RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
zaak/rep.nr.: 574536 / AO VERZ 12-543
datum uitspraak: 14 november 2012
BESCHIKKING ONTBINDING ARBEIDSOVEREENKOMST
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
WALKI MEUWISSEN B.V.
te Haarlem
verzoekster
hierna te noemen Walki Meuwissen
gemachtigde mr. A.D. Brouwers-Wozniak
tegen
[verweerder]
te [woonplaats]
verweerder
hierna te noemen [verweerder]
gemachtigde mr. E.M. Bosscher
De procedure
Op 21 september 2012 is ter griffie een verzoekschrift ontvangen van Walki Meuwissen. [verweerder] heeft een verweerschrift ingediend. De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden op 7 november 2012. Op deze zitting hebben partijen hun standpunten nader toegelicht. De gemachtigden van partijen hebben pleitnotities overgelegd. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen verder naar voren hebben gebracht. Beide partijen hebben producties in het geding gebracht.
De feiten
1. [verweerder], 47 jaar oud, is op 1 januari 1991 bij Walki Meuwissen in dienst getreden. Hij vervult thans de functie van machine operator tegen een salaris van € 2.174,34 bruto per maand, exclusief vakantiegeld en € 456,61 bruto per maand ter zake van ploegentoeslag.
2. In 2005 hebben zich tussen [verweerder] en zijn collega [[XXX] (hierna: [XXX]) met wie hij in één ploeg samenwerkte, problemen voorgedaan. Walki Meuwissen heeft daarop [XXX] overgeplaatst naar een andere ploeg.
3. In 2008 is [verweerder] langdurig uitgevallen voor zijn werkzaamheden wegens psychische en lichamelijke klachten. Blijkens een schrijven van C. Verschuren (van Praktijk voor Psychologische Hulpverlening) aan C.A.M. Limmen, huisarts van [verweerder], had [verweerder] destijds te kampen met “problemen in de agressie regulatie”.
4. Op 19 oktober 2010 heeft (wederom) een incident tussen [verweerder] en [XXX] plaatsgevonden. In een schriftelijke notitie van die datum heeft bedrijfsleider [YYY] ter zake onder meer het volgende opgemerkt: “Volgens dhr [XXX] heeft dhr [verweerder] dhr [XXX] […] in het gezicht gespuugd. […] Dhr [verweerder] is […] hierop aangesproken, waarbij dhr ouass ontkende dat hij gespuugd zou hebben. Wel melde hij dat dhr [XXX] hem altijd loopt te treiteren. […] De voorlieden hebben de opdracht gekregen om dhr [XXX] en dhr [verweerder] bij de ploegwissel niet alleen te laten.”
5. Op 13 september 2012 heeft tijdens de ploegwissel rond 22.00 uur tussen [verweerder] en [XXX] een handgemeen plaatsgevonden, waarbij - zoveel staat in ieder geval vast - [verweerder] een rol tape tegen de rug van [XXX] heeft gegooid, [verweerder] [XXX] met een houten balk heeft geslagen en [XXX] (eerst) een stanley-mes en (later) een ander mes in zijn hand heeft genomen.
6. Op vrijdag 14 september 2012 heeft Walki Meuwissen de medewerkers die tijdens de vechtpartij op de werkvloer aanwezig waren, over het incident op 13 september 2012 gehoord.
7. Op 17 september 2012 heeft Walki Meuwissen [verweerder] en [XXX] over het incident op 13 september 2012 gehoord. Zij heeft vervolgens beiden geschorst. Eveneens op 17 september 2012 hebben de medewerkers die op 14 september 2012 zijn gehoord, tegenover de gemachtigde van Walki Meuwissen hun verklaring herhaald, waarna de gemachtigde een schriftelijke verklaring voor ieder van hen heeft opgesteld, die zij hebben ondertekend.
8. [AAA], 2e operator, die op 13 september 2012 met [XXX] de wikkelmachine bediende, heeft onder meer als volgt verklaard: “De heer [XXX] stond met zijn rug naar de machine toe. De heer [verweerder] […] gooide een rol tape naar de rug van de heer [XXX]. […] De heer [verweerder] liep naar de heer [XXX] toe en er ontstond een worsteling die steeds erger werd. […] De heer [XXX] zag ik op een gegeven moment met een stanleymes […] Toen heeft de heer [verweerder] een houten balk gepakt […].”
9. [BBB], machine operator, heeft onder meer verklaard: “Ik zag dat de heer [XXX] met een houten balk door de heer [verweerder] geslagen werd. […] Ik zag de heer [verweerder] met de stoppentrekker en de heer [XXX] met een mes in een afwachtende houding.”
10. De verklaring van [CCC], voorman, luidt onder meer als volgt: “[…] de heren [verweerder] en [XXX] stonden voor de machine. De heer [verweerder] had een stoppentrekker in zijn hand en de heer [XXX] had een mes in zijn hand. Ze stonden tegen elkaar te schreeuwen […] Toen heb ik gezegd dat ze het mes en de stoppentrekker weg moesten doen. […] Toen pakte de heer [verweerder] de heer [XXX] vast en begon hem alle kanten op te gooien.”
11. [XXX] heeft onder meer het volgende verklaard: “[…] de heer [verweerder] sloeg met zijn vuist op mijn neus […] Ik liep weg om de voorman […] te bellen en de heer [verweerder] kwam achter mij aan. Hij had een balk gepakt […] en sloeg mij op de buik en rug. Ik had een werkmes in mijn broek en trok hem tevoorschijn om de heer [verweerder] af te schrikken […].”
12. [verweerder] zelf heeft onder meer het volgende verklaard: “Toen de heer [XXX] […] langs mij heen liep spuugde hij op de grond. Dat doet hij bijna elke dag. […] Toen ik langs hem heen liep pakte de heer [XXX] mij vast […] De heer [XXX] pakte een klein mes uit zijn broekzak en ik pakte een balk. […] Ik heb hem niet geslagen. […] De heer [XXX] pakte nog een groter mes …] De heer [XXX] probeerde mij te steken en ik verdedigde mij met de stoppentrekker maar ik heb de heer [XXX] daar niet mee geslagen.”
13. Bij brief van 18 september 2012 heeft Walki Meuwissen aan [verweerder] meegedeeld bij de kantonrechter een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [verweerder] te zullen indienen.
14. Op 24 september 2012 heeft [verweerder] aangifte gedaan van bedreiging door [XXX].
15. Op 19 oktober 2012 heeft de Inspectie SZW van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op verzoek van [verweerder] een inspectie uitgevoerd bij Walki Meuwissen.
16. Op 22 oktober 2012 heeft de Inspectie SZW onder meer als volgt gerapporteerd: “Uw werkgever beschikt niet over beleid gericht op het voorkomen en, indien dat niet mogelijk is, het beperken van psychosociale arbeidsbelasting van de medewerkers. Ongewenste (onderlinge) omgangsvormen, zoals (seksuele) intimidatie, discriminatie en pesten, maken hier onderdeel van uit. Dit is een overtreding van artikel 2.15, 2e lid van het Arbeidsomstandighedenbesluit.”
Het verzoek
Walki Meuwissen verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst, primair wegens een dringende reden en subsidiair wegens veranderingen in de omstandigheden. Walki Meuwissen stelt –samengevat – het volgende.
[verweerder] geldt op de werkvloer als iemand die snel aangebrand is en met diverse collega’s problemen heeft. [verweerder] en [XXX] hebben een lange historie waarbij het duidelijk is dat zij niet met elkaar overweg kunnen. [verweerder] staat bekend als aanstichter van treiterijen en pesterijen. Met de vechtpartij op 13 september 2012 heeft [verweerder] een grens overschreden. Hij heeft [XXX] diverse verwondingen toegebracht. Walki Meuwissen, die verantwoordelijk is voor een veilige werkomgeving voor haar personeel, kan dergelijk gedrag binnen haar onderneming niet tolereren. Het geweld dat [verweerder] tegen [XXX] heeft gebruikt vormt een dringende reden voor Walki Meuwissen tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst met [verweerder].
