3 De beoordeling van het bewijs
3.1
Het standpunt van de officier van justitie en de verdediging
De officier van justitie heeft – zoals vervat in het overgelegde schriftelijke requisitoir – gevorderd dat verdachte van het onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde dient te worden vrijgesproken wegens het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs voor het medeplegen van de feiten door verdachte. De onder 1 subsidiair en 2 subsidiair ten laste gelegde medeplichtigheid aan de brandstichting en de poging kan volgens de officier van justitie wel worden bewezenverklaard.
De raadvrouw heeft – zoals vervat in de overgelegde pleitnotitie – bepleit dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde wegens het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs voor het medeplegen van de feiten door verdachte.
3.2
Het oordeel van de rechtbank
1
Met de officier van justitie en de raadsvrouw acht de rechtbank niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich als medepleger schuldig heeft gemaakt aan brandstichting en de poging daartoe, zodat de verdachte van het 1 primair en 2 primair ten laste gelegde dient te worden vrijgesproken.
Evenals de officier van justitie en de verdediging, acht de rechtbank de onder 1 subsidiair en 2 subsidiair ten laste gelegde medeplichtigheid aan deze feiten wel wettig en overtuigend bewezen. Omdat verdachte bij de politie en ter terechtzitting van 1 november 207 het feit heeft bekend en zijn raadsvrouw geen bewijsverweer heeft gevoerd, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen, te weten:
de brandstichting aan de [adres 1] te Heerlen
- de bekennende verklaringen van verdachte2;
- het processen-verbaal van bevindingen;3
- het proces-verbaal van sporenonderzoek;4
- de verklaringen van medeverdachte [medeverdachte 1] ;5
- de verklaringen van de getuigen [getuige 1]6, [getuige 2]7 en [getuige 3]8;
de poging tot brandstichting aan de [adres 2] te Kerkrade
- de bekennende verklaringen van verdachte;9
- het proces-verbaal van bevindingen;10
- het proces-verbaal van sporenonderzoek;11
- de verklaringen van medeverdachte [medeverdachte 1] ;12
- de verklaringen van de getuigen [getuige 1]13, [getuige 2]14 en [getuige 3]15.
3.3
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat
1. subsidiair
[medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] op 15 februari 2015 in de gemeente Heerlen tezamen en in vereniging, opzettelijk brand hebben gesticht en een ontploffing hebben teweeggebracht in een pand gelegen aan de [adres 1] , immers heeft die [medeverdachte 1] toen aldaar in voornoemd pand -opzettelijk van een gastoestel de gastoevoerleiding gedemonteerd en een slang en buis hieraan gemonteerd en die slang en buis de woning in geleid en de gaskraan opengedraaid en benzine in een ontluchtingsbuis en in het pand gegoten en vervolgens met een lont aangestoken ten gevolge waarvan dat pand geheel is verbrand en ten gevolge waarvan een ontploffing heeft plaatsgevonden, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen, te weten nabij gelegen woningen, en levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen, te weten bewoners van de nabij gelegen woningen, te duchten was, bij het plegen van welk misdrijf verdachte toen daar opzettelijk behulpzaam is geweest door die [medeverdachte 1] in een door hem bestuurde auto naar dat pand gelegen aan de [adres 1] te brengen;
2. subsidiair
[medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] omstreeks 15 februari 2015 in de gemeente Kerkrade ter uitvoering van het door hen voorgenomen misdrijf hebben geprobeerd om tezamen en in vereniging opzettelijk brand te stichten en een ontploffing te weeg te brengen in een pand gelegen aan de [adres 2] , immers heeft die [medeverdachte 1] toen aldaar in voornoemd pand -opzettelijk van een gastoestel de gastoevoerleiding gedemonteerd en een buis hieraan gemonteerd en die buis de woning in geleid en de gaskraan opengedraaid terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen, te weten nabij gelegen woningen, en levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen, te weten bewoners van de nabij gelegen woningen, te duchten was, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid, bij het plegen van welk voorgenomen misdrijf verdachte toen daar opzettelijk behulpzaam is geweest door die [medeverdachte 1] in een door hem bestuurde auto naar dat pand gelegen aan de [adres 2] te brengen.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
4 De strafbaarheid
Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
feit 1 subsidiair: medeplichtigheid aan opzettelijk brand stichten en een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeengevaar voor goederen te duchten is
medeplichtigheid aan opzettelijk brand stichten en een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is;
feit 2 subsidiair: medeplichtigheid aan poging tot opzettelijk brand stichten en een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeengevaar voor goederen te duchten is
medeplichtigheid aan poging tot opzettelijk brand stichten en een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is;
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.
6 De wettelijke voorschriften
De beslissing berust op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 45, 48, 57, 157 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.
7 De beslissing
- spreekt de verdachte vrij van de onder 1 primair en onder 2 primair ten laste gelegde feiten;
- -
veroordeelt de verdachte voor de onder 1 subsidiair en 2 subsidiair ten laste gelegde feiten tot een taakstraf voor de duur van 240 uren;
- -
beveelt dat indien de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast van 120 dagen;
- beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze taakstraf in mindering zal worden gebracht, naar rato van twee uren per dag;
- -
veroordeelt de verdachte 1 subsidiair en 2 subsidiair ten laste gelegde feiten tot een gevangenisstraf van 12 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren;
- -
bepaalt dat de niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd zich heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit;
- heft op het (geschorste) bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van heden.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.A.M. de Loo, voorzitter, mr. V.P. van Deventer en
mr. L. Feuth, rechters, in tegenwoordigheid van mr. H.M.E. de Beukelaer, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 15 november 2017.
