2.4.
Sorgdrager schrijft in het onderdeel ‘Overwegingen en beantwoorden vraag’ onder meer het volgende.
“Conform de methodiek van het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten passen we de zes stappen systematiek toe.
Stap 1: gestelde diagnose is aspecifieke klachten bovenste extremiteit (nekschouderarm)
Stap 2: beeldschermwerk is een risicofactor volgens registratierichtlijn D022 (www.beroepsziekten.nl)
Stap 3: de intensiteit van de blootstelling overschrijdt de maximaal aanvaarde normen bij beeldschermwerk, namelijk langdurige statische belasting en het tijdcriterium.
Stap 4: vanwege EFA syndroom beenskeletafwijking en linkerarm/hand: voor rechterarm bestaat er hierdoor een individuele kwetsbaarheid. Bovendien zijn er persoonskenmerken die extra risico vormen op overbelasting. De werkgebonden psychosociale belasting, namelijk de ervaren externe druk, is bijdragend.
Stap 5: het afwegen van de risicofactoren in het werk en de individuele kwetsbaarheid leidt tot de conclusie dat de klachten zijn ontwikkeld door een risicovolle werkhouding, onvoldoende doseren van taken, activiteiten en pauzes en negatief beïnvloed door externe druk met intensivering van taken.
Stap 6: interventie is gericht geweest op onder meer revalidatie (verbeteren functioneren, reductie psychische klachten en na de ziekmelding ergonomische adviezen ter preventie.”
b.
Kunt u uit de medische informatie uit de behandelende sector en van betrokkene opmaken wanneer de klachten van betrokkene precies zijn begonnen?
Antwoord: Ja. Met de kanttekening dat we het vermoeden hebben dat de heer de lichaamssignalen aanvankelijk heeft genegeerd. In de documentatie (huisartsenjournaal, brief neuroloog en revalidatiearts) staan al eerder dan 2015 klachten van de rechterarm. In 2012 de bursitis olecrani, 2014 hoge bloeddruk en beginnende pijnklachten rechterarm. De heer heeft de werkgebonden van de klachten in april 2015 als zodanig herkend.
(…)
f.
Wat is de diagnose op uw vakgebied? (zie tevens vraag 2h)
Overbelasting syndroom bij functioneel eenhandige
(…)
h.
Indien sprake is van klachten waarbij geen medisch objectiveerbare afwijkingen kunnen worden vastgesteld, kunt u dan gemotiveerd aangeven wat uw differentiaal diagnostische overwegingen zijn?
Antwoord: aanpassingsstoornis: de heer heeft een aangeboren afwijking waardoor hij extra aandacht moet hebben voor een ontspannen werkhouding, voldoende rustmomenten. In zijn voorgeschiedenis tot aan 2014-2015 heeft de heer dat vrijwel probleemloos kunnen doen. Bij de toegenomen druk kon hij zijn aangeboren beperking niet meer compenseren en zijn geleidelijk de klachten opgetreden.
i.
Welke huidige mate van functieverlies (impairment) kunt u vaststellen op uw vakgebied? Wilt u dit uitdrukken in een percentage volgens de richtlijnen van de American Medical Association (AMA-guides, laatste druk), aangevuld met eventuele richtlijnen van uw eigen beroepsvereniging?
Antwoord: De mentale belastbaarheid van de heer is beperkt blijkend uit spanningsgerelateerde klachten (zie deelrapportages), maar niet in die mate voor een percentage invaliditeit volgens de tabellen 14-8 en 14-9. De beperkingen lopen van een afstand heb ik niet betrokken bij de berekening van invaliditeitspercentage. De beperkingen aan de bovenste extremiteit leiden tot een invaliditeitspercentage van 24-42%. Op een schaal van 0-4 is de ernst 3. De linkerhand is niet functioneel, maar kan wel enige steun geven. Referentie tabellen 15-29 en 15-35. Geschatte invaliditeit voor de hele persoon is 16-29%.
j.
Welke beperkingen ondervindt betrokkene naar uw oordeel in zijn huidige toestand in het dagelijks leven, bij de vrijetijdsbesteding, bij het verrichten van huishoudelijke werkzaamheden en bij het verrichten van loonvormende arbeid? Wilt u deze beperkingen zo uitgebreid mogelijk beschrijven en zo nodig toelichten ten behoeve van een eventueel in te schakelen arbeidsdeskundige?
