[eiser + verweerder in vrw rec.] vordert dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. [gedaagde + eiser in vrw rec.] veroordeelt tot betaling van € 3.966,18,
II. de huurovereenkomst tussen partijen ontbindt,
III. [gedaagde + eiser in vrw rec.] veroordeelt om het gehuurde met alle daarop aanwezige personen en zaken, voor zover deze laatste niet het eigendom zijn van [eiser + verweerder in vrw rec.] , binnen 48 uur na betekening van het vonnis te verlaten en te ontruimen en ontruimd te houden en ter vrije beschikking van [eiser + verweerder in vrw rec.] te stellen en te blijven stellen, met machtiging van [eiser + verweerder in vrw rec.] om, indien [gedaagde + eiser in vrw rec.] na de betekening van het vonnis met die ontruiming en het ter vrije beschikking stellen in gebreke blijft, deze zelf te doen uitvoeren, desnoods met behulp van de sterke arm van politie en justitie,
IV. [gedaagde + eiser in vrw rec.] veroordeelt tot betaling van een dwangsom van € 1.000,00 voor iedere dag dat [gedaagde + eiser in vrw rec.] in gebreke blijft aan de ad III uit te spreken veroordeling te voldoen na betekening van het vonnis,
V. [gedaagde + eiser in vrw rec.] veroordeelt om met ingang van 1 maart 2024, telkens op de eerste dag van de maand, aan [eiser + verweerder in vrw rec.] te betalen een bedrag van € 150,00, een en ander zolang de huurovereenkomst voortduurt,
VI. [gedaagde + eiser in vrw rec.] veroordeelt tot betaling van de contractuele boete uit hoofde van artikel 1 van de huurovereenkomst ad € 20,00, voor iedere week dat [gedaagde + eiser in vrw rec.] in gebreke blijft aan de ad V uit te spreken veroordeling te voldoen na betekening van het vonnis,
VII. [gedaagde + eiser in vrw rec.] veroordeelt in de proceskosten.