/niet-nakoming voortduurt. De boete zal verschuldigd zijn door het enkele feit der overtreding/niet-nakoming, maar laat onverminderd het recht van de werkgever om nakoming van deze overeenkomst te verlangen en laat onverminderd het recht van de werkgever tot het vorderen van volledige schadevergoeding. (…)”
g. Het dienstverband tussen Medusoft en [gedaagde 1] is per 1 augustus 2011 beëindigd.
h. De domeinnaam van de website van Lisense IT is op 13 augustus 2011 geregistreerd op naam van [gedaagde 1].
i. Lisense IT is op 6 september 2011 opgericht. Zij levert ICT gerelateerde diensten, in het bijzonder op het gebied van hard- en software, beveiliging, beheer en advies.
j. Medusoft en Lisense IT zijn met elkaar concurrerende ondernemingen.
k. Lisense IT is gevestigd op het huisadres van [gedaagde 1].
l. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] zijn de aandeelhouders van Lisense IT.
m. Bij de oprichting op 6 september 2011 zijn de levenspartners van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] als bestuurders van Lisense IT ingeschreven in het Handelsregister.
n. Per 21 december 2011 zijn [gedaagde 1] Holding B.V. en [gedaagde 2] Holding B.V. in het Handelsregister ingeschreven als bestuurders van Lisense IT.
o. [gedaagde 1] is enig aandeelhouder en bestuurder van [gedaagde 1] Holding B.V.
p. [gedaagde 2] is enig aandeelhouder en bestuurder van [gedaagde 2] Holding B.V.
q. Het dienstverband tussen Medusoft en [gedaagde 2] is per 1 november 2011 beëindigd door opzegging door [gedaagde 2] bij brief van 28 september 2011.
r. Bij brief van 28 september 2011 heeft Medusoft het volgende aan [gedaagde 2] geschreven:
“(…) Dit betekent dat je arbeidsovereenkomst met ingang van 1 november 2011 zal eindigen.
(…)
Voor de goede orde willen wij nog benadrukken dat je ook na je uitdiensttreding op straffe van een boete gehouden bent aan een geheimhoudingsbeding. Wij hebben verder uitgebreid gesproken over een eventueel concurrentiebeding in het kader van het eindigen van je arbeidsovereenkomst. Hoewel hierover geen overeenstemming is bereikt, zijn wij van mening dat, mede gelet op jouw specifieke kennis van het bedrijf en onze relaties, het concurreren met Medusoft en het benaderen van onze relaties onrechtmatig kan zijn. Wij verzoeken je dan ook om bij je eventuele nieuwe werkzaamheden op dit punt de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht te nemen.
(…)”
s. Bij e-mailbericht van 28 oktober 2011 heeft Stichting Rijnstate Ziekenhuis (hierna: Rijnstate) aan de gemachtigde van Medusoft, in antwoord op in een e-mailbericht van 25 oktober 2011 gestelde vraag of Rijnstate aan Lisense IT heeft vermeld wanneer de licentie/het contract voor de MacAfee licenties van Medusoft zou verlopen het volgende geschreven:
“De kennis hiervan was aanwezig bij Lisense IT. Lisense IT gaf overigens aan dat dit in oktober zou zijn terwijl onze contractendatabase (en Medusoft) 31-12-2011 aangeven.”
t. Bij e-mailbericht van 1 november 2011 heeft [naam medewerker] van Rijnstate onder meer het volgende aan Medusoft geschreven:
“Ik heb geen gegevens over beveiliging of licenties besproken of doorgegeven evenmin heb ik over eventuele offertes met License IT gecommuniceerd.