Voor zover de dringende reden niet komt vast te staan, dient de arbeidsovereenkomst met [verweerder] te worden ontbonden wegens een verandering in de omstandigheden. Walki Meuwissen kan de veiligheid van haar werknemers niet langer garanderen, gelet op de lage tolerantiegrens van [verweerder] en zijn agressieve houding. Daar komt bij dat [verweerder] niet de waarheid heeft gesproken. Zijn verklaring over de vechtpartij met [XXX] is, gelet op de inhoud van de verklaringen van zijn collega’s, niet geloofwaardig. Enig inzicht in, laat staan spijt van zijn gedrag, ontbreekt bij [verweerder]. Van Walki Meuwissen kan dan ook niet worden verlangd de arbeidsovereenkomst met [verweerder] te laten voortduren. Deze dient derhalve op zo kort mogelijke termijn te worden ontbonden.
Voor toekenning aan [verweerder] van een vergoeding is geen aanleiding, gelet op de mate waarin de verandering in de omstandigheden aan hem kan worden verweten.
Het verweer
[verweerder] concludeert primair tot afwijzing van het verzoek. [verweerder] voert daartoe het volgende aan.
[verweerder] heeft al gedurende bijna 22 jaar een onberispelijke staat van dienst bij Walki Meuwissen. Hij heeft zijn werkzaamheden voor Walki Meuwissen altijd naar volle tevredenheid en met plezier uitgevoerd. Het werkplezier is echter verminderd nadat medio 2005 tussen [verweerder] en [XXX] een voorval had plaatsgevonden, waarbij [XXX] ontzettend kwaad werd op [verweerder], toen deze zijn hulp afsloeg. Sinds die tijd is de verhouding tussen [verweerder] en [XXX] gespannen en gaandeweg verslechterd. [XXX] maakt van elke gelegenheid gebruik om [verweerder] te kleineren, intimideren, pesten en beledigen. Hij scheldt [verweerder] regelmatig uit en bespuugt hem. Hij legt briefjes in de kledingkast van [verweerder] met daarop het woord ‘homo’.
[verweerder] heeft deze voorvallen diverse keren aan Walki Meuwissen gemeld, maar hij heeft geen enkele steun van Walki Meuwissen ondervonden. Walki Meuwissen heeft nagelaten adequaat op te treden. Zij heeft [XXX] nimmer aangesproken op zijn gedrag jegens [verweerder] of hem disciplinaire maatregelen opgelegd. Ten gevolge van de pesterijen en intimidaties heeft [verweerder] te kampen gekregen met psychische klachten. [verweerder] heeft daar nooit enige ondersteuning van Walki Meuwissen bij ondervonden.
Uiteindelijk is de zaak op 13 september 2012 geëscaleerd. Die avond heeft [XXX] [verweerder] geprovoceerd door achter diens rug rochelende geluiden te maken en te spugen. [verweerder] heeft daar, zoals gewoonlijk, geen aandacht aan besteed. Wel is hij zowel naar de voorman van [XXX] als zijn eigen voorman gegaan om de zaak te bespreken. Beide voormannen bleken echter niet bereid iets aan de situatie te doen. Toen [verweerder] even later langs [XXX] liep, ontstond een woordenwisseling en heeft [verweerder] een rol plakband naar [XXX] gegooid. Hij heeft [XXX] niet geslagen. Het was [XXX] die [verweerder] met een hand vast pakte, terwijl hij met zijn andere hand een mes uit zijn broekzak haalde. [verweerder] heeft zich weten los te rukken, waarna [XXX] met een balk op [verweerder] afkwam. Om zich te verdedigen heeft [verweerder] ook een balk gepakt. Later, op het moment dat [verweerder] naar huis wilde gaan, stond [XXX] weer voor hem met een ander, groter mes. [verweerder] heeft zich toen bediend van een stoppentrekker om zich tegen de aanval van [XXX] te verdedigen. De door de medewerkers afgelegde verklaringen gaan uit van onjuiste voorstellingen en/of een onjuiste chronologische volgorde van de gebeurtenissen.
Van een dringende reden die de beëindiging van de arbeidsovereenkomst met [verweerder] rechtvaardigt, is dan ook geen sprake. Niet de arbeidsovereenkomst met [verweerder], maar die met [XXX] zou moeten worden ontbonden.
Subsidiair, voor het geval de arbeidsovereenkomst toch wordt ontbonden, verzoekt [verweerder] om toekenning van een vergoeding van € 75.731,00 bruto.
[verweerder] treft geen verwijt van de vechtpartij op 13 september 2012. Hij is die vechtpartij niet begonnen, maar [XXX]. De aanwezigheid van [verweerder] op de werkvloer vormt geen gevaar voor [XXX] of andere collega’s. Hij kan met al zijn collega’s goed overweg, alleen niet met [XXX].
