10 De beslissing
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, zoals hierboven onder 3.5 bewezen is verklaard en dat het bewezen verklaarde uitmaakt:
medeplegen van opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven en beroofd houden;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 36 (ZESENDERTIG) MAANDEN;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de eventuele tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk gedeelte van de haar opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
bepaalt dat een gedeelte van die straf, groot 12 (twaalf) maanden, niet zal worden tenuitvoergelegd onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op drie jaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
en onder de bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich binnen drie dagen na het ingaan van de proeftijd bij Reclassering Nederland meldt (adres: Wibautstraat 12, 1091 GM Amsterdam). Veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig acht;
- zich laat behandelen door De Waag, of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start zo snel mogelijk. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig acht. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig acht;
- verblijft in Exodus of een andere instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf start meteen na invrijheidstelling. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als
de reclassering nodig acht. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor haar heeft opgesteld;
- op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal (laten) opnemen, zoeken of hebben met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 1995;
- op geen enkele wijze - direct of indirect - contact met de medeverdachten [medeverdachte 1] ( [geboortedatum 3] 1983), [medeverdachte 3] ( [geboortedatum 4] 1973) en [medeverdachte 2] ( [geboortedatum 5] 1970) heeft of zoekt - zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig acht;
- meewerkt aan controle van het gebruik van drugs om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak betrokkene wordt gecontroleerd;
- meewerkt aan het aflossen van haar schulden en het treffen van betalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan traject Jongeren Schuldenvrije Start of een soortgