Dat [eiser] is gediagnosticeerd met COPD is tussen partijen niet in geschil. Wel de vraag of zij ook daadwerkelijk astma heeft en wat de oorzaak is van de COPD en eventuele astma, meer in het bijzonder of er causaal verband bestaat met de bij Smit Draad verrichte werkzaamheden.
Uit de medische informatie van onder meer de huisarts blijkt dat [eiser] een intensief en langjarig rookverleden heeft. Niet alleen de huisarts, maar ook de medisch adviseur van Smit Draad, legt duidelijk een relatie tussen roken en COPD. Uit het NKAL rapport blijkt dat roken in het algemeen als de (belangrijkste) oorzaak voor COPD heeft te gelden en slechts in 15% van de gevallen sprake is van beroepsgerelateerde COPD. Daaruit blijkt voorts dat wetenschappelijke onderzoeken een wisselende uitkomst geven over de vraag of er een significante relatie bestaat tussen bootstelling aan stoffen, gassen en dampen en COPD. NKAL concludeert dat de vraag of en in welke mate een causale relatie bestaat tussen de COPD van [eiser] en de beroepsmatige blootstelling niet met zekerheid kan worden beantwoord, het rookverleden van [eiser] (33 pakjaren) als enige factor de COPD, mede gelet op de rookgerelateerde zichtbare longschade, kan verklaren, maar een bijdrage van beroepsmatige blootstelling waarschijnlijk is, waarbij als voorbeeld wordt genoemd dat het effect van roken daardoor mogelijk is versterkt.
De relatie tussen blootstelling aan (organische) oplosmiddelen en COPD is daarmee volgens NKAL moeilijk vast te stellen, nu de oorzaak van de COPD hoogstwaarschijnlijk niet is gelegen in blootstelling aan de stoffen waarmee [eiser] heeft gewerkt, maar het gevolg is van het jarenlange roken. In dezelfde strekking heeft de medisch adviseur van Smit Draad, [naam medisch adviseur] gerapporteerd. Hij wijst er op dat in het NKAL rapport is opgenomen aan welke stoffen [eiser] blootgesteld is geweest, te weten koper, vluchtige organische stoffen, fluoride en bisphenol, metylchloride en N-MethylPyrrolidon. Voorts is sprake geweest van blootstelling aan soldeerdampen. In het NKAL rapport wordt, waar verwezen wordt naar onderzoeken waarin wel enige relatie tussen blootstelling aan stoffen, dampen en gassen met COPD is geconstateerd, niet is gespecificeerd om welke stoffen en welke mate van blootstelling het gaat, maar dat het om algemene blootstelling daaraan gaat. [naam medisch adviseur] beschrijft dat in de literatuur geen zeker verband is te vinden tussen blootstelling aan oplosmiddelen en/of soldeerdampen en COPD. Dit alles heeft [eiser] niet, althans niet voldoende gemotiveerd weersproken. Derhalve is het verband tussen de klachten gerelateerd aan COPD en de arbeidsomstandigheden niet alleen te onzeker en te onbepaald om aan toepassing van de omkeringsregel toe te komen, maar ook onvoldoende om het gestelde causaal verband te onderbouwen. Nu [eiser] ook in weerwil van hetgeen in r.o. 4.6. van het tussenvonnis is overwogen, niet heeft aangegeven hoe zij eventueel bewijs van haar stelling ter zake het (mogelijk) causale verband tussen haar klachten en de blootstelling zou willen leveren en/of welke deskundige(en) zou(den) moet(en) worden benoemd om de causaliteit te beoordelen en welke vragen zouden moeten worden voorgelegd, wordt, anders dan in het tussenvonnis nog als mogelijkheid werd overwogen, aan een bewijsopdracht en/of deskundigenonderzoek ter zake niet toegekomen.