uitspraak van de enkelvoudige kamer van 21 januari 2025 in de zaak tussen
[verzoekster] , uit [plaats] , verzoekster,
(gemachtigde: mr. F. Boukich),
en
Dienst Toeslagen, verweerder,
(gemachtigde: [gemachtigde] ).
Procesverloop
Deze uitspraak gaat over het verzoek van verzoekster om vergoeding van haar proceskosten.
Verweerder heeft niet gereageerd op dit verzoek.
Overwegingen
1. Verzoekster heeft op 26 november 2024 beroep ingesteld vanwege het niet tijdig beslissen op haar verzoek om de integrale herbeoordeling. Op 17 december 2024 heeft verweerder alsnog een besluit bekend gemaakt. Verweerder heeft dus gedaan wat verzoekster wilde. Verzoekster heeft daarna het beroep ingetrokken en een vergoeding gevraagd voor haar proceskosten.
2. De rechtbank kan een partij de proceskosten van de tegenpartij laten betalen (artikel 8:75 en 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb)).
3. Verweerder heeft niet gereageerd op het verzoek van verzoekster. De rechtbank leidt hier uit af dat verweerder er geen bezwaar tegen heeft om de proceskosten van verzoeker te vergoeden.
4. De vergoeding wordt met toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht als volgt berekend. De bijstand door een gemachtigde levert 1 punt op (1 punt voor het indienen van het beroepschrift met een waarde per punt van € 907,-), bij een wegingsfactor 0,5. Toegekend wordt € 453,50.
5. Omdat de rechtbank het beroep gegrond verklaart, moet verweerder aan verzoekster het door haar betaalde griffierecht vergoeden.
Beslissing
De rechtbank:
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 453,50; - draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 51,- aan eiseres te vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Eversteijn, rechter, in aanwezigheid van C.A.A.W. van der Heijden, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
21 januari 2025.
De griffier is verhinderd deze
uitspraak te ondertekenen.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: