3.8.
Op 23 december 2020 schrijft de heer [betrokkene 3] (hierna: [betrokkene 3] ), tevens lid van de Raad van Advies, op verzoek van [betrokkene 1] (in citaten hierna: [voornaam betrokkene 1] ) een memo met daarin zijn visie op de situatie van [verw./verz.partij] :
“(…) [verw./verz.partij] heeft formeel een directeur in de persoon van [voornaam verz./verw.partij] , een aandeelhoudersgroep vertegenwoordigd door [voornaam betrokkene 1] en een Raad van Advies in staat van ontbinding. Opruimen dan maar. We hebben team van adviseurs die elkaar overlappen en die elkanders adviezen niet kennen, terwijl vaste complementaire adviseurs van niveau en beperkt in aantal gewenst zijn. Directeur en aandeelhouders vertegenwoordiger dienen zich aan zijn eigen gebeid en rol te houden.
Beslissingen worden genomen op basis van voorstel directie – waaraan eventueel advies van een of meer adviseurs is toegevoegd – door [voornaam betrokkene 1] als vertegenwoordiger van de aandeelhoudersgroep.
(…)
Onze directeur doet alle operationele zaken in hoogsteigen persoon. Hij is meer manusje van alles en veegt voor de krullen bijeen. (dat doet hij ook bij ontwikkel onderneming waardoor zelfs het krullen vegen niet optimaal is.) Het is zaak dat [voornaam verz./verw.partij] mensen om zich heen zet die als back office dingen van hem overnemen. Onze directeur moet zich vertrouwd maken met leidershap en mensen laten werken. De
support eenheid
moet rapportages kunnen maken en bewaken, faciliteiten als tel, internetsite etc, macro’s voor brieven en rapporten, etc etc kunnen regelen. Kan dat niet met bestaande bezetting dan is vervanging aan de orde.
Er is geen ondernemingsplan om uit te citeren richting potentiële klanten, adviseurs en medewerkers. De activiteiten van [verw./verz.partij] zijn duister. Er zijn geen beslis criteria, geen marktbenadering, geen proactieve houding, geen commercieel plan etc. Bovendien moet het vermogen verdeeld worden over commerciële activiteiten op basis van een risiko- en rendementoordeel voor de middellange termijn met jaarlijkse aanpassingen op basis van voortschrijdend inzicht. De controller moet daarin betrokken worden en zaken overnemen van [voornaam verz./verw.partij] .
(…)
We hebben geen jaarplan voor [verw./verz.partij] , waardoor veel geld zonder rendement is. We doen enkel wat passieve belegging, waarbij we geen commercieel beleid voeren. Bovendien hebben we niet alle bedreigingen en kansen in beeld, omdat niemand daar werk van maakt. We moeten bewegingen in de economie en aandelenmarkten volgen. Het is de hoogste tijd om een business analist aan te trekken. Deze persoon zou multifunctioneel moeten werken mw voorlopig voor elke investeringen. Zijn ervaring moet vooral participaties moeten betreffen omdat participeren het grootste risiko/rendement oplevert.
Bovendien kan het jaarplan niet zonder een commercieel medewerker die ervaring heeft op gebied van investeringen, i,b, participaties.”
3.10.
In antwoord op diverse e-mails van [betrokkene 1] , stuurt [verz./verw.partij] op 29 mei 2022 de volgende e-mails aan [betrokkene 1] :
“ [voornaam betrokkene 1] ,
Afgelopen week werd ik door [betrokkene 5] van [XXX] gebeld naar aanleiding van een e-mail die jij 3 mei jl. aan [betrokkene 6] zou hebben gestuurd. Ik kende die e-mail niet en dat leidde natuurlijk tot een ongemakkelijke situatie voor zowel mij als mijn advocaat.
Tijdens het gesprek heeft [betrokkene 5] betr. e-mail van 3 mei naar me toegestuurd. We hebben zo goed en zo kwaad als het kon die mail proberen te analyseren en voor wat betreft de inhoud het kaf van het koren te scheiden.
Ik heb met [betrokkene 5] nog stilgestaan bij het doel van de pleitnota (ook in relatie tot hetgeen al aan geproduceerd werk bij de rechtbank ligt) en bezien waar deze nog verbeterd kan worden. Ondertussen is een nieuwe versie van de pleitnota binnengekomen. Op een paar (kleine) punten na kan ik leven met deze pleitnota. Dinsdag bespreken we deze met [betrokkene 5] en bereiden we integraal de zitting van 15 juni voor.
Het is opgelost, maar een dergelijke disturbance is natuurlijk niet handig. We hebben het grootste belang bij een goed gemotiveerde raadsman die ons optimaal verdedigt en niet één die vraagt of we wel tevreden zijn over deze dienstverlening. Het gaat hier immers om een zaak waar veel geld van [betrokken BV 6] , alwaar ik statutair bestuurder van ben, gemoeid mee is én om mijn persoonlijke reputatie die door de wederpartij enkele keren ter discussie wordt gesteld.”
“ [voornaam betrokkene 1] ,
Ik schrik wel erg van wat je in je laatste alinea schrijft. En wel om twee redenen:
- -
jouw twijfel over het waarmaken van het geformuleerde (MVO)beleid en bijbehorende business.
- -
en ik vraag me af of je mij en [betrokkene 7] vanuit zo’n twijfel wel naar de belastingdienst kan laten gaan om te betogen dat de donatie aan jouw stichting perspectief aftrekbaar is.
Verder begrijp ik niet waarom je zo nadrukkelijk stelt dat je opmerkingen voorlopig zijn.
Met [betrokkene 7] sprak ik af dat ik de stukken nog eens beoordeel n.a.v. aantekeningen en dat [betrokkene 7] daarna de brief definitief maakt. Het beleidsplan van de stichting moet nog wel door jouw stichtingsbestuur worden vastgesteld; dat is niet aan mij.
Voordien hoor ik wel graag van jou (op schrift) hoe je daadwerkelijk tegen toekomst/beleid van de [verw./verz.partij] investeringen aankijkt. Je verwacht van mij dat ik het personeel (je hebt nota bene [betrokkene 8] ook ingekopieerd in onderstaande mail) van [verw./verz.partij] voldoende motiveer, ook vanuit een dergelijk toekomstperspectief. Dat wordt wel erg moeilijk zo.”
“ [voornaam betrokkene 1] ,
Ik heb hier nog lang en goed over nagedacht. We hebben hier namelijk al langere tijd discussie over.
De [verw./verz.partij] organisatie is momenteel niet ge-equipeerd een dergelijk onderzoek zoals jij beschrijft uit te voeren. Het ontbreekt – hoezeer jij dat ook in onze gesprekken probeert te ontkennen – aan capaciteit en middelen. Inzet van [betrokkene 8] en [betrokkene 9] (en mijzelf) lost dat ook niet op, los van hun beschikbaarheid.
Jouw idee om maar lukraak informatie van bedrijven van het wereldwijde web te plukken in plaats van dit op één gekanaliseerde wijze via een bank of een organisatie als Morningstar of Bloomberg in te kopen, is naar mijn mening volstrekt zinloos!! Het kost ontzettend veel tijd en leidt tot foutgevoelige informatie. Ik begrijp eerlijk gezegd ook echt niet waar dit soort ideeën vandaan komen.
Een dergelijke samenstelling van een eigen beleggingsportefeuille zal veel tijd kosten en vergt uitbreiding van het [verw./verz.partij] team met tenminste 1 professional (iets wat jij als ik dit aan de orde stel, telkens blokkeert) en een compleet abonnement bij Bloomberg (of vergelijkbaar). In het meest gunstige geval kan dan in het in vierde kwartaal van 2022 gekomen worden tot een gedegen selectie en goed geanalyseerde portefeuille van bedrijven.
Om die reden heb ik voorgesteld snel samen met het gerenommeerde Goldman Sachs (als we nog een betere partij ontdekken, ook prima) een portefeuille samen te stellen. Ervaren adviseur [betrokkene 9] ondersteunt dit ook.
Daarnaast werkt de overleg- en besluitvormingsstructuur die jij momenteel voor onze beleggingsportefeuille wenst te hanteren niet. Jij wenst niet (meer) serieus te vergaderen in het comité van [betrokkene 9] , [voornaam betrokkene 1] , [voornaam verz./verw.partij] . Agenda voorbereiding en inhoud wordt door jou op een dominante wijze aan de kant geschoven en ingewisseld door lange monologen van jou om – zoals ik het zie- maar niet toe te komen aan de meningen van [betrokkene 9] en mij. Tegenspraak wordt niet op prijs gesteld.
Je hanteert – buiten mij om – een tweede en misschien wel derde/vierde overlegstructuur, waarvan je de uitkomsten van dat overleg aan mij opdringt, althans probeert.
Dit is geen goede manier van werken, dit is geen goede Governance. Dit leidt tot suboptimale besluitvorming. Ik kan daar moeilijk verantwoordelijkheid voor dragen, en ik wil dat als verantwoordelijk bestuurder gewoon niet langer zo.”
“ [voornaam betrokkene 1] ,
Diverse gesprekken heb ik met je gevoerd over mijn beloning sinds ik de (statutaire) leiding van het concern in 2019 van jou overnam. We spraken in 2019 en in 2020 en in 2021 en onlangs in 2022 nog daarover. Van de gedane toezeggingen in 2019 het salaris aan te passen is helaas nog niets terecht gekomen. Ook blijf jij – om volstrekt onduidelijke redenen – erg mistig over de tantième voor mij met betrekking tot het succesvolle boekjaar 2020. Dit alles baart grote zorgen.
Ik heb berekend wat dit – naar mijn mening – vanaf (gemakshalve) december 2019 tot en met deze maand gescheeld heeft (incl. rente) in de uitbetaling aan mij. Dat gaat ondertussen om een bedrag (bruto beloning) van € 276.765,34 (zie ook spec. in de bijlage).
Het tantième over boekjaar 2021 heb ik nog even niet meegerekend, daar de accountantscontrole over dit boekjaar (qua winst een historisch record jaar) op korte termijn nog zal plaatsvinden.
Hierbij verzoek ik jou, als – naar ik aanneem – vertegenwoordiger van de aandeelhouders, in te stemmen met uitkering van de achterstallige beloning ad € 276.765,34, zodat betaling binnen 14 dagen na heden aan mij kan plaatsvinden.”
3.12.
Bij brief van 27 september 2022 schrijft de heer [betrokkene 2] aan [verz./verw.partij] :
“Namens [betrokken BV 7] ., [betrokken BV 4] en [betrokken BV 3] , als aandeelhouders van de vennootschappen zoals genoemd in Bijlage I (de Vennootschappen), bevestigen wij hierbij ons voornemen om u te ontslaan als statutair bestuurder van de Vennootschappen door middel van een besluit genomen buiten de aandeelhoudersvergaderingen van de Vennootschappen op donderdag 6 oktober 2022 en daarmee uw arbeidsovereenkomst met [verw./verz.partij] te beëindigen, met inachtneming van de wettelijke opzegtermijn. Hierover wordt u als volgt geïnformeerd.
De reden voor het voornemen van de aandeelhouders om u te ontslaan houdt verband met het feit dat de verhouding met de aandeelhouders is verstoord, door volstrekt onvoldoende communicatie en overleg, ondanks mediation, en het weigeren van alle aangeboden hulp om het achterblijvende functioneren en gebrek aan daadkracht naar het vereist directeursniveau te brengen middels leiderschapsontwikkeling, coaching, raden van advies en andere vormen van aandeelhoudersondersteuning.
Hierbij stellen wij u in de gelegenheid om (i) uw standpunt kenbaar te maken ten aanzien van de voorgenomen besluiten tot ontslag van u als statutair bestuurder van de Vennootschappen en (ii) uw advies uit te brengen overeenkomstig artikel 2:238 BW. Hiervoor nodigen wij u uit voor een gesprek met mr. Hermine Voûte van Loyens & Loeff N.V., desgewenst in het bijzijn van uw advocaat, die de Vennootschappen zal vertegenwoordigen op 5 oktober 2022 om 12:30 uur en uw advies geven in een brief die moet worden gericht aan Loyens & Loeff N.V., t.a.v. mr. Hermine Voûte, Postbus 71170, 1008 BD Amsterdam. Indien wij niets van u horen op of voor donderdag 6 oktober 2022 om 12:00 uur gaan wij ervan uit dat u geen bezwaar heeft tegen uw ontslag als bestuurder van de Vennootschappen en de beëindiging van uw arbeidsovereenkomst.
Zoals eerder aangegeven zouden wij bij voorkeur in goed overleg met een regeling uit elkaar gaan. Mocht het tot een regeling komen voor donderdag 6 oktober 2022, dan is de hiervoor omschreven formele weg van ontslag niet nodig en kunt u in het kader van een regeling uw statutaire posities vrijwillig neerleggen. Overleg over een regeling wordt tussen onze advocaten gevoerd. In dat kader hebben wij mr. Hermine Voûte gevraagd dat overleg met mr. van Overbeek voort te zetten.”
3.13.
Bij e-mail van 5 oktober 2022 heeft de advocaat van [verz./verw.partij] gereageerd:
“In reactie op het vorenstaande laat ik u weten dat niet alle vergadergerechtigden instemmen met een aandeelhoudersvergadering buiten vergadering én besluitvorming buiten vergadering. De voornaamste aandeelhouder in [verw./verz.partij] stemt niet in met deze wijze van besluitvorming. Voor een rechtsgeldig ontslagbesluit is vereist dat alle wettelijke en statutaire eisen voor bijeenroeping van een vergadering, de oproep voor een vergadering, de agenda, de oproepingstermijn, de plaats van vergadering en de wijze van besluitvorming wordt nageleefd. Dat is hier niet gebeurd. Het ontbreekt de in alinea 1 genoemde aandeelhouders bovendien aan de meerderheid in de vergadering.
Er ontbreekt een redelijke ontslaggrond als bedoeld in artikel 7:669 lid 1 BW.
De verhouding met de aandeelhouders, [betrokken BV 7] ., [betrokken BV 4] en [betrokken BV 3] is goed. Met de aandeelhouders heeft de heer [verz./verw.partij] weinig contact. Dat is ook niet nodig. Uit niets blijkt van enige verstoring. Dat sprake zou zijn van onvoldoende communicatie en overleg, het weigeren van aangeboden hulp om het achterblijvende functioneren en gebrek aan daadkracht naar het vereiste directeursniveau te brengen, werpt cliënt als onjuist van de hand. Daarvan is geen enkele sprake en daarvan is niet gebleken. De heer [betrokkene 1] handelt niet als (vertegenwoordiger van) de aandeelhouders maar probeert telkenmale op de bestuurdersstoel te gaan zitten, waardoor directievoering door de heer [verz./verw.partij] moeilijk wordt gemaakt. Daar gaat het hier om.
De heer [verz./verw.partij] heeft inmiddels een dienstverband van méér dan 16 jaar binnen het concern. Hij is bestuurder van circa 15 vennootschappen. Gedurende deze 16 jaar heeft de heer [verz./verw.partij] altijd goed gefunctioneerd. Er is niets dat duidt op het tegendeel. Vanaf 2006 tot en met 2019 ontving de heer [verz./verw.partij] de maximale tantièmes. In 2019 ontving hij een bonus van € 100.000,- met dank voor het goede werk in dat jaar. De bonus kwam boven op het tantième over datzelfde jaar, van drie maandsalarissen. Ook in de periode 2020 tot heden wordt de heer [verz./verw.partij] regelmatig door de heer [betrokkene 1] bedankt voor het harde werken en gefeliciteerd met de goede resultaten.
Onder de statutaire leiding van de heer [verz./verw.partij] is er veel winst gemaakt in het concern. In het jaar 2020 is er een brutowinst behaald van circa Euro 8,2 miljoen en over het jaar 2021 een brutowinst van circa Euro 29,0 miljoen! De brutowinst over huidig boekjaar 2022 zal naar verwachting tussen de Euro 8 en 12 miljoen uitkomen. De company is in control, zo blijkt ook uit de accountantsrapportages over 2020 en 2021.
De grootste winst is behaald op een optie tot aankoop van gronden op Park15 die in oktober 2019 is gedaan en waar onder de statutaire leiding van de heer [verz./verw.partij] waarde aan toegevoegd is, te weten: een pachtontbinding van een zittende gebruiker, een electra aansluiting bij Liander (terwijl code rood), een stikstof vergunning en een goed verkoopcontract met een ontwikkelaar/belegger. De 100k bonus over 2019 hield verband met de verdiensten van cliënt in het verkoopproces.
Overigens was de heer [verz./verw.partij] al vanaf 1 juni 2010 de statutair bestuurder van de bij het project Park15 betrokken vennootschappen.
Er zijn geen functioneringsgespreken gevoerd en/of vastgelegd, waardoor het voor de heer [verz./verw.partij] verrassend is dat er sprake zou zijn van onvoldoende communicatie, achterblijvend functioneren en gebrek aan daadkracht. Daargelaten dat achterblijvend functioneren niet aan de orde is, heeft cliënt altijd open gestaan voor ondersteuning en opleiding.
Kortom, er kan geen geldig ontslagbesluit genomen worden en het ontbreekt aan een redelijke ontslaggrond.”
3.14.
Bij besluit buiten vergadering van 6 oktober 2022 van 13.03 uur hebben de aandeelhouders van [betrokken BV 2] . het besluit genomen [verz./verw.partij] te ontslaan als statutair bestuurder van [betrokken BV 2] . met ingang van ondertekening van het besluit. In het besluit is opgenomen:
“DE ONDERGETEKENDEN, te dezen handelend als aandeelhouders (de Aandeelhouders) vormende de algemene vergadering (de Algemene Vergadering) van [betrokken BV 2] . (…)
2. Bevestigen dat de statuten van de Vennootschap de mogelijkheid om buiten vergadering te besluiten niet beperken of uitsluiten.
3. Bevestigen in te stemmen met deze wijze van besluitvorming.”
3.15.
Bij besluit buiten vergadering van 6 oktober 2022 van 13.12 uur hebben de aandeelhouders van [betrokken BV 2] . het besluit genomen om [betrokkene 1] te benoemen als statutair bestuurder van [betrokken BV 2] BV, per het moment van ondertekening van dat besluit. In het besluit is opgenomen:
“DE ONDERGETEKENDEN, te dezen handelend als aandeelhouders (de Aandeelhouders) vormende de algemene vergadering (de Algemene Vergadering) van [betrokken BV 2] . (…)
2. Bevestigen dat de statuten van de Vennootschap de mogelijkheid om buiten vergadering te besluiten niet beperken of uitsluiten.
3. Bevestigen in te stemmen met deze wijze van besluitvorming.”
3.16.
Bij besluit buiten vergadering van 6 oktober 2022 van 13.20 uur hebben de aandeelhouders van [verw./verz.partij] [verz./verw.partij] ontslagen als statutair bestuurder van de Vennootschappen met ingang van het moment van ondertekening van dat besluit, de arbeidsovereenkomst van [verz./verw.partij] met [verw./verz.partij] per 1 maart 2023 opgezegd en [verz./verw.partij] per direct op non-actief gesteld tot de einddatum van de arbeidsovereenkomst. In het besluit is opgenomen:
“DE ONDERGETEKENDEN, te dezen handelend als aandeelhouders (de Aandeelhouders) vormende de algemene vergadering (de Algemene Vergadering) van [verw./verz.partij] (…)
2. Bevestigen dat de statuten van de Vennootschap de mogelijkheid om buiten vergadering te besluiten niet beperken of uitsluiten.
3. Bevestigen in te stemmen met deze wijze van besluitvorming.”
3.17.
Bij besluit buiten vergadering van 6 oktober 2022 van 13.40 uur hebben de aandeelhouders van [verw./verz.partij] [betrokkene 1] benoemd als directeur van de vennootschap. In het besluit is opgenomen:
“DE ONDERGETEKENDEN, te dezen handelend als aandeelhouders (de Aandeelhouders) vormende de algemene vergadering (de Algemene Vergadering) van [verw./verz.partij] Value Partners B.V. (…)
2. Bevestigen dat de statuten van de Vennootschap de mogelijkheid om buiten vergadering te besluiten niet beperken of uitsluiten.
3. Bevestigen in te stemmen met deze wijze van besluitvorming.”
3.18.
Op 6 oktober 2022 schrijft de advocaat van [verw./verz.partij] aan de advocaat van [verz./verw.partij] :
“Dank voor onderstaande reactie, wij hebben dit meegenomen als [voornaam verz./verw.partij] ’s zienswijze op het voorgenomen ontslag. De aandeelhoudersbesluiten zijn vanmiddag (buiten vergadering) genomen. Hierbij aangehecht tref je een kopie van de ontslagbesluiten, alsmede de opzeggingsbrief die vanmiddag ook aan [voornaam verz./verw.partij] is gestuurd.
De besluitvorming buiten de vergadering treedt in de plaats van een aandeelhoudersvergadering en is mogelijk als alle aandeelhouders met deze wijze van besluitvorming instemmen. De statutaire eisen voor bijeenroeping van de vergadering, de agenda, de plaats van vergadering en de oproepingstermijn spelen in dat geval geen rol. Er is geen wettelijke termijn voor het nemen van een besluit buiten vergadering, zolang de bestuurder in de gelegenheid is gesteld om te worden gehoord en een raadgevende stem uit te brengen. Dat is hier gebeurd, waarmee aan alle vereisten voor de besluitvorming buiten de vergadering is voldaan. Omdat de heer [verz./verw.partij] eerst ontslagen is op het niveau van [betrokken BV 2] . en hier vervolgens een nieuwe bestuurder is benoemd, kan tevens een rechtsgeldig besluit worden genomen op het niveau van [verw./verz.partij] Value Partners B.V. De nieuwe bestuurder van [betrokken BV 2] . heeft in het ontslagbesluit expliciet ingestemd met deze wijze van besluitvorming. Ik voeg hierbij de volledigheid ook het benoemingsbesluit van [betrokken BV 2] .
Over een redelijke ontslaggrond verschillen partijen evident van mening en hebben zij hun standpunten al eerder uitgewisseld. Er is wat mijn cliënt betreft objectief vast komen te staan dat er sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding, na diverse tevergeefse pogingen tot overleg en mediation. Daarnaast zijn zowel mijn cliënt als de aandeelhouders al geruime tijd niet tevreden met het functioneren en de resultaten van de heer [verz./verw.partij] , als gevolg waarvan uiteindelijk is besloten tot het ontslag.
Cliënt betreurt het uiteraard dat er geen minnelijke regeling mogelijk was, maar wij zijn ervan overtuigd dat de besluiten rechtsgeldig zijn genomen en dat er een redelijke ontslaggrond bestaat.”