Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBGEL:2025:668

Rechtbank Gelderland
29-01-2025
12-02-2025
C/05/364568 / HZ ZA 20-18
Civiel recht
Eerste aanleg - meervoudig,Op tegenspraak,Tussenuitspraak

Onteigeningszaak. Tussenvonnis. Onteigeningsvordering ingetrokken. Geen grond voor schadeloosstelling en evenmin voor voortzetting procedure. De Staat zal wel worden veroordeeld in proceskosten gedaagde. Rolverwijzing voor uitlating door de Staat over kostenopgave gedaagde.

Rechtspraak.nl

Uitspraak

RECHTBANK Gelderland

Civiel recht

Zittingsplaats Zutphen

Zaaknummer: C/05/364568 / HZ ZA 20-18

Vonnis van 29 januari 2025

in de zaak van

DE STAAT DER NEDERLANDEN,

te 's-Gravenhage,

eisende partij,

hierna te noemen: de Staat,

advocaat: mr. R.C.K. van Andel,

tegen

DE STAAT DER NEDERLANDEN,

te 's-Gravenhage,

gedaagde partij,

hierna te noemen: de Staat,

advocaat: mr. B.S. ten Kate,

alsmede

OLIEHANDEL NEDERLAND B.V.,

te Harderwijk,

tussenkomende partij,

hierna te noemen: OHN,

advocaat mr. W.J.E. van der Werf.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- het tussenvonnis van 1 september 2021, waarbij de zaak is verwezen naar de parkeerrol
- de akte houdende vermindering van eis van de Staat
- de antwoordakte gedaagde van de Staat

- de antwoordakte vermindering van eis tevens houdende overlegging productie van OHN.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De verdere beoordeling

2.1.

De vordering van de Staat strekte tot het uitspreken van de vervroegde onteigening ten name van de Staat en ten algemenen nutte van het perceel kadastraal bekend [perceelnummer] , ter grootte van 122.590 m² en bepaling van het bedrag van de schadeloosstelling op nihil.

2.2.

Bij haar akte houdende vermindering van eis trekt de Staat haar vorderingen in. Zij voert daartoe – samengevat – het volgende aan.

Per 1 januari 2021 heeft de Staat de vergunning voor de exploitatie van een motorbrandstofverkooppunt (MBV) op een gedeelte van het perceel ingetrokken. Dit besluit tot intrekking van de zogenoemde Wbr-vergunning is onherroepelijk geworden door de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 15 februari 2023 (ECLI:NL:RVS:2023:596). Door de intrekking van deze vergunning is ook de privaatrechtelijke vergunning geëindigd. Als gevolg daarvan was OHN niet langer gerechtigd tot het gebruik van het MBV. Per 1 januari 2023 heeft OHN het MBV ontruimd.

De Staat heeft de onteigeningsprocedure slechts aanhangig gemaakt voor het geval intrekking van de Wbr-vergunning niet zou leiden tot een tijdige ontruiming van het MBV. Dit belang is niet langer aanwezig. Daarom trekt de Staat haar vorderingen in. De Staat is bereid de kosten te vergoeden die OHN in het kader van deze procedure heeft gemaakt, voor zover deze kosten voldoen aan de dubbele redelijkheidstoets. Ook is de Staat bereid de kosten van de door de rechtbank benoemde deskundigen voor haar rekening te nemen.

2.3.

De Staat als gedaagde partij stemt in met de intrekking van de vordering tot onteigening.

2.4.

OHN verzet zich tegen de vermindering van eis en stelt zich op het standpunt dat moet worden voortgeprocedeerd. Daartoe voert zij – samengevat – het volgende aan.

2.5.

Primair betoogt OHN dat zij belang heeft bij het voeren van een procedure over de schadeloosstelling en dat die kans haar wordt ontnomen als de eisvermindering wordt gehonoreerd. De beoogde intrekking van de vorderingen door de Staat is volgens OHN in strijd met de beginselen van een goede procesorde. OHN stelt dat zij als gevolg van de aanwijzing van de gronden ter onteigening zeer forse schade lijdt, die zij door de rechtbank wil laten vaststellen. Honorering van de intrekking van de vorderingen zou daaraan in de weg staan. Dit maakt de intrekking jegens OHN onrechtmatig. Volgens OHN heeft de Staat onvoldoende duidelijk gemaakt waarom zij de onteigening op dit moment niet meer nodig acht. Als dit volgens de Staat een gevolg is van het feit dat de intrekking van de Wbr-vergunning onherroepelijk is geworden, dan had zij haar vordering al op 15 februari 2023 kunnen intrekken en is onduidelijk waarom zij daar ruim anderhalf jaar mee heeft gewacht. De Staat voert geen andere grond aan voor de intrekking, zodat deze intrekking te laat is, aldus OHN. Het standpunt van de Staat, dat OHN niet duidelijk zou hebben gemaakt in welk opzicht zij schade heeft geleden doordat de gronden ter onteigening zijn aangewezen, is volgens OHN onjuist. Zij betoogt dat het niet aan haar is om die schade te bewijzen of aannemelijk te maken, maar aan de rechtbank om – na advisering door de rechtbankdeskundigen – zelfstandig de schadeloosstelling vast te stellen waarop OHN aanspraak kan maken.

2.6.

Subsidiair, voor zover de rechtbank de intrekking van de vordering zou honoreren, vordert OHN dat de Staat op grond van artikel 50 van de Onteigeningswet (Ow) wordt veroordeeld in de proceskosten. Volgens OHN gaat het om een totaalbedrag van € 84.084,27 wegens kosten van juridische bijstand in de onteigeningsprocedure en de aanloop daarnaartoe (€ 13.902,30 voor Lexence Advocaten en € 70.181,97 voor Van der Feltz Advocaten). OHN verzoekt de rechtbank een mondelinge behandeling te bepalen, waar zij haar standpunten nader wil toelichten.

2.7.

De rechtbank staat de vermindering van eis toe. Het staat de Staat op ieder moment vrij haar vordering tot vervroegde onteigening in te trekken als zij meent dat zij daarbij niet langer belang heeft. Dat het besluit tot intrekking van de Wbr-vergunning al op 15 februari 2023 onherroepelijk is geworden, betekent – anders dan OHN meent – niet dat de Staat daarmee nu te laat is. Als gevolg van de intrekking van de vordering zal de vervroegde onteigening niet worden uitgesproken. Gelet hierop bestaat geen grond voor een schadeloosstelling van OHN en dus ook niet voor voortzetting van deze procedure. Voor zover OHN meent dat de intrekking van de vordering ten opzichte van haar onrechtmatig is en dat zij als gevolg van de aanwijzing van de gronden ter onteigening zeer forse schade lijdt, staat het haar vrij een procedure op grond van onrechtmatige overheidsdaad te beginnen. Binnen het kader van deze onteigeningsprocedure is voor die beoordeling geen plaats. Gezien het voorgaande ziet de rechtbank geen aanleiding een mondelinge behandeling te bepalen.

2.8.

De Staat zal – in overeenstemming met haar aanbod daartoe – worden veroordeeld in de proceskosten van OHN. OHN heeft bij haar antwoordakte vermindering van eis tevens houdende overlegging productie een kostenopgave in het geding gebracht. De Staat heeft daarop nog niet kunnen reageren. De rechtbank zal de zaak naar de rol verwijzen om de Staat daartoe alsnog in de gelegenheid te stellen.

2.9.

De Staat heeft ook aangeboden de kosten van de door de rechtbank benoemde deskundigen te betalen. Desgevraagd hebben de deskundigen de rechtbank echter laten weten dat zij al in 2020 hun kosten in deze zaak in rekening hebben gebracht en betaald hebben gekregen en dat er geen uren meer open staan. Een veroordeling van de Staat in de kosten van de door de rechtbank benoemde deskundigen is daarom niet meer aan de orde.

2.10.

De rechtbank zal iedere verdere beslissing aanhouden.

3 De beslissing

De rechtbank

3.1.

verwijst de zaak naar de rol van 12 februari 2025 voor akte uitlating door de Staat (als eisende partij) als hierboven bedoeld in 2.8,

3.2.

houdt iedere verdere beslissing aan.

Dit vonnis is gewezen door mr. D. Vergunst, mr. K.H.A. Heenk en mr. M. Stempher en in het openbaar uitgesproken op 29 januari 2025.

JE/Vg/KH/Ma

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.