(…)
Ik heb op generlei wijze gegevens over beveiligings of licenties aan License IT doorgegeven.”
u. Bij e-mailbericht van 27 oktober 2011 heeft [naam medewerkster] van de Gemeente Korendijk in antwoord op door Medusoft gestelde vragen aan Medusoft geschreven met betrekking tot de contacten met Lisense IT:
- dat het eerste telefonische contact op initiatief van Lisense IT heeft plaatsgevonden,
- dat zij volgens haar alle informatie hadden over de licenties van de Gemeente Korendijk (aantal en soort),
- dat de Gemeente Korendijk niet aan Lisense IT heeft vermeld wanneer de licentie/het contract voor de McAfee licenties met Medusoft zou verlopen,
- dat de Gemeente Korendijk niet het grantnummer voor de McAfee licenties aan Lisense IT heeft gegeven.
v. In de week van 26 tot 30 maart 2012 heeft in België een beurs plaatsgevonden met betrekking tot infosecurity.
w. Per e-mail bericht van 31 maart 2012 met als onderwerp “[voornamen gedaagden 1 en 2]”, heeft
[naam medewerker] van de Belgische partner Secutec van Medusoft, het volgende aan Medusoft geschreven:
“Ik heb deze week op infosecurity een bezoek gehad van 2 weeskindjes op mijn stand:) Ze hebben een ganse dag op de beurs rondgelopen.
Ze kwamen me nogal wat informatie vragen over onze huidige samenwerking tussen medusoft en secutec, ze kwamen me vragen of ik met hen wou samenwerken in Nederland!
Ik heb hen gezegd dat dit niet mogelijk was!
(…)”
x. Bij vonnis in kort geding van 20 december 2011 heeft de kantonrechter te Haarlem [gedaagde 1], [gedaagde 2] en Lisense IT verboden om tot 1 januari 2013 die relaties van Medusoft waarmee [gedaagde 1] en/of [gedaagde 2] tijdens hun dienstverband bij Medusoft voor Medusoft contact hebben gehad, te benaderen met aanbiedingen van McAfee software en daarmee samenhangende zaken.
y. In dat vonnis van 20 december 2011 heeft de kantonrechter onder meer het volgende overwogen:
“De omstandigheid dat [gedaagde 1] onder een valse naam werkte voor een besloten vennootschap waarvan hij in naam bestuurder was, om agressief concurrerend klanten te benaderen waarvan hij wist of kon weten dat en wanneer huncontracten met Medusoft moesten worden verlengd, zulks terwijl [gedaagde 1] op dat moment nog bij Medusoft werkte en overal inzicht in had, maakt het zeer aannemelijk dat hij wetenschap had van de inhoud van de lopende contracten en de door Medusoft te offreren prijzen.
(…)
[gedaagde 1] en [gedaagde 2] hebben geen plausibele verklaring voor de dekmantels waarmee Lisense IT zich verhult en het gebruik door [gedaagde 1] van een “valse” naam, althans verwarrende naam als hij zich presenteert bij relaties van Medusoft.
(…) Een verbod van “concurrerende activiteiten” is te vaag.
Gedaagden kunnen wel worden verboden relaties van Medusoft te benaderen, met name McAfee licenties, de core business van Medusoft, en dat tot en met het jaar 2012. Daarna moeten de kaarten ook in deze markt weer voldoende worden geacht te zijn geschut.”
