Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBGEL:2024:9011

Rechtbank Gelderland
20-12-2024
27-12-2024
11212688 \ CV EXPL 24-2196
Verbintenissenrecht
Eerste aanleg - enkelvoudig,Op tegenspraak

Overeenkomst tussen zelfstandig gevestigde psychologe en psychologenpraktijk ter zake online therapie. Uitleg. Is een minimum aantal uren gegarandeerd? Kon worden opgezegd in verband met tegenvallende belangstelling?

Rechtspraak.nl
GZR-Updates.nl 2025-0004

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Nijmegen

zaakgegevens 11212688 \ CV EXPL 24-2196 \ 560

uitspraak van 20 december 2024

vonnis

in de zaak van

[eiseres in conv] ,

wonende te [woonplaats] ,

eisende partij in conventie,

verwerende partij in reconventie,

gemachtigde mr. J.F.M. Verheij,

tegen

1.

de vennootschap onder firma [gedaagde in conv 1],

gevestigd te Nijmegen,

2.

[gedaagde in conv 2] ,

wonende te [woonplaats] ,

3.

[gedaagde in conv 3] ,

wonende te [woonplaats] ,

4.

[gedaagde in conv 4] ,

wonende te [woonplaats] ,

gedaagde partijen in conventie,

eisende partijen in reconventie,

gemachtigde mr. A. Houwen.

Eiseres wordt hierna [eiseres in conv] genoemd. Gedaagden worden gezamenlijk als [gedaagden in conv] of gedaagden aangeduid, dan wel afzonderlijk als [gedaagde in conv 2] , [gedaagde in conv 3] en [gedaagde in conv 4] .

1 De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- het tussenvonnis van 2 augustus 2024 en de daarin genoemde processtukken,

- de conclusie van antwoord in reconventie,

- de brief van [gedaagden in conv] van 19 november 2024 met de producties 13 en 14,

- de mondelinge behandeling van 26 november 2024.

2 De feiten

2.1.

[eiseres in conv] is, handelend onder de naam [bedrijf 1] , zelfstandig gevestigd therapeut.

2.2.

[gedaagden in conv] is een praktijk van psychotherapeuten, psychologen en pedagogen.

2.3.

Tussen [gedaagden in conv] en [eiseres in conv] is op 3 oktober 2022 een overeenkomst getiteld ‘samenwerkingsovereenkomst [gedaagde in conv 1] (Psyexperts) en [eiseres in conv] ’ tot stand gekomen. Daarin is [eiseres in conv] als opdrachtnemer aangeduid en [gedaagden in conv] als opdrachtgever. In de overeenkomst is opgenomen, voor zover hiervan belang:

1 Doelomschrijving

1.1

Opdrachtnemer zal als zelfstandig zorgverlener met ingang van 1 november 2022 voor bepaalde tijd tot 31 oktober 2023 werkzaam zijn ten behoeve van de praktijk van opdrachtgever en wel voor minimaal 10 uur per week op maandagavond, woensdagen en zaterdagochtend.

2 Honorarium

3.1

Partijen zijn een vergoeding van € 50,- per cliënt-uur overeengekomen voor reguliere sessies en € 65,- inclusief BTW voor relatietherapie. Deze vergoeding is overeengekomen op basis van de afgesproken inzetbaarheid van opdrachtnemer. Mocht deze inzetbaarheid in de toekomst verminderen, zal hier opnieuw over onderhandeld worden. (…)

3.3

Opdrachtgever is geen honorarium verschuldigd indien en zolang opdrachtnemer door ziekte, ongeval of andere (vrijwillige) oorzaken de overeengekomen werkzaamheden niet verricht.

7 Einde

7.1

De overeenkomst wordt beëindigd:

 door het verstrijken van de duur waarvoor zij is aangegaan;

 door opzegging van één der partijen met een opzegtermijn van twee maanden;

 door opzegging van één der partijen door de andere partij met onmiddellijke ingang, om een dringende aan de betrokken partij onverwijld meegedeelde reden; een dringende reden is aanwezig wanneer zich met betrekking tot één der partijen een situatie voordoet, waarin van de andere partij niet in redelijkheid kan worden gevergd dat zij de overeenkomst voortzet;

 door overlijden of blijvende aanmerkelijke beroepsinvaliditeit van opdrachtnemer, met directe ingang.

2.4.

In een e-mail van 13 maart 2023 is door [gedaagden in conv] de overeenkomst opgezegd tegen

31 oktober 2023.

2.5.

In een e-mail van 5 mei 2023 is door [gedaagden in conv] de overeenkomst opgezegd tegen

1 augustus 2023.

2.6.

Met een factuur van 31 juli 2023 heeft [eiseres in conv] aan [gedaagden in conv] een bedrag van € 14.600 in rekening gebracht. Bij de omschrijving is vermeld:

Herinnering resterend deel factuur niet nagekomen toegezegde uren volgens contract, zie opmerking.

En bij opmerking:

Herinnering: eindafrekening niet nagekomen 10 uren per week vanaf 1 november. Berekening 39 weken is 390 - 30 vakantiedagen – 68 uur gewerkte uren = 292 uur.

2.7.

[gedaagden in conv] heeft deze factuur niet betaald.

3 De vordering en het verweer in conventie

3.1.

[eiseres in conv] vordert dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:

a. voor recht verklaart dat de overeenkomst tussen [eiseres in conv] en [gedaagden in conv] niet eerder is geëindigd dan per 31 oktober 2023, subsidiair per 1 augustus 2023 en gedaagden hoofdelijk aan [eiseres in conv] verschuldigd zijn een honorarium van minimaal tien uur per week à € 50 per uur;

b. gedaagden hoofdelijk veroordeelt tot betaling aan [eiseres in conv] van een honorarium van € 14.600 aangevuld met het honorarium tot en met 31 oktober 2023 voor tien uur per week à € 50 per uur;

c. gedaagden hoofdelijk veroordeelt tot betaling aan [eiseres in conv] van de buitengerechtelijke kosten van € 1.021, dan wel een door de kantonrechter te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding;

d. gedaagden hoofdelijk veroordeelt tot betaling van de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente indien deze niet binnen veertien dagen na de datum van dit vonnis worden voldaan.

3.2.

[eiseres in conv] legt aan haar vordering ten grondslag dat zij met [gedaagden in conv] is overeengekomen dat zij minimaal tien uur per week werkzaam zou zijn voor [gedaagden in conv] . Deze uren zijn haar dus in feite gegarandeerd. Zij is echter niet dienovereenkomstig betaald door [gedaagden in conv] .

3.3.

[gedaagden in conv] voert gemotiveerd verweer en concludeert tot het niet ontvankelijk verklaren van [eiseres in conv] in haar vorderingen, dan wel tot afwijzing daarvan, dan wel tot vermindering tot nihil van deze vorderingen, dan wel tot een door de kantonrechter te bepalen bedrag, met veroordeling, uitvoerbaar bij voorraad, van [eiseres in conv] in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente indien deze niet binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis zijn voldaan.

4 De vordering en het verweer in reconventie

4.1.

[gedaagden in conv] vordert dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:

a. voor rechter verklaart dat [eiseres in conv] misbruik heeft gemaakt van haar (proces) recht en [eiseres in conv] gehouden is tot betaling van de schade van [gedaagden in conv] ;

b. [eiseres in conv] veroordeelt tot betaling van een bedrag van € 1.052,70 dan wel een door de kantonrechter te bepalen bedrag.

4.2.

[gedaagden in conv] legt aan haar vordering ten grondslag dat [eiseres in conv] een vordering heeft ingesteld waarvan zij wist dat deze geen kans van slagen had. [eiseres in conv] maakt misbruik van recht en handelt daardoor onrechtmatig jegens [gedaagden in conv] . Daarom moet zij de werkelijke kosten voor de gemachtigde dragen die [gedaagden in conv] heeft gemaakt.

4.3.

[eiseres in conv] voert gemotiveerd verweer en concludeert tot afwijzing van de vordering en hoofdelijke veroordeling, uitvoerbaar bij voorraad, van gedaagden in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente indien deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe zijn betaald.

5 De beoordeling van het geschil

in conventie

Voldoet de dagvaarding?

5.1.

[gedaagden in conv] stelt dat [eiseres in conv] niet heeft voldaan aan de substanti|eringsplicht omdat zij de haar bekende door [gedaagden in conv] gevoerde verweren niet heeft besproken in de dagvaarding. Dit is echter onjuist. [eiseres in conv] heeft in de dagvaarding de door [gedaagden in conv] gevoerde verweren opgesomd en uit de verdere tekst van de dagvaarding volgt welk standpunt [eiseres in conv] inneemt met betrekking tot de door [gedaagden in conv] opgeworpen punten. Dit verweer wordt dus gepasseerd.

De uitleg van de overeenkomst

Beoordelingskader

5.2.

Partijen verschillen van mening over de vraag wat zij zijn overeengekomen, het gaat om de uitleg van de aantal betalingen uit de overeenkomst van 3 oktober 2022. Bij de uitleg van bepalingen uit een overeenkomst komt het niet alleen aan op de taalkundige uitleg van de bewoordingen ervan, maar ook op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer aan hetgeen is overeengekomen mochten toekennen en hetgeen zij daarover redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten (Hoge Raad 13 maart 1981, ECLI:NL:HR:1981:AG4158).

Uitleg artikel 1.1: is [eiseres in conv] een minimaal aantal uren gegarandeerd?

5.3.

Partijen twisten allereerst over de vraag of [eiseres in conv] een minimaal aantal uren per week is gegarandeerd door [gedaagden in conv] en of zij deze dus ook betaald moet krijgen. Dit betreft de uitleg van artikel 1.1 van de overeenkomst en, in het verlengde daarvan, artikel 3.1 van de overeenkomst dat gaat over het door [eiseres in conv] te ontvangen honorarium.

5.4.

[gedaagden in conv] heeft gesteld dat tussen partijen voor het aangaan van de overeenkomst is besproken dat het gaan aanbieden van online diensten een pilot betrof. [gedaagden in conv] bood geen online therapie aan en zij wilde bezien of zij dit rendabel kon uitbaten. Volgens [gedaagden in conv] moet [eiseres in conv] duidelijk zijn geweest dat zij alleen de werkelijk gewerkte uren kon declareren. [gedaagden in conv] streefde er wel naar dat dit minimaal tien uur per week zou zijn en zij verwachtte ook wel dat dit mogelijk zou zijn, maar dit is niet gegarandeerd, aldus [gedaagden in conv] . De in artikel 1.1 van de overeenkomst genoemde tien uur per week zien (meer) op het aantal ‘slots’, tijdstippen waarop therapie kon worden aangeboden, die [eiseres in conv] moest vrij houden zodat daarop afspraken met cliënten konden worden gepland.

5.5.

Volgens [eiseres in conv] is inderdaad gesproken over een pilot, maar deze zou niet de gehele duur van de overeenkomst, maar drie maanden beslaan. Volgens [eiseres in conv] is besproken dat het in de lijn der verwachting lag dat zij in de eerste periode minder uren zou werken dan de in de overeenkomst genoemde tien uur per week, maar dat partijen ervan uitgingen dat dit later (veel) meer uren zouden zijn. Dan zou er over de gehele periode gemiddeld tien uur per week gewerkt kunnen worden en [eiseres in conv] zou zo voor minimaal tien uur per week betaald worden. Hiervan is zij uitgegaan.

5.6.

De kantonrechter oordeelt als volgt. In de overeenkomst staat wat betreft de omvang van de opdracht in artikel 1.1 zonder voorbehoud dat [eiseres in conv] minimaal 10 uur per week werkzaam zal zijn voor [gedaagden in conv] . Dit duidt op een gegarandeerd aantal uren. Ook is in artikel 3.1 bepaald dat het uurtarief is gebaseerd op deze inzetbaarheid en dat opnieuw over het tarief onderhandeld zal worden als de inzetbaarheid zou verminderen. Ook dit duidt naar het oordeel van de kantonrechter op een gegarandeerd aantal uren. Partijen lijken hiermee immers beoogd te hebben dat door [eiseres in conv] een bedrag per week van minimaal € 500 verdiend kon worden en dat zij haar tarief zou kunnen wijzigen (verhogen) als de inzetbaarheid zou dalen. In de overeenkomst is niets opgenomen over een pilot of anderszins nuancerende opmerkingen op dit punt.

5.7.

Wat betreft de contractsluiting beschikt de kantonrechter niet over schriftelijke informatie. Uit hetgeen partijen over en weer hebben gesteld over wat zij mondeling hebben besproken, leidt de kantonrechter af dat beide partijen ervan uitgingen dat de samenwerking (door [gedaagden in conv] als pilot aangeduid) zodanig succesvol zou (kunnen) zijn dat [eiseres in conv] over de gehele periode bezien gemiddeld minimaal tien uur per week in opdracht van [gedaagden in conv] werkzaam zou zijn en dat zij dienovereenkomstig betaald zou worden. Ook zijdens [gedaagden in conv] is immers gesteld dat de inzet van [eiseres in conv] na de opstart veel groter, bijvoorbeeld wel twintig uur per week, zou kunnen zijn.

