2.1.
In de hoofdzaak heeft FNV, op basis van artikel 3:305a BW, gevorderd te verklaren voor recht dat [gedaagde] onrechtmatig heeft gehandeld door haar werknemers bloot te stellen aan arbeidsomstandigheden die schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid en aansprakelijk is voor de daarmee (juridisch) samenhangende schade.
Verder heeft FNV gevorderd [gedaagde] te veroordelen tot het treffen van de volgende maatregelen:
a. omkasting van de gehele kabelproductielijn in de lakhal, gereed binnen veertien dagen na datum vonnis;
b. afsluiting van alle lakbakken, gereed binnen zeven dagen na datum vonnis,
c. puntafzuiging bij de bakken met gevaarlijke stoffen en bij werkzaamheden als lassen en solderen, gereed binnen zeven dagen na datum vonnis,
d. installatie van mechanische ventilatie in de laktoren, gereed binnen veertien dagen na datum vonnis,
e. beschikbaar stellen van adequate persoonlijke beschermingsmiddelen voor de laktoren en de productielijn, gereed binnen zeven dagen na datum vonnis,
f. aanschaf van vervangende stoffen die minder schadelijk zijn voor de gezondheid, gereed binnen veertien dagen na datum vonnis,
al het voorgaande op straffe van verbeurte van een dwangsom.
2.2.
FNV heeft aan haar vorderingen ten grondslag gelegd, verkort weergegeven, dat [gedaagde] onrechtmatig jegens FNV en haar leden heeft gehandeld door haar werknemers bloot te stellen aan arbeidsomstandigheden die schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid en door onvoldoende zorg te betrachten om het ontstaan van deze gezondheidsklachten te voorkomen. Reeds uit het feit dat [gedaagde] na de individuele aansprakelijkstelling door individuele werknemers en na het opstellen van het (hiervoor onder 2.10 bedoelde) plan van aanpak diverse maatregelen heeft genomen, blijkt volgens FNV dat door [gedaagde] vóór die tijd onvoldoende zorg werd betracht.
2.4.
[gedaagde] heeft de incidentele vorderingen gemotiveerd weersproken. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.