De vordering
Medusoft vordert dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. voor recht zal verklaren dat [gedaagde 1], [gedaagde 2] en/of Lisense IT onrechtmatig hebben gehandeld jegens Medusoft;
II. [gedaagde 1] zal verbieden tot 1 januari 2014, dan wel een andere door de kantonrechter in goede justitie vast te stellen periode, met Medusoft concurrerende werkzaamheden te verrichten, waaronder wordt verstaan het verhandelen van beveiligingssoftware voor werkplekken in Nederland, hetzij in loondienst, hetzij als zelfstandige, al dan niet via Lisense IT, dan wel enig financieel belang te hebben bij een dergelijke met Medusoft concurrerende onderneming, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 5.000,00 per overtreding, alsmede een dwangsom van € 1.000,00 voor iedere dag dat de overtreding voortduurt, althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen dwangsom, voor iedere dag of gedeelte van de dag dat [gedaagde 1] na dagtekening van het vonnis in gebreke blijft;
III. [gedaagde 2] zal verbieden tot 1 januari 2014, dan wel een andere door de kantonrechter in goede justitie vast te stellen periode, met Medusoft concurrerende werkzaamheden te verrichten, waaronder wordt verstaan het verhandelen van beveiligingssoftware voor werkplekken in Nederland, hetzij in loondienst, hetzij als zelfstandige, al dan niet via Lisense IT, dan wel enig financieel belang te hebben bij een dergelijke met Medusoft concurrerende onderneming, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 5.000,00 per overtreding, alsmede een dwangsom van € 1.000,00 voor iedere dag dat de overtreding voortduurt, althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen dwangsom, voor iedere dag of gedeelte van de dag dat [gedaagde 2] na dagtekening van het vonnis in gebreke blijft;
IV. Lisense IT zal veroordelen tot onmiddellijke staking van de met Medusoft concurrerende activiteiten, waaronder wordt verstaan het verhandelen van beveiligingssoftware voor werkplekken in Nederland, dan wel haar te verbieden [gedaagde 1] en/of [gedaagde 2] op enigerlei wijze werkzaamheden te laten verrichten tot 1 januari 2014, dan wel een door de kantonrechter in goede justitie vast te stellen periode, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 5.000,00 per overtreding, alsmede een dwangsom van € 1.000,00 voor iedere dag dat de overtreding voortduurt, althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen dwangsom, voor iedere dag of gedeelte van de dag dat Lisense IT na dagtekening van het vonnis in gebreke blijft;
V. [gedaagde 1] zal veroordelen tot betaling van € 17.500,00 uit hoofde van de overeengekomen verbeurde boetes op schending van het geheimhoudingsbeding, dan wel een ander door de kantonrechter in goede justitie vast te stellen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente met ingang van 7 november 2011;
VI. [gedaagde 2] zal veroordelen tot betaling van € 7.500,00 uit hoofde van de overeengekomen verbeurde boetes op schending van het geheimhoudingsbeding, dan wel een ander door de kantonrechter in goede justitie vast te stellen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente met ingang van 7 november 2011;
VII. [gedaagde 1], [gedaagde 2] en Lisense IT ieder hoofdelijk voor het geheel, dan wel hun aandeel, zal veroordelen tot betaling van:
A. € 128.743,64 (€ 98.124,44 + € 10.619,20 + € 20.000,00) aan schadevergoeding, dan wel een ander door de kantonrechter in goede justitie vast te stellen bedrag;
B. een schadevergoeding nader op te maken bijstaat en te vereffenen volgens de wet, al dan niet aan hen individueel opgelegd;
vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 november 2011, dan wel een door de kantonrechter vast te stellen datum;
VIII. [gedaagde 1], [gedaagde 2] en Lisense IT zal veroordelen in de kosten van het geding;
IX. [gedaagde 1], [gedaagde 2] en Lisense IT zal veroordelen tot betaling van de nakosten zijnde een bedrag van € 131,00, dan wel, indien betekening van het te wijzen vonnis plaatsvindt, een bedrag van € 199,00.
Medusoft heeft het volgende -samengevat- aan de vordering ten grond¬slag gelegd:
Nu met [gedaagde 1] en [gedaagde 2] geen concurrentiebeding is overeengekomen, staat het hen in beginsel vrij om na afloop van hun dienstverband werkzaam te zijn voor een concurrerende onderneming, al dan niet door henzelf opgericht.
Het concurreren met de (ex-)werkgever kan echter in bepaalde gevallen, ook zonder concurrentiebeding, onrechtmatig zijn. Er is sprake van ongeoorloofde concurrentie wanneer een ex-werknemer met behulp van vertrouwelijke informatie van de ex-werkgever, duurzame relaties benadert op een wijze die stelselmatig en substantieel afbreuk doet aan het bedrijfsdebiet van ex-werkgever, daarbij gebruik makend van know-how en/of goodwill die de ex-werknemer bij de ex-werkgever heeft verkregen.
[gedaagde 1] en [gedaagde 2] hadden bij Medusoft toegang tot alle informatie met betrekking tot de klanten van Medusoft, de prospects, het prijsbeleid, de producten, de inkoopbedragen, de marges, onderhandelingstactieken en contacten met de leverancier van McAfee.
Medusoft heeft ontdekt dat Lisense IT onder haar klanten aan het werven was.
[gedaagde 1], [gedaagde 2] en/of Lisense IT concurreren onrechtmatig met Medusoft.
Zij hebben zich met gebruikmaking van de kennis en de ervaring en gegevens die (uitsluitend) in dienst van Medusoft is verkregen, erop toegelegd om de klanten van Medusoft over te halen om met Lisense IT in zee te gaan. Daarbij is van belang dat Lisense IT via [gedaagde 1] en [gedaagde 2] over zeer relevante gegevens beschikt met betrekking tot klanten, contactpersonen, het aflopen van licentieovereenkomsten, de exacte producten en de hoogte van de offertes, zonder dat zij dit hoeven op te vragen bij de klant.
Lisense IT heeft in het najaar van 2011 de belangrijkste klanten van Medusoft benaderd.
De domeinnaam van de website van Lisense IT is op 13 augustus 2011, binnen twee weken na de (plotselinge) uitdiensttreding van [gedaagde 1], geregistreerd op de naam van [gedaagde 1].
[gedaagde 1] en [gedaagde 2] zijn aandeelhouders van Lisense IT. Gelijktijdig met de oprichting van Lisense IT begin september 2011 zijn de holdingmaatschappijen van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] opgericht.
[gedaagde 2] heeft nog tijdens zijn dienstverband met Medusoft een concurrerende onderneming opgericht en daarbij belang gehad.
Ook van [gedaagde 1] kan worden aangenomen dat hij nog tijdens zijn dienstverband bij Medusoft een plan heeft geschreven voor de oprichting van Lisense IT. Immers, de website is twee weken na zijn (onverwachte) ontslag gelanceerd.
Medusoft heeft er groot belang bij om te voorkomen dat de vertrouwelijke bedrijfsinformatie die bij [gedaagde 1] en [gedaagde 2] aanwezig is, via Lisense IT (verder) wordt gebruikt.
[gedaagde 1] en [gedaagde 2] hebben op listige wijze bedrijfsgevoelige informatie van Medusoft met betrekking tot klanten, offertes, aflopen van licenties en producten aangewend ten behoeve van het door hen opgerichte Lisense IT.
Er is gebruik gemaakt van specifieke kennis van klanten, producten en prijzen, met als doel daar zelf winst aan te behalen en deze winst dus van Medusoft te kapen. Juist door deze specifieke kennis hebben [gedaagde 1], [gedaagde 2] en Lisense IT, anders dan willekeurig welke andere concurrent, de mogelijkheid om inbreuk te maken op het bedrijfsdebiet van Medusoft.
Naast [gedaagde 1] en [gedaagde 2] wordt ook Lisense IT aangesproken omdat zij uitsluitend gebruik maakt van de inzet, kennis en ervaring van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] en zij hierbij (vooralsnog) geen andere werknemers in dienst heeft. Lisense IT profiteert direct van het onrechtmatig handelen van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] en is dan ook zelfstandig aansprakelijk op grond van onrechtmatige daad.
In elk geval is in zeven verschillende gevallen vertrouwelijke informatie van Medusoft aangewend ten behoeve van een derde, te weten: Lisense IT.
Wegens overtreding van het geheimhoudingsbeding is [gedaagde 1] een boete verschuldigd van € 17.500,00 en is [gedaagde 2] een boete verschuldigd van € 7.500,00.
Medusoft heeft schade geleden en lijdt nog steeds schade door de handelwijze van [gedaagde 1], [gedaagde 2] en Lisense IT.
Ten aanzien van haar relatie Stichting Rijnstate Ziekenhuis heeft Medusoft haar totale schade berekend op € 98.124,44.
Ten aanzien van haar relatie Generali Verzekeringsgroep N.V. heeft Medusoft haar totale schade berekend op € 10.619,20.
Voorts heeft Medusoft schade geleden bij overige klanten. De exacte schade moet nog worden berekend.
Medusoft heeft veel tijd en (buitengerechtelijke) (juridische) kosten moeten maken om de handelwijze van Lisense IT te achterhalen en te bestrijden. Niet alle in dit kader gemaakte juridische kosten worden gevorderd. Medusoft volstaat met een naar redelijkheid in te schatten bedrag van € 20.000,00.
Het verweer
[gedaagde 1] betwist de vordering en voert daartoe het volgende aan:
[gedaagde 1] en [gedaagde 2] zijn niet gebonden aan een relatie- of concurrentiebeding. Uitgangspunt is daarom dat zij vrij mogen concurreren met Medusoft en dat zij mogen handelen met relaties van Medusoft.
Er is slechts sprake van onrechtmatig handelen als [gedaagde 1] en [gedaagde 2] met behulp van vertrouwelijke informatie van Medusoft stelselmatig duurzame relaties van Medusoft benaderen en aldus afbreuk doen aan het bedrijfsdebiet van Medusoft.
Er is geen sprake van een stelselmatige benadering van relaties van Medusoft. Ook blijkt uit niets dat de zeven benaderde klanten tot de belangrijkste klanten van Medusoft behoren.
Van het benaderen van klanten van Medusoft met een relatief grote omzet is geen sprake.
Het enkele feit dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] gebruik maken van de kennis en ervaring in de branche die zij bij Medusoft hebben opgedaan, maakt nog niet dat sprake is van onrechtmatig handelen.
[gedaagde 1] en [gedaagde 2] hebben nooit het plan gehad stelselmatig vaste klanten van Medusoft te benaderen en hebben dat ook niet gedaan.
[gedaagde 1] en [gedaagde 2] waren niet bekend met de (looptijden van) contracten van klanten die niet onder hun verantwoordelijkheid vielen.
Voorts hebben [gedaagde 1], [gedaagde 2] en Lisense IT gemotiveerd de stellingen van Medusoft weersproken die betrekking hebben op de door Medusoft met name genoemde relaties.
Medusoft heeft niet bewezen dat zij schade heeft geleden, hoe hoog die schade is of dat een causaal verband bestaat tussen de gestelde schade en het handelen van [gedaagde 1], [gedaagde 2] en Lisense IT.
[gedaagde 1], [gedaagde 2] en Lisense IT doen ook een beroep op artikel 6:101 BW, de eigen schuld van Medusoft. Door het hanteren van hoge prijzen heeft Medusoft bewust een risico geschapen. Als wordt geoordeeld dat Medusoft heeft geleden, komt dat voor een groot deel vanwege het risico dat zij zelf heeft gecreëerd. Dat is een omstandigheid die aan Medusoft kan worden toegerekend.
De informatie is steeds aan Lisense IT verstrekt door de klanten van Medusoft zelf. Uit niets blijkt dat [gedaagde 2] informatie aan [gedaagde 1] of Lisense IT heeft gegeven en uit niets blijkt dat [gedaagde 1] bij het offreren gebruik heeft gemaakt van vertrouwelijke informatie die hem uit hoofde van zijn arbeidsovereenkomst bij Medusoft bekend was. Medusoft heeft niet aannemelijk gemaakt, laat staan bewezen, dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hun geheimhoudingsbedingen hebben overtreden. De vorderingen die zien op de boetes moeten daarom worden afgewezen.
De lange termijn waarvoor het verbod wordt gevorderd is in strijd met de redelijkheid en billijkheid. Op 1 januari 2014 zijn [gedaagde 1] en [gedaagde 2] al ongeveer 2,5 niet meer in dienst bij Medusoft. Een period van 2,5 jaar is een ongekend lange termijn om concurrentie te beperken en het staat in geen verhouding tot de duur van het dienstverband van [gedaagde 1] en Lisense IT.
Indien en voor zover het verbod op concurrentie wel wordt gegeven, verzoeken [gedaagde 1], [gedaagde 2] en Lisense IT de termijn van het verbod te beperken.
Medusoft vordert een onredelijk hoog bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten. Medusoft heeft niet onderbouwd, laat staan aangetoond, dat zij kosten heeft gemaakt ter verkrijging van voldoening buiten rechte.
Het staat niet vast dat nakosten gemaakt moeten worden. Deze kosten behoren bovendien tot de te liquideren kosten. Ook deze vordering zal moeten worden afgewezen.
