3.1.
[verzoeker] verzoekt de kantonrechter bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
A. voor recht te verklaren dat de opzegging van de arbeidsovereenkomst door
[verweerster] heeft plaatsgevonden in strijd met art. 7:669 BW;
[verweerster] te veroordelen tot betaling van een billijke vergoeding van
€ 1.387.034 bruto aan [verzoeker] , althans een in goede justitie te bepalen bedrag, te
vermeerderen met wettelijke rente te berekenen vanaf 1 april 2021, althans de
datum waarop dit verzoek is ingediend, althans de datum van deze beschikking,
althans een in goede justitie te bepalen datum, tot de dag van algehele
voldoening;
[verweerster] te veroordelen om binnen twee dagen na de datum van deze beschikking,
althans binnen een in goede justitie te bepalen termijn, de bonus over het
boekjaar 2020 van € 65.481,57 bruto aan [verzoeker] te betalen, althans een in
goede justitie te bepalen bedrag;
het onder C. toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke verhoging
van 50%, althans een in goede justitie te bepalen wettelijke verhoging, te
rekenen vanaf de datum waarop betaling van de bonus door [verweerster] had moeten
plaatsvinden, althans een in goede justitie te bepalen datum, tot die van gehele
voldoening;
het onder C. en D toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente,
te rekenen vanaf de datum waarop betaling van de bonus door [verweerster] had
moeten plaatsvinden, althans een in goede justitie te bepalen datum, tot die
van gehele voldoening;
[verweerster] te veroordelen om binnen twee dagen na de datum van deze beschikking,
althans binnen een in goede justitie te bepalen termijn, over te gaan tot het
verstrekken van een deugdelijke specificatie ex artikel 7:626 BW ter zake de
onder B., C., D. en E. toegewezen betalingen, zulks op straffe van een
dwangsom van € 500,00 voor iedere dag of gedeelte ervan dat [verweerster] in strijd
handelt met deze veroordeling, althans op straffe van een in goede justitie te
bepalen dwangsom;
om binnen twee dagen na deze beschikking, althans binnen een in goede justitie
te bepalen termijn, aan [verzoeker] de buitengerechtelijke incassokosten van € 1.429,73 te betalen, althans een in goede Justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf vijf dagen na de beschikking tot de dag van volledige betaling;
[verweerster] te veroordelen tot betaling van € 18.000,00 bij wijze van schadevergoeding ex artikel 7:611 BW aan [verzoeker] , te vermeerderen met wettelijke rente te berekenen vanaf 1 april 2021, althans de datum waarop dit verzoek is ingediend, althans de datum van deze beschikking, althans een in goede justitie te bepalen datum, tot de dag van volledige betaling;
I. in de kosten van deze procedure, het salaris van de gemachtigde en de
nakosten daaronder begrepen, te vermeerderen met de wettelijke rente te
rekenen vanaf vijf dagen na deze beschikking tot de dag van volledige betaling.