Walki Meuwissen is tekortgeschoten in haar begeleiding van [verweerder] vanaf het moment dat de problemen met [XXX] ontstonden. Ten gevolge van een gebrek aan handhavend optreden hebben de spanningen tussen [verweerder] en [XXX] kunnen escaleren.
[verweerder] heeft nooit kritiek op zijn functioneren van Walki Meuwissen ontvangen. Het ziet ernaar uit dat Walki Meuwissen op deze manier van [verweerder] als oudere en duurdere kracht af wil komen. De ontbinding van de arbeidsovereenkomst zal voor [verweerder], gelet op zijn leeftijd en eenzijdige werkervaring, ernstige gevolgen hebben. Daar komt bij dat de gebeurtenis op 13 september 2012 bij [verweerder] diepe sporen heeft achtergelaten. Hij heeft niet alleen fysieke verwondingen opgelopen, maar ook zijn zijn psychische klachten weer toegenomen.
Mede gelet op de mate waarin de ontstane situatie aan Walki Meuwissen kan worden verweten, is de verzochte vergoeding, waarbij de correctiefactor C = 1,5 is toegepast, gerechtvaardigd.
Walki Meuwissen dient te worden veroordeeld in de kosten die [verweerder] heeft moeten maken. Deze kosten begroot [verweerder] thans op € 2.500,00 exclusief btw.
De beoordeling
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst
De kantonrechter stelt vast dat het verzoek geen verband houdt met een opzegverbod.
Vooropgesteld wordt dat vechtpartijen op de werkvloer, gelet op de veiligheid van het personeel, niet door de werkgever behoeven te worden getolereerd. Het spreekt derhalve van zelf dat de werkgever disciplinaire maatregelen kan en moet nemen tegen werknemers die zich van gewelddadig gedrag op de werkvloer bedienen. In het onderhavige geval staat vast dat tussen twee medewerkers van Walki Meuwissen, [verweerder] en [XXX], een handgemeen op de werkvloer heeft plaatsgevonden, waarbij beiden elkaar hebben belaagd en verwondingen hebben toegebracht.
Over de vraag wie de vechtpartij is begonnen verschillen partijen van mening. Volgens Walki Meuwissen is [verweerder] de aanstichter geweest, volgens [verweerder] was het [XXX]. De beantwoording van die vraag kan echter, gelet op hetgeen hierna wordt overwogen en beslist, in het midden blijven.
Waar het met name om gaat, is of het incident op 13 september 2012 [verweerder] dusdanig ernstig kan worden aangerekend, dat daarom zijn langdurige dienstverband moet worden beëindigd. Niet in geschil is dat tussen [verweerder] en [XXX] al langer een verstoorde arbeidsrelatie bestaat en dat Walki Meuwissen daarvan op de hoogte was. Vast staat voorts dat [verweerder] nog nimmer dergelijk agressief gedrag jegens [XXX] of enige andere medewerker van Walki Meuwissen heeft vertoond, terwijl niet is uit te sluiten dat zijn stelling dat hij door [XXX] werd geprovoceerd, juist is.
Mede in aanmerking genomen dat gesteld noch gebleken is dat Walki Meuwissen voldoende adequate maatregelen heeft genomen om de, al gedurende lange tijde verstoorde, arbeidsrelatie tussen [verweerder] en [XXX] te normaliseren, is de kantonrechter van oordeel dat ontbinding van de arbeidsovereenkomst met een werknemer die al 22 jaar zijn werkzaamheden naar tevredenheid van Walki Meuwissen heeft verricht, een te ver gaande maatregel is.
Al het voorgaande in aanmerking nemende komt de kantonrechter tot de conclusie dat er geen gewichtige redenen bestaan om de arbeidsovereenkomst te ontbinden, zodat het verzoek wordt afgewezen.
Wat partijen verder nog naar voren hebben gebracht behoeft geen bespreking, omdat dat niet tot een andere beslissing leidt.
Vanwege de aard van deze procedure draagt iedere partij de eigen kosten.
De beslissing
De kantonrechter:
- wijst het verzoek af;
- bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. C.E. van Oosten-van Smaalen en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
Coll.