De beoordeling
1. Zoals ook door beide partijen is verwoord dient bij de beoordeling het volgende voorop te staan. Een ex-werknemer die niet aan een non-concurrentiebeding is gebonden, is in beginsel vrij om te bepalen bij wie hij in dienst treedt. Voor de vrije ex-werknemer staat in beginsel ook de mogelijkheid open zich als zelfstandig concurrent van de ex-werkgever te vestigen. In dat kader heeft de ex-werkgever te dulden dat zijn ex-werknemer relaties van hem benadert. In bijzondere omstandigheden kan echter sprake zijn van onrechtmatige concurrentie. In het bijzonder is sprake van onrechtmatige concurrentie indien met gebruikmaking van kennis en gegevens over klanten opgedaan bij de ex-werkgever, stelselmatig en substantieel actief onder klanten met een duurzaam karakter van de ex-werkgever wordt verworden. Ook kan sprake zijn van onrechtmatige concurrentie indien de ex-werknemer reeds tijdens het dienstverband een nieuw concurrerend bedrijf heeft opgericht en/of daarvoor een plan heeft geschreven. Niet vereist is dat de benaderde relaties exclusieve relaties van de ex-werkgever zijn. Het gaat er immers om of de ex-werknemer op basis van het plan, dat met de kennis die hij bij de ex-werkgever heeft opgedaan tot stand is gekomen, stelselmatig vaste klanten van de ex-werkgever wil benaderen.
2. Volgens de stelling van Medusoft is hier, gelet op het bovengenoemde uitgangspunt, sprake van onrechtmatige concurrentie op grond van de volgende feiten:
a. Lisense IT is door [gedaagde 1] en [gedaagde 2] opgericht tijdens het dienstverband van (in elk geval) [gedaagde 2] bij Medusoft;
b. Lisense IT is een direct concurrerende onderneming;
c. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hebben alle ervaring in de branche bij Medusoft opgedaan;
d. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hadden als Account Manager en werknemer bij Medusoft toegang tot alle vertrouwelijke informatie van klanten (die niet via internet is te verkrijgen);
e. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hebben zeven klanten van Medusoft benaderd, nog tijdens het dienstverband van [gedaagde 2] met Medusoft;
f. deze zeven klanten waren op dat moment de meest kansrijke klanten voor Lisense IT en zijn op cruciale momenten benaderd;
g. [gedaagde 1], [gedaagde 2] en Lisense IT hebben aan deze klanten concurrerende offertes uitgebracht;
h. de prijs van deze offertes lag vlak onder de relatief hoge prijs van Medusoft;
i. klanten hebben verklaard geen informatie aan Lisense IT te hebben verstrekt.
3. Onderzocht moet daarom worden of deze feiten zodanige bijzondere omstandigheden opleveren dat inderdaad sprake is van onrechtmatige concurrentie door [gedaagde 1], [gedaagde 2] en Lisense IT.
4. De hierboven onder 2. sub a. tot en met c. en sub e., g. en h. vermelde feiten spreken voor zich. De juistheid daarvan blijkt uit de onder de vaststaande feiten vermelde gegevens en de wederzijdse stellingen van partijen voor zover niet weersproken.
5. De stelling van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] dat zij niet bekend waren met de relevante gegevens van de relaties van Medusoft met betrekking tot het verloop en het verlengen van licenties, is niet geloofwaardig. Als Account Managers hebben zij immers toegang tot de gegevens die bij Medusoft worden geregistreerd. Dat geldt niet alleen voor de relaties waarvan zij de Account Manager waren, maar ook de informatie over andere relaties die immers, zoals Medusoft heeft gesteld en onvoldoende gemotiveerd is weersproken, voor alle Account Managers toegankelijk was.
6. Dat [gedaagde 1], [gedaagde 1] en Lisense IT lagere offertes hebben uitgebracht, kon natuurlijk alleen maar geschieden doordat zij op de hoogte waren van het door Medusoft gehanteerde prijsbeleid, waarvan zij zelf hebben gesteld dat de door Medusoft gehanteerde prijzen bewust hoog werden gehouden. Het was voor hen dus vrij eenvoudig om onder de prijs van Medusoft offertes uit brengen. Met betrekking tot Rijnstate hebben [gedaagde 1], [gedaagde 2] en Lisense IT bovendien zelf gesteld dat zij door Rijnstate in de gelegenheid zouden worden gesteld lagere offertes uit te brengen nadat Rijnstate van Medusoft de offerte zou hebben ontvangen.
7. Wat de hierboven onder f. vermelde omstandigheid betreft, is gebleken dat het om relaties ging die op het punt stonden licenties te verlengen. Daar hebben [gedaagde 1] en [gedaagde 2] dus op het juiste moment contact mee opgenomen. Daarbij is naar het oordeel van de kantonrechter dan niet (meer) relevant of de zeven benaderde relaties daadwerkelijk substantiële relaties van Medusoft waren.
8. Op grond van de vorenstaande feiten is de kantonrechter van oordeel dat [gedaagde 1], [gedaagde 2] en Lisense IT onrechtmatig hebben gehandeld jegens Medusoft door relaties van haar te benaderen. De gevorderde verklaring voor recht is in zoverre toewijsbaar.
9. Gelet op wat in kort geding ook is verwogen en voorts gelet op de afwezigheid van een concurrentiebeding, is de kantonrechter van oordeel dat een algeheel verbod zoals gevorderd onder II., III. en IV. van de dagvaarding te ver gaat. Volstaan moet worden met het in kort geding opgelegde verbod. Ook de daaraan gekoppelde termijn is onder de gegeven omstandigheden redelijk te achten. Met [gedaagde 1], [gedaagde 2] en Lisense IT is de kantonrechter van oordeel dat een termijn tot 1 januari 2014 onredelijk lang is.
10. Op grond van het vorenstaande zullen de vorderingen onder II., III. en IV. worden afgewezen en zal een verklaring voor recht worden gegeven zoals hieronder zal worden vermeld.
11. Met betrekking tot de van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] gevorderde boetes wegens overtredingen van hun geheimhoudingsplicht is de kantonrechter van oordeel dat deze vorderingen moeten worden afgewezen en hij overweegt daartoe het volgende.
12. Hoewel ervan moet worden uitgegaan dat [gedaagde 1], [gedaagde 2] en Lisense IT gebruik hebben gemaakt van de bij [gedaagde 1] en/of [gedaagde 2] aanwezige kennis van bedrijfsgegevens van Medusoft toen zij relaties van Medusoft benaderden, wil dat nog niet zeggen dat zij die gegevens ook aan die relaties bekend hebben gemaakt. Dat zij dit hebben gedaan is onvoldoende gebleken.
13. Medusoft heeft voldoende gesteld om te kunnen aannemen dat zij schade heeft geleden als gevolg van het onrechtmatige handelen door [gedaagde 1], [gedaagde 2] en
Lisense IT.
14. De schadeberekening die door Medusoft is gemaakt, gaat echter uit van een ruimer en algemener verbod, zodat die berekening niet als grondslag kan dienen voor het thans vaststellen van schade.
15. Daarom kunnen de door Medusoft gevorderde bedragen nu niet worden toegewezen, maar zullen partijen, zoals ook gevorderd, naar de schadestaat procedure worden verwezen.
16. In het kader van die schadestaat procedure kan dan tevens een oordeel worden gegeven op het door [gedaagde 1], [gedaagde 2] en Lisense IT gedane beroep op artikel 6:101 BW.
17. Partijen worden over en weer in het ongelijk gesteld. Daarom zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Beslissing
De kantonrechter:
Verklaart voor recht dat [gedaagde 1], [gedaagde 2] en/of Lisense IT tot 1 januari 2013 onrechtmatig hebben gehandeld jegens Medusoft door het benaderen van relaties van Medusoft.
Veroordeelt [gedaagde 1], [gedaagde 2] en Lisense IT ieder hoofdelijk voor het geheel tot vergoeding van de door Medusoft geleden schade nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet.
Bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voor¬raad.
Wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.J.P. Veenhof en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde uitspraakdatum.
Coll.