Antwoord: Zie voor toelichting de deelrapportages. Voor het persoonlijk functioneren zien we momenteel geen beperkingen. De psychische mogelijkheden: de heer heeft behoefte aan duidelijkheid en structuur in zijn werk; hij heeft laten zien hoge verantwoordelijkheid aan te kunnen. Omgaan met druk is lastig gebleken in 2013-2015, deze druk schatten we in als buitensporig; normale druk is geen aandachtspunt. Concentratievermogen lijkt ons niet beperkt, concentratie vragend werk zal in een ongestoorde omgeving moeten plaatsvinden. Hier past wel een kanttekening aangezien pijnklachten gaan optreden wanneer de heer zijn rechterarm gedurende langere tijd gaat gebruiken. Deze pijnklachten zijn dan belemmerend voor het concentratievermogen. De heer reageert met stress reactie op ervaren onrecht en conflictueuze situatie zoals in de beschreven werksituatie; hoe de heer nu reageert om dergelijke situaties hebben we niet kunnen beoordelen. Lichamelijk functioneren: de heer kan beperkte afstanden lopen en staan (maximaal 15-30 minuten); zitten is geen beperking. Tillen, dragen van lichte lasten is mogelijk aangezien de linker arm wel enige steun kan geven. Verder is de linkerarm niet functioneel. Ergonomie moet zijn aangepast op zittende werkhouding.
k.
Acht u de huidige toestand van betrokkene zodanig dat een beoordeling van de blijvende gevolgen van de klachten mogelijk is, of verwacht u in de toekomst nog een belangrijke verbetering of verslechtering van de op uw vakgebied gestelde diagnose?
Antwoord: Spanning is een instandhoudende factor. Indien de heer meer ontspannen is, zullen bijvoorbeeld beeldschermtaken langer kunnen worden volgehouden. de pijnklachten verbeteren en wellicht de situatie van vóór 2013 kunnen bereiken.
(…)
m.
Kunt u aangeven op welke termijn en in welke mate u die verbetering dan wel verslechtering verwacht?
Antwoord: wellicht na afronding juridische procedure en het ervaren onrecht afneemt. De ervaring leert dat letselschadeprocedures gepaard gaan met extra spanning en daardoor moeite met de noodzakelijke ontspanning.
(…)
p.
Hoe luidt uw commentaar op het medisch advies van [naam 2] van [onderneming] van 2 april 2021?
Antwoord: het medisch advies is opgebouwd vanuit de beschikbare documentatie. Haar conclusies volgen uit de bestaande richtlijnen van aandoeningen aan de bovenste ledematen. Haar overwegingen en conclusies komen overeen met die van ons. (…)
(…)
3. In de hypothetische situatie zonder werkzaamheden bij [gedaagde]
a. Zijn er op uw vakgebied klachten en afwijkingen die er ook zouden zijn geweest, of op enig moment ook hadden kunnen ontstaan, als betrokkene niet de werkzaamheden bij [gedaagde] zou hebben verricht? Kunt u aangeven welke werkzaamheden met name zouden hebben geleid tot of bijgedragen aan de thans bestaande klachten? Zijn er ook alternatieve oorzaken aan te wijzen, en zo ja, welke? Wilt u daarbij ingaan op de in 5.5 genoemde alternatieve oorzaken, namelijk problemen in de privésfeer en pre-existente klachten? Indien sprake is van een combinatie van oorzaken, kunt u dan een percentage noemen waarin de oorzaken hebben geleid tot de klachten?
Antwoord: De heer zal de bij [gedaagde] opgetreden klachten ook in een andere werksituatie hebben opgelopen indien de werksituatie zou zijn gekenmerkt door een vergelijkbare expositie aan beeldschermwerk, veel druk, onvoldoende rustmomenten en door de werkhouding een onvoldoende ontspannen nek-schouderregio. Een ontspannen werkhouding heeft naast ergonomische principes ook te maken met de functioneel eenhandigheid, zijn perfectionisme, en mogelijk beperkte copingmechanismen en de stressgevoeligheid (onrecht, conflictsituaties). Percentages van oorzakelijke en bijdragende factoren zijn moeilijk te geven. Er is een blijvende beperking, namelijk de eenhandigheid. Doordat het beeldschermwerk in een periode onder hoge druk met ontoereikende ergonomie is verricht zijn pijnklachten opgetreden, die nu optreden als langer durend beeldschermwerk wordt verricht (zie de deelrapportages). De heer heeft jarenlang zonder hoge druk normaal kunnen functioneren ook met het vergelijkbare beeldschermwerk.”