[werkneemster] verzoekt, na intrekking van het meer subsidiaire verzochte, de kantonrechter om bij beschikking, voor zover mogelijk, uitvoerbaar bij voorraad:
Primair:
I) het aan [werkneemster] op 6 juli 2016 gegeven ontslag te vernietigen;
II) te bepalen dat Hago [werkneemster] te werk moet stellen ten einde de gebruikelijke werkzaamheden te verrichten, uiterlijk twee dagen na dagtekening van deze beschikking, zulks op straffe van een dwangsom van € 500,00 voor iedere dag of deel daarvan dat Hago ook na betekening van deze beschikking in gebreke blijft hieraan te voldoen;
III) Hago te voordelen tot loondoorbetaling vanaf 6 juli 2016 totdat de arbeidsovereenkomst tussen partijen op rechtsgeldige wijze is geëindigd;
IV) Hago te veroordelen tot betaling aan [werkneemster] van de wettelijke verhoging over de onder III genoemde post;
V) Hago te veroordelen tot betaling aan [werkneemster] van de wettelijke rente over de onder III en IV gevorderde bedragen vanaf de dag dat die bedragen zijn verschuldigd;
VI) Hago te veroordelen tot verstrekking aan [werkneemster] van een schriftelijke en deugdelijke netto/bruto specificatie, waarin de gevorderde bedragen zijn verwerkt, op straffe van een dwangsom van € 25,00 per dag met een maximum van € 500,00 voor elke dag dat Hago veertien dagen na dagtekening van deze beschikking hier niet aan voldoet;
VII) Hago te veroordelen in de proceskosten, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na dagtekening van de in deze te wijzen beschikking;
Subsidiair:
Indien geoordeeld wordt dat er sprake is van een terecht gegeven ontslag op staande voet, echter zonder dat er sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten door [werkneemster] , om:
- Hago te veroordelen om binnen vijf dagen na deze beschikking aan [werkneemster] te betalen een transitievergoeding van € 1.500,00 bruto, onder verstrekking van een deugdelijke bruto/netto specificatie.