Bij arresten van 12 juni 2019 heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden twee voormalige leidinggevenden van Centurion Vastgoed B.V. (verder: Centurion) tot gevangenisstraffen van 6 en 5 jaar veroordeeld wegens onder meer en kort gezegd, feitelijk leiding geven aan de oplichting door Centurion van een groot aantal beleggers voor een bedrag van in totaal € 26.093.555 (ECLI:NL:GHARL:2019:4891 en -2). Uit deze arresten wordt geciteerd:
In de periode 12 december 2008 tot 13 februari 2014 is [verdachte] statutair bestuurder geweest van Centurion.(…) Op 31 juli 2014 is Centurion door de rechtbank Gelderland failliet verklaard.
In de periode voorafgaand aan 20 oktober 2011 heeft Centurion beleggingsproducten onder de naam “Obligatielening I, II en III” op de markt gebracht. Met de gelden van de inleggers zijn gronden gekocht in Costa Rica onder de projectnaam “Vista Verde”. Dit project was geen succes en heeft in 2010/2011 geleid tot een tekort gelegen tussen de 2,5 en 3,4 miljoen euro.
In de periode vanaf 20 oktober 2011 lag de focus van Centurion op het binnenhalen van nieuw geld. In die periode heeft Centurion een 13-tal producten op de markt gebracht onder de namen: Obligatielening IV, V en VI, Gemina, CWC en CWC+, CWW, CWW+, Goldplan, VIP-plan I, II en III en Rendementsplan.
Zij heeft dit gedaan door middel van het verkopen van deze producten aan meer dan 600 particulieren. Beleggers hebben voor een bedrag van € 26.093.555,- aan gelden, vorderingen en eigendomsrechten ingelegd. Een bedrag van € 21.471.662,- is door middel van bancaire overboekingen binnengekomen en een bedrag van € 4.621.893,- betreft omzetting van vorderingen in beleggingsproducten en (gedeeltelijke) eigendomsoverdracht van door Centurion aangekochte kavels. (…)
Het in de periode na 20 oktober 2011 van de inleggers per bank ontvangen geldbedrag ad € 21.471.662,- heeft Centurion vervolgens als volgt aangewend:
- een bedrag van € 5.067.335 is uitbetaald in Costa Rica, waaronder een bedrag van € 103.525,- aan Soul Provider S. A.,
- een bedrag van € 1.528.526,- is betaald aan eerdere inleggers (Obligaties II en III),
- een bedrag van € 2.368.998,- is betaald aan eerdere kaveleigenaren,
- een bedrag van € 1.957.009,- is betaald aan de inleggers van de overige producten.
Daarnaast is € 1.444.488,- besteed aan het project Saint Kitts en is er in totaal voor een bedrag groot € 6.866.236,- aan operationele kosten gemaakt.
Aan de verdachten [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] is aan salaris, onkosten en andere uitgaven in totaal een bedrag van € 2.543.089,- betaald.
(…)
Potentiële beleggers zijn door middel van advertenties benaderd voor het afnemen van één of meer beleggingsproducten met betrekking tot Centurion. Bij getoonde interesse werd door medewerkers van Centurion vervolgens de brochure toegestuurd en telefonisch en/of persoonlijk contact opgenomen met beleggers. De brochure had als doel het informeren van beleggers over het project, de financiële vooruitzichten van Centurion en de kenmerken van de uit te geven beleggingsproducten en de daaraan verbonden zekerheden. Verdachte is nauw betrokken geweest bij het opstellen van de inhoud van de brochure.
Bij een aantal producten (Obligatielening IV, V, en VI en Gemina) is nadrukkelijk gesteld dat controle en toezicht op de besteding van gelden, met name of het aangekochte onroerende goed wel overeenkomt met hetgeen wordt beloofd, (periodiek) zal plaatsvinden door een onafhankelijke Nederlandse registeraccountant. Voorts is aangegeven dat er behoudens de in de investeringsbegroting en in de rendementsprognose genoemde kosten geen overige kosten zouden zijn. Betalingen van inleggelden vinden plaats op een bankrekening van de Stichting Derdengelden Centurion, los staand van Centurion. De door Centurion aan te kopen kavels zouden volledig in eigendom komen van Centurion. Tevens werd telkenmale aangegeven dat sprake was van “ (een) project waar (Centurion) reeds meerdere malen succesvol investeerde”. De accountantsrapportages zouden aan de AFM zijn verstrekt.
Aan beleggers is medegedeeld dat taxaties zouden geschieden door onafhankelijke experts of beëdigd makelaars/taxateurs.
De in de tenlastelegging genoemde beleggers hebben verklaard dat zij op basis van de brochure en de daarin opgenomen/vermelde zekerheden zijn overgegaan tot het inleggen van gelden.
Aan de hand van de in het dossier aanwezige bewijsmiddelen constateert het hof dat er door Centurion vanaf 11 oktober 2011 is gehandeld in strijd met de in de brochures en overig materiaal beschreven zekerheden. (…)
Tot oktober 2011 heeft Centurion drie producten op de markt gebracht (Obligatielening I, II en III). Van de inleg van die producten is het project Vista Verde gestart. Dit project was echter verliesgevend en heeft geleid tot een verlies van enkele miljoenen. Dit verlies is ten laste gebracht van de vanaf 11 oktober 2011 door Centurion op de markt gebrachte nieuwe beleggingsproducten. De inleggers zijn van deze verrekening, anders dan door de verdediging is betoogd, niet op een duidelijke wijze op de hoogte gesteld. (…)
Anders dan aan de beleggers werd voorgehouden werd de met de ingelegde gelden in Costa Rica aangekochte grond geen eigendom van Centurion Vastgoed maar van Centurion Projects & Development S. A. (CPD), waarvan [medeverdachte 2] en [verdachte] voor ieder 50% eigenaar van waren. (Dit geldt ook voor het product CWC). Uit de jaarrekening 2013 van CPD blijkt dat er voor 5.5 miljoen is geïnvesteerd in Costa Rica, maar tevens blijkt dat CPD een negatief eigen vermogen heeft van € 2.852.154. Bij een eventueel faillissement van CPD zou Centurion slechts een concurrente vordering hebben op CPD.
Daarnaast zijn inleggelden gebruikt voor andere projecten dan tijdens de verkoop aan beleggers werd voorgehouden.
Hoewel het bij het Saint Kitts project weliswaar om vastgoed lijkt te gaan, heeft deze investering niets te maken met Costa Rica en is dit project evenmin gekoppeld aan een van de genoemde beleggingsproducten. Aldus is ook dit beleggingsgeld op een andere wijze aangewend dan bij de verkoop van de producten is voorgespiegeld. (…)
Soul Provider S. A. is een Costa Ricaans bedrijf van [medeverdachte 1] , op naam van zijn toenmalige vriendin [vriendin medeverdachte 1] . Niet kon worden vastgesteld dat de betalingen aan dit bedrijf vervolgens op enigerlei wijze in Costa Rica ten behoeve van de aankoop of ontwikkeling van vastgoed van Centurion is besteed.
Voorts is een deel van de inleggelden aangewend voor het opstarten van Centauro Real Estate B.V., zijn er (privé) advocaatkosten van [verdachte] (onder meer) in verband met een strafzaak van [verdachte] betaald, is met geld van Centurion een vennootschap opgericht ten behoeve van de zwager van [verdachte] , zijn er tandartskosten van [medeverdachte 1] betaald en zijn leaseauto’s gefinancierd.
Ten slotte is op grond van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting komen vast te staan dat voornoemde controle en toezicht door een registeraccountant en onafhankelijke taxaties door een beëdigd taxateur niet of niet op een wijze hebben plaatsgevonden als in de brochures werd voorgespiegeld.
Van “eerdere succesvolle investeringen” is niets gebleken. Evenmin is gebleken dat Centurion Vastgoed inkomsten uit verhuur of verkoop van kavels, villa’s en of appartementen heeft gehad, zodat de conclusie voor de hand ligt dat alle rentebetalingen aan de beleggers eveneens uit de ingelegde gelden is gefinancierd.
Ondanks het handelen in strijd met de gestelde zekerheden en alle andere beloften is Centurion doorgegaan met het benaderen van potentiele beleggers, zonder de brochure aan te passen of hieromtrent op andere wijze correcte informatie te verschaffen aan potentiële beleggers. Door zo te handelen heeft Centurion de beleggers misleid. (…)
Het hof is van oordeel dat verdachte en de medeverdachten door de combinatie van de hiervoor 6.1 en 6.2 genoemde handelingen, meer beloften aan de inleggers, met name die beloften die zien op de zekerheden die verbonden waren aan de producten en het doel van de inleg, hebben geschonden door de inleggelden voor andere doelen aan te wenden dan in de brochures werd omschreven. Daarmee hebben Centurion Vastgoed B.V. en verdachte en de medeverdachten als feitelijke leidinggevers de grens van het strafrecht overschreden en zich schuldig gemaakt aan oplichting, te weten het door een samenweefsel van verdichtsels beleggers bewegen tot het inleggen van gelden in de producten van Centurion.
(…)
Afwezigheid van alle schuld (…)
Het is juist dat door Centurion vele adviseurs zijn ingeschakeld, bijvoorbeeld voor het aanpassen van memoranda, de contacten met de AFM en ten behoeve van de financiële administratie. Maar de kern van het verwijt is dat de aangetrokken gelden niet zijn besteed conform toezeggingen in de prospectussen en andere uitingen jegens beleggers op het moment dat zij inlegden. Op de aanwending van de ingelegde gelden hadden de door Centurion ingeschakelde deskundigen geen invloed. Ook op het moment dat men gewaarschuwd was door de AFM of door interne medewerkers dat men handelde in strijd met de hetgeen in de brochures stond omschreven, zijn verdachte en zijn mededaders gewoon op de ingeslagen weg door gegaan. Er is zelfs een e-mail waarin wordt voorgesteld om de eigen beloning per maand fors te verhogen (…)
Het is niet aannemelijk geworden dat beleggers ten tijde van hun inleg op de hoogte waren van het verlies in Vista Verde. Integendeel, het aanbiedingsmateriaal voor Obligatielening IV (D-041) meldt onder het kopje “Trackrecord” dat Centurion eerder drie obligatieleningen heeft uitgegeven waarbij de eerste twee leningen vervroegd zijn afgelost en waarbij de klanten zelfs een hoger rendement dan beloofd hebben ontvangen. Tevens wordt vermeld dat Centurion de obligatiehouders van obligatielening III ook volledig heeft terugbetaald, één jaar eerder dan beloofd. Dat het project Vista Verde (waarop de obligatieleningen I en II betrekking hadden) verlieslatend was, wordt nergens vermeld. Evenmin wordt duidelijk gemaakt dat de genoemde aflossing bestond uit hetzij gelden die uit andere obligatieleningen waren verkregen, hetzij obligaties in andere projecten. Het hof constateert dat pas later, kennelijk onder druk van de AFM, informatie over het verlies van Vista Verde is opgenomen in beleggersmemoranda. Weliswaar verwijst Centurion in latere brochures naar haar website waarop de memoranda zouden zijn te vinden, maar dat heeft Centurion er niet van weerhouden om de misleidende informatie over de eerste drie obligatieleningen in haar brochures op te nemen. (Doc-136 onder “Trackrecord”).
De verdediging wijst nog op document D-127, een brochure in Goldplan. De verdediging kan worden toegegeven dat daarin wordt vermeld dat het project Vista Verde onverkoopbaar was. Maar ook hier wordt voorgewend dat de beleggers in de obligatieleningen I, II en III zijn afgelost zonder te vermelden hoe. In de brochure wordt voorgewend dat “Centurion met eigen geld het project “Pacific Gardens” heeft ontwikkeld en met de verkoop van dit project alle kaveleigenaren meer heeft kunnen leveren dan wat zij in eerste aanleg gekocht hadden. Geen enkele investeerder is erop achteruit gegaan bij deze ontwikkeling en alle beleggers zijn terugbetaald”. (Dezelfde tekst is ook te vinden in het directieverslag Centurion Vastgoed 2011 d.d. 19 december 2012, D-322). Zoals uit de bewijsmiddelen blijkt, is dat alles onjuist.