De griffier is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1.
Hij op of omstreeks 15 februari 2015 in de gemeente Heerlen tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk brand heeft/hebben gesticht en/of een ontploffing heeft/hebben teweeggebracht in een pand gelegen aan de [adres 1] , immers heeft/hebben verdachte(n) en/of een van zijn mededader(s) toen aldaar in voornoemd pand -opzettelijk van een gastoestel/gasmeter de gastoevoerleiding gedemonteerd en/of een slang en/of buis hieraan gemonteerd en/of die slang en/of buis de woning in geleid en/of de gaskraan opengedraaid en/of een tijdschakelaar met daaraan gekoppeld een electrische ontsteker in dat pand geplaatst (ten gevolge waarvan een vonk(je) is ontstaan) en/of benzine in een ontluchtingsbuis en/of in pand gegoten en/of (vervolgens) met een lont aangestoken, in elk geval opzettelijk (open) vuur in aanraking gebracht met gas, althans met (een) brandbare stof(fen) ten gevolge waarvan dat pand geheel of gedeeltelijk is verbrand, in elk geval brand is ontstaan, en/of ten gevolge waarvan een ontploffing heeft plaatsgevonden, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen, te weten nabij gelegen woning(en), en/of levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen, te weten (onder andere) diens mededader(s) en/of bewoners van de nabij gelegen woning(en), te duchten was s
Subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] op of omstreeks 15 februari 2015 in de gemeente Heerlen tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk brand heeft gesticht en/of een ontploffing heeft teweeggebracht in een pand gelegen aan de [adres 1] , immers heeft/hebben die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] toen aldaar in voornoemd pand -opzettelijk van een gastoestel/gasmeter de gastoevoerleiding gedemonteerd en/of een slang en/of buis hieraan gemonteerd en/of die slang en/of buis de woning in geleid en/of de gaskraan opengedraaid en/of een tijdschakelaar met daaraan gekoppeld een electrische ontsteker in dat pand geplaatst (ten gevolge waarvan een vonk(je) is ontstaan) en/of benzine in een ontluchtingsbuis en/of in pand gegoten en/of (vervolgens) met een lont aangestoken, in elk geval opzettelijk (open) vuur in aanraking gebracht met gas, althans met (een) brandbare stof(fen) ten gevolge waarvan dat pand geheel of gedeeltelijk is verbrand, in elk geval brand is ontstaan, en/of ten gevolge waarvan een ontploffing heeft plaatsgevonden, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen, te weten nabij gelegen woning(en), en/of levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen, te weten (onder andere) diens mededader(s) en/of bewoners van de nabij gelegen woning(en), te duchten was, bij het plegen van welk misdrijf verdachte toen daar opzettelijk behulpzaam is geweest door die [medeverdachte 1] in een door hem bestuurde auto naar of in de nabijheid van dat pand gelegen aan de [adres 1] te brengen;
2.
hij op of omstreeks 15 februari 2015 in de gemeente Kerkrade ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk brand te stichten en/of een ontploffing te weeg te brengen in een pand gelegen aan de [adres 2] , immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar in voornoemd pand -opzettelijk van een gastoestel/gasmeter de gastoevoerleiding gedemonteerd en/of een slang en/of buis hieraan gemonteerd en/of die slang en/of buis de woning in geleid en/of de gaskraan opengedraaid en/of een tijdschakelaar met daaraan gekoppeld een electrische ontsteker in dat pand geplaatst en/of benzine in een ontluchtingsbuis en/of in pand gegoten en/of (vervolgens) met een lont aangestoken, in elk geval opzettelijk (open) vuur in aanraking gebracht met gas, althans met (een) brandbare stof(fen) en daarvan gemeen gevaar voor goederen, te weten nabij gelegen woning(en), en/of levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen, te weten (onder andere) diens mededader(s) en/of bewoners van de nabij gelegen woning(en), te duchten was, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] op of omstreeks 15 februari 2015 in de gemeente Kerkrade ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk brand te stichten en/of een ontploffing te weeg te brengen in een pand gelegen aan de [adres 2] , immers heeft/hebben die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] toen aldaar in voornoemd pand -opzettelijk van een gastoestel/gasmeter de gastoevoerleiding gedemonteerd en/of een slang en/of buis hieraan gemonteerd en/of die slang en/of buis de woning in geleid en/of de gaskraan opengedraaid en/of een tijdschakelaar met daaraan gekoppeld een electrische ontsteker in dat pand geplaatst en/of benzine in een ontluchtingsbuis en/of in pand gegoten en/of (vervolgens) met een lont aangestoken, in elk geval opzettelijk (open) vuur in aanraking gebracht met gas, althans met (een) brandbare stof(fen) en daarvan gemeen gevaar voor goederen, te weten nabij gelegen woning(en), en/of levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen, te weten (onder andere) diens mededader(s) en/of bewoners van de nabij gelegen woning(en), te duchten was, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid, bij het plegen van welk voorgenomen misdrijf verdachte toen daar opzettelijk behulpzaam is geweest door die [medeverdachte 1] in een door hem bestuurde auto naar of in de nabijheid van dat pand gelegen aan de [adres 2] te brengen;