5.8.

Niets duidt er dus op dat de in de overeenkomst genoemde tien uur per week alleen zag op het aantal ‘slots’ dat [eiseres in conv] moest open stellen. Het komt de kantonrechter zonder nadere toelichting, die ontbreekt, ook niet logisch voor dat [eiseres in conv] dan in feite een grote hoeveelheid tijd per week vrij moest houden ten behoeve van [gedaagden in conv] zonder dat hiervoor een vergoeding tegenover zou staan. In de overeenkomst is niets geregeld over bijvoorbeeld een lagere vergoeding voor gereserveerde maar niet ingevulde ‘slots’.

5.9.

De kantonrechter komt op grond van het voorgaande tot het oordeel dat [eiseres in conv] op grond van de tekst van de overeenkomst en hetgeen partijen voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst hebben besproken redelijkerwijs mocht verwachten dat zij gedurende de looptijd van de overeenkomst (uiteindelijk) minimaal tien uur per week werkzaam zou zijn voor [gedaagden in conv] en zij dus ook voor minimaal dat aantal uren zou worden betaald. De door [gedaagden in conv] aangehaalde e-mail van [eiseres in conv] van 5 mei 2023, overigens dus van nadat partijen al in discussie waren geraakt over de uitleg van artikel 1.1, leidt niet tot een ander oordeel. Integendeel, in deze e-mail beschrijft [eiseres in conv] het standpunt dat zij ook in deze procedure heeft ingenomen.

5.10.

Dat in de branche de uitleg van een overeenkomst als deze zonder meer die is als door [gedaagden in conv] gesteld en dus voor [eiseres in conv] ook helder moest zijn, is door [gedaagden in conv] wel aangevoerd maar niet onderbouwd.

5.11.

[gedaagden in conv] heeft nog gesteld dat [eiseres in conv] eerder had moeten klagen over het feit dat zij te weinig betaald kreeg. [gedaagden in conv] had de volgens haar verkeerde interpretatie door [eiseres in conv] van de overeenkomst dan onderkend en de overeenkomst veel eerder kunnen opzeggen, zo stelt zij.

5.12.

Kennelijk doelt [gedaagden in conv] hiermee op de klachtplicht van artikel 6:89 BW. Anders dan door [eiseres in conv] gesteld is dat beroep mogelijk omdat er sprake was van gedeeltelijk presteren door [gedaagden in conv] en niet van het geheel uitblijven van haar prestatie, zoals door [eiseres in conv] gesteld. [gedaagden in conv] betaalde immers wel voor het aantal uren dat [eiseres in conv] feitelijk werkte. Dit betrof een heel beperkt aantal uren. Het beroep op de klachtplicht slaagt echter niet. De handelwijze van [eiseres in conv] was immers in overeenstemming met de door haar gestelde uitleg van de overeenkomst. Zij ging ervan uit (en [gedaagden in conv] ook) dat zij verderop in de contractperiode een (veel) groter aantal uren zou kunnen declareren, zodat zij op de minimaal tien betaalde uren in de week zou komen. Gelet daarop bestond er naar het oordeel van de kantonrechter geen verplichting voor [eiseres in conv] om na ommekomst van de eerste maand(en) te klagen bij [gedaagden in conv] over het uitblijven van de betaling overeenkomst tien gewerkte uren per week.

Uitleg artikel 3.3: wie draagt het risico voor tegenvallende belangstelling?

5.13.

Volgens [gedaagden in conv] viel de belangstelling voor de online therapie erg tegen. Volgens haar is dit een in artikel 3.3 van de overeenkomst bedoelde andere oorzaak die maakte dat [eiseres in conv] de overeengekomen werkzaamheden niet heeft verricht. [gedaagden in conv] is op grond van die bepaling dan geen honorarium verschuldigd, zo stelt zij.

5.14.

De kantonrechter kan [gedaagden in conv] niet volgen in deze uitleg. De bepaling moet tekstueel worden uitgelegd, omdat niet gesteld of gebleken is dat partijen hierover meer of anders hebben besproken dan hetgeen daar staat. Uit artikel 3.3 volgt naar het oordeel van de kantonrechter duidelijk dat het gaat om omstandigheden die in de persoon en (dus) risicosfeer van [eiseres in conv] als opdrachtnemer liggen. Immers worden ook ziekte en ongeval genoemd als oorzaken die het uitvoeren van de overeengekomen werkzaamheden verhinderen. Dit zijn geen omstandigheden die zich aan de zijde van [gedaagden in conv] konden voordoen, zo is ook door [gedaagden in conv] tijdens de mondelinge behandeling erkend. Dat de derde genoemde oorzaak, de andere oorzaak, dan wel op zowel [gedaagden in conv] als opdrachtgever als [eiseres in conv] als opdrachtnemer kan slaan, is niet logisch. Het komt de kantonrechter ook voor dat de omschrijving te algemeen is om daarmee het ondernemersrisico geheel op [eiseres in conv] af te wentelen.

5.15.

[gedaagden in conv] kan zich dus niet succesvol beroepen op dit artikel om daarmee te ontkomen aan de betaling van de hiervoor aangenomen gegarandeerde uren.

Uitleg artikel 7.1: kon [gedaagden in conv] opzeggen?

5.16.

[gedaagden in conv] meent dat zij de overeenkomst met [eiseres in conv] met onmiddellijke ingang kon opzeggen om een dringende reden als bedoeld in artikel 7.1. De dringende reden was dan de tegenvallende belangstelling voor de online dienstverlening, aldus [gedaagden in conv] .

5.17.

De kantonrechter stelt vast dat ook met betrekking tot dit artikel gesteld noch gebleken is dat daarover separaat is gesproken of onderhandeld. Ook hier kan dus alleen op basis van de tekst worden geoordeeld. De kantonrechter ziet dat deze tekst grote overeenkomsten vertoont met de bewoordingen van artikelen 7:677 BW en 7:678 BW, het ontslag op staande voet. De kantonrechter neemt daarom aan dat partijen zijn overeengekomen dat de overeenkomst alleen met inachtneming van de opzegtermijn door opzegging kon eindigen, tenzij sprake is van een zodanige gedraging van één van partijen, dat onmiddellijke opzegging gerechtvaardigd was.

5.18.

Hieronder valt naar het oordeel niet de tegenvallende vraag naar de online diensten, dus het ondernemersrisico. [gedaagden in conv] moest dus de reguliere opzegtermijn in acht nemen. Dat heeft zij ook gedaan door op 13 maart 2023 tegen 31 oktober 2023 op te zeggen.

5.19.

De kantonrechter stelt voorop dat deze opzegging een eenzijdige rechtshandeling is. Het is immers een rechtshandeling die tot stand wordt gebracht door één partij ( [gedaagden in conv] ), en is gericht tot een ander persoon ( [eiseres in conv] ). Op grond van artikel 3:37 van het Burgerlijk Wetboek (BW) moet een tot een bepaalde persoon gerichte verklaring, om haar werking te hebben, die persoon hebben bereikt. Een eenmaal gedane opzegging kan alleen onder bijzondere omstandigheden worden ingetrokken; een eenzijdige rechtshandeling heeft namelijk directe rechtswerking zodra de boodschap de ontvanger heeft bereikt. Er is een beperkt aantal mogelijkheden om een eenmaal gedane opzegging in te trekken of te herroepen. Voorbeelden hiervan zijn: als de opzegging wordt ingetrokken vóórdat deze de andere partij heeft bereikt (artikel 3:37 lid 5 BW), als sprake is van onvoorziene omstandigheden (artikel 6:258 BW), als het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat de ene partij de andere aan zijn opzegging houdt (artikel 6:248 lid 2 BW) of als sprake is van een wilsgebrek.

5.20.

Niet in geschil is dat de opzegging van 13 maart 2023 [eiseres in conv] heeft bereikt. De tweede opzegging, op 5 mei 2023 tegen 1 augustus 2023, sorteert daarom geen effect. Niet gesteld of gebleken is immers dat één van de hiervoor genoemde uitzonderingsgevallen zich voor heeft gedaan op grond waarvan [gedaagden in conv] de opzegging kon intrekken of herroepen. De overeenkomst tussen [gedaagden in conv] en [eiseres in conv] is dus (alleen) opgezegd tegen 31 oktober 2023 en per die datum geëindigd.

Slotsom

5.21.

[eiseres in conv] mocht redelijkerwijs aannemen dat zij gedurende de looptijd van de overeenkomst uitbetaald zou krijgen voor minimaal tien uren per week, tegen een honorarium van € 50 per uur. De overeenkomst biedt [gedaagden in conv] geen mogelijkheid om het niet werken door [eiseres in conv] als gevolg van tegenvallende belangstelling voor de online dienstverlening geheel of gedeeltelijk op [eiseres in conv] af te wentelen. [gedaagden in conv] heeft de overeenkomst opgezegd tegen 31 oktober 2023. Zij kon dat niet met onmiddellijke ingang doen en haar tweede opzegging tegen een eerdere datum is niet geldig.

5.22.

Dit leidt ertoe dat het door [eiseres in conv] gevorderde als hiervoor weergegeven onder 3.1 a. en b. moet worden toegewezen. Het door [eiseres in conv] becijferde en gevorderde bedrag is niet gemotiveerd betwist. Voor zover [gedaagden in conv] matiging heeft bepleit met haar petitum in conventie, is daartoe onvoldoende gesteld.

5.23.

Ook de buitengerechtelijke kosten van € 1.021 worden toegewezen, omdat voldoende vaststaat dat [gedaagden in conv] is aangemaand om te betalen en de gevorderde kosten in overeenstemming zijn met de daarvoor geldende normen. Ook de onweersproken wettelijke rente over deze kosten wordt toegewezen.

5.24.

Omdat [gedaagden in conv] in het ongelijk is gesteld, moet zij de proceskosten dragen. De daarover gevorderde rente wordt ook toegewezen.

in reconventie

5.25.

Uit hetgeen hiervoor in conventie is geoordeeld, volgt al dat [eiseres in conv] niet tegen beter weten in een kansloze vordering tegen [gedaagden in conv] heeft ingesteld. Een situatie van misbruik van (proces)recht is niet snel aan de orde en daarvan is in deze zaak in ieder geval geen sprake. Dit leidt al tot afwijzing van de vordering in reconventie.

5.26.

Omdat [gedaagden in conv] in reconventie in het ongelijk wordt gesteld, moet zij de proceskosten dragen en de daarover gevorderde wettelijke rente.

6 De beslissing

De kantonrechter

in conventie

6.1.

verklaart voor recht dat de overeenkomst tussen [eiseres in conv] en [gedaagden in conv] niet eerder is geëindigd dan per 31 oktober 2023 en dat [gedaagden in conv] , [gedaagde in conv 2] , [gedaagde in conv 3] en [gedaagde in conv 4] hoofdelijk tot aan de einddatum aan [eiseres in conv] verschuldigd zijn een honorarium van minimaal tien uur per week à € 50 per uur,

6.2.

veroordeelt [gedaagden in conv] , [gedaagde in conv 2] , [gedaagde in conv 3] en [gedaagde in conv 4] hoofdelijk tot betaling aan [eiseres in conv] van een bedrag van € 14.600, aangevuld met het honorarium tot en met 31 oktober 2023 voor tien uur per week à € 50 per uur,

6.3.

veroordeelt [gedaagden in conv] , [gedaagde in conv 2] , [gedaagde in conv 3] en [gedaagde in conv 4] hoofdelijk tot betaling aan [eiseres in conv] van de buitengerechtelijke kosten ad € 1.021, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding,

6.4.

veroordeelt [gedaagden in conv] , [gedaagde in conv 2] , [gedaagde in conv 3] en [gedaagde in conv 4] hoofdelijk tot betaling van de proceskosten, aan de zijde van [eiseres in conv] begroot op € 141,67 aan dagvaardingskosten, € 706 aan griffierecht, € 1.086 aan salaris voor de gemachtigde en € 135 voor kosten die na dit vonnis zullen ontstaan, te vermeerderen met de wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen na de datum van dit vonnis zijn voldaan,

6.5.

verklaart de onder 6.2 tot en met 6.4 gegeven veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad,

6.6.

wijst het meer of anders gevorderde af,

in reconventie

6.7.

wijst de vordering af,

6.8.

veroordeelt [gedaagden in conv] , [gedaagde in conv 2] , [gedaagde in conv 3] en [gedaagde in conv 4] hoofdelijk tot betaling van de proceskosten, aan de zijde van [eiseres in conv] begroot op € 543 aan salaris voor de gemachtigde, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na aanschrijving tot betaling van deze kosten,

6.9.

verklaart deze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad.

Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. M.J.C. van Leeuwen en in het openbaar uitgesproken op 20 december 2024

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.