Partijen zullen hierna [eisers in de hoofdzaak]., Generali en [gedaagde sub 2 in de hoofdzaak] worden genoemd.
1 De procedure
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de incidentele conclusie tot onbevoegdverklaring en oproeping in vrijwaring van de zijde van Generali en [gedaagde sub 2 in de hoofdzaak]
- de conclusie van antwoord in de incidenten.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in de incidenten.
2 De beoordeling in het bevoegdheidsincident
2.1.
[gedaagde sub 2 in de hoofdzaak], die woonplaats heeft in [land], vordert dat de rechtbank zich in de procedure tegen hem onbevoegd verklaart. [eisers in de hoofdzaak]. voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
2.2.
De rechtsvordering in de hoofdzaak is ingesteld vóór 10 januari 2015. Gelet op artikel 66 van de Herschikte EEX-verordening, nr. 1215/2012 dient de vraag of deze rechtbank rechtsmacht toekomt in de procedure tegen [gedaagde sub 2 in de hoofdzaak] dan te worden beoordeeld aan de hand van de EEX-verordening, nr. 44/2001. Gelet op artikel 1 Rv kunnen de artikelen 1 tot en met 14 Rv in deze zaak dan geen toepassing vinden. Anders dan [eisers in de hoofdzaak]. aannemen kan derhalve niet worden teruggevallen op artikel 7 lid 1 Rv.
2.3.
[eisers in de hoofdzaak]. acht deze rechtbank bevoegd op basis van artikel 6 lid 1 van de EEX-verordening, welke bepaling erin voorziet dat in een zaak als de onderhavige waarin er meer dan één verweerder is, ter vermijding van tegenstrijdige beslissingen, een verweerder die woonplaats heeft op het grondgebied van een lidstaat, in een andere lidstaat wordt opgeroepen voor het gerecht van de woonplaats van één van die andere verweerders. Medeverweerder Generali heeft echter geen woonplaats in Nederland. In de procedure tegen [gedaagde sub 2 in de hoofdzaak] kan dan ook geen rechtsmacht worden aangenomen op basis van artikel 6 lid 1 EEX-verordening, zoals ook volgt uit het door [eisers in de hoofdzaak]. ingewonnen en aangehaalde advies van het T.M.C. Asser Instituut. Van een alternatieve grondslag voor rechtsmacht van deze rechtbank in de procedure tegen [gedaagde sub 2 in de hoofdzaak] is niet gebleken. De vordering zal worden toegewezen.
2.4.
[eisers in de hoofdzaak]. zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van het incident worden veroordeeld.
3 De beoordeling in het vrijwaringsincident
3.1.
Generali, en in het geval de vordering in het bevoegdheidsincident niet zal worden toegewezen ook [gedaagde sub 2 in de hoofdzaak], vorderen dat hen wordt toegestaan Radunion Radweltpokal Sankt Johann en Tourismusverband Sankt Johann in vrijwaring op te roepen. [eisers in de hoofdzaak]. refereert zich ter zake van de incidentele vordering aan het oordeel van de rechtbank, maar verzoekt tevens de hoofdzaak en de vrijwaring op de voet van artikel 215 Rv afzonderlijk te behandelen.
3.2.
De rechtbank is van oordeel dat de incidentele vordering moet worden toegewezen, omdat de aangevoerde gronden die vordering kunnen dragen. Nu het bevoegdheidsincident zal worden toegewezen zal alleen Generali tot oproeping in vrijwaring worden toegelaten. De vraag of aanleiding bestaat in de hoofdzaak en de vrijwaring afzonderlijk te beslissen is eerst aan de orde indien ook de vrijwaringsprocedure aanhangig is. [eisers in de hoofdzaak]. kan zonodig alsdan een daartoe strekkende vordering instellen. Op het aanhangig worden van de vrijwaring kan niet worden vooruitgelopen.
3.3.
De rechtbank zal de beslissing omtrent de kosten van het incident aanhouden, totdat in de hoofdzaak zal worden beslist.
4 De beslissing
De rechtbank
in het bevoegdheidsincident
4.1.
verklaart zich onbevoegd van de vordering in de hoofdzaak tegen [gedaagde sub 2 in de hoofdzaak] kennis te nemen,
4.2.
veroordeelt [eisers in de hoofdzaak]. in de kosten van het incident, aan de zijde van [gedaagde sub 2 in de hoofdzaak] tot op heden begroot op € 452,00,
in het vrijwaringsincident
4.3.
staat toe dat Radunion Radweltpokal Sankt Johann en Tourismusverband Sankt Johann door Generali worden gedagvaard tegen de terechtzitting van 12 augustus 2015,
4.4.
houdt de beslissing omtrent de kosten van het incident aan,
in de hoofdzaak
4.5.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van 12 augustus 2015 voor conclusie van antwoord aan de zijde van Generali.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.C.P. Giesen en in het openbaar uitgesproken op 1 juli 2015.
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: