2.1.
[eiser] exploiteert sinds 1 oktober 2020 een eenmanszaak onder de handelsnaam [handelsnaam] . Hij verkoopt allerlei machines en apparaten voor de warmte-, koel- en vriestechniek voor de horeca en maakt daarbij gebruik van zijn webshop via de domeinnaam “ [handelsnaam] .nl”. Dit domein is – kort gezegd – op 24 oktober 2023 zonder toestemming van [eiser] op naam gezet van [gedaagde sub 3] en wordt nu gebruikt om door te linken naar het domein “ [gedaagde sub 1] .nl” van [gedaagde sub 1] . Daardoor komen bezoekers van de webshop [handelsnaam] .nl terecht op de website van [gedaagde sub 1] . Ook de e-mailadressen die zijn gekoppeld aan @ [handelsnaam] .nl en de andere domeinnamen die aan dit account waren gekoppeld en eigendom waren van [eiser] zijn op naam gezet van [gedaagde sub 3] of [gedaagde sub 1] . Ook heeft [eiser] niet langer toegang tot de server van Cloudways waarop zijn website/webshop draait. Daardoor kan [eiser] zijn webshop niet meer exploiteren en dreigt zijn onderneming failliet te gaan.
Achtergrond van het geschil
2.2.
Volgens [eiser] zit de heer [A] (hierna: [A] ) achter de onder 2.1 beschreven handelingen. [A] is de voormalig vennoot van [eiser] in een door hen samen opgerichte vennootschap onder firma, genaamd [vennootschap onder firma] . Deze vennootschap handelde onder de naam [handelsnaam] en verkocht eveneens machines en apparaten voor de horeca. De samenwerking tussen [eiser] en [A] is eind 2020 geëindigd en bij de beëindiging van die samenwerking zijn zij overeengekomen dat [eiser] de url en webshop [handelsnaam] vanaf 31 december 2020 voort zal zetten. Daarvoor heeft [A] in totaal een vergoeding van € 39.600,- van [eiser] ontvangen.
2.3.
[A] heeft eind 2020 [gedaagde sub 1] opgericht en is op dit moment de (indirect) bestuurder van [gedaagde sub 1] . Volgens [eiser] kan [A] niet verkroppen dat [eiser] succesvol is met zijn onderneming en probeert hij op deze manier – kort gezegd – de onderneming van [eiser] te gronde te richten. Om dit voor elkaar te krijgen heeft [A] op 24 oktober 2023 [gedaagde sub 2] benaderd. [gedaagde sub 2] is (op freelance-basis) als website-ontwikkelaar werkzaam geweest voor eerst [vennootschap onder firma] en daarna [eiser] en onderhield in dat verband (nog) de domeinnamen van [eiser] . Naar nu is gebleken heeft [gedaagde sub 2] het domein “ [handelsnaam] .nl” destijds (toen [vennootschap onder firma] nog houder was) op naam gezet van de toenmalige vriendin ( [B] ) van [gedaagde sub 2] zonder haar of [eiser] medeweten. Volgens de schriftelijke verklaring van [B] (productie 8, dv) deed [gedaagde sub 2] dit om zichzelf in bescherming te nemen en voor financieel gewin. Als gevolg van deze handelswijze had [gedaagde sub 2] de beschikking over het verhuistoken van het domein “ [handelsnaam] .nl”. Deze verhuistoken is nodig om de naam van de houder van een domein bij SIDN te kunnen wijzigen. Uit het door [eiser] overgelegde app-gesprek tussen [gedaagde sub 2] en [A] (productie 10, dv) blijkt dat [A] [gedaagde sub 2] heeft gevraagd om het domein “ [handelsnaam] .nl” aan hem over te dragen en dat hij in ruil daarvoor voor de toekomst van [gedaagde sub 2] zal zorgen.
2.4.
[gedaagde sub 2] heeft de daarvoor noodzakelijke gegevens vervolgens aan [A] verstrekt en vervolgens is daarmee het domein “ [handelsnaam] .nl” en nog 28 andere domeinnamen (productie 19, dv) op naam van [gedaagde sub 3] , de echtgenote van [A] , en [gedaagde sub 1] (als houder) gezet. Volgens [eiser] doet [gedaagde sub 1] zich nu zowel tegenover klanten van [handelsnaam] , als SIDN en de hostingprovider “Cloudways” voor als [handelsnaam] en maakt [gedaagde sub 1] daardoor eveneens inbreuk op zijn handelsnaam.
2.5.
[eiser] heeft zich direct gewend tot SIDN en Cloudways om respectievelijk de verhuizing van het domein “ [handelsnaam] .nl” en de overige aan [eiser] toekomende domeinnamen te annuleren en om weer toegang te krijgen tot de server van zijn website. Beide ondernemingen hebben hier echter tot op heden niet aan meegewerkt, omdat [eiser] naar hun mening onvoldoende aan kan tonen dat hij de rechtmatige eigenaar/houder is.
2.6.
[eiser] vordert daarom in dit kort geding, uitvoerbaar bij voorraad om gedaagden hoofdelijk:
1. te gebieden zich te onthouden van ieder onrechtmatig handelen en/of wanpresteren tegenover [eiser] , waaronder uitdrukkelijk wordt begrepen het (laten) redirecten van het domein “ [handelsnaam] .nl” naar het domein “ [gedaagde sub 1] .nl” en/of enig ander domein op straffe van een dwangsom van € 50.000 en € 10.000 voor iedere dag(deel) waarop hieraan geen (volledig) gehoor wordt gegeven;
2. te bevelen om de registratie van de domeinnaam “ [handelsnaam] .nl” en de overige in productie 19 bij dagvaarding opgenomen domeinnamen, inclusief bijbehorende e-mailadressen en daaraan gekoppelde accounts, zonder blokkades en/of technische hindernissen binnen 12 uur na betekening van dit vonnis aan [eiser] over te (laten) dragen en daartoe alle benodigde stappen te (laten) zetten om die overdracht te bewerkstelligen, meer in het bijzonder toezending van de verhuistoken aan de e-mailadressen van de raadsmannen van [eiser] ( [e-mailadres 1] en [e-mailadres 2] ), en daaraan alle medewerking te (doen) verlenen op straffe van een dwangsom van € 50.000 en € 10.000 voor iedere dag(deel) waarop hieraan geen (volledig) gehoor wordt gegeven;
3. te bevelen om binnen 12 uur na betekening van dit vonnis het beheer van de servers en websites behorende bij “ [handelsnaam] .nl” en bij de overige in productie 19 bij dagvaarding opgenomen domeinnamen, inclusief bijbehorende e-mailboxen, en daaraan gekoppelde accounts, databanken en gegevens volledig aan [eiser] te (laten) verstrekken, en daaraan alle medewerking te (doen) verlenen op straffe van een dwangsom van € 50.000 en € 10.000 voor iedere dag(deel) waarop hieraan geen (volledig) gehoor wordt gegeven;
En te bepalen dat:
4. het vonnis ex artikel 3:300 BW dezelfde kracht heeft als een in wettige vorm opgemaakte akte van degene die tot de rechtshandeling gehouden is;
En met een hoofdelijke veroordeling van gedaagden:
5. in de proceskosten ex artikel 1019h Rv, vermeerderd met de wettelijke (handels)rente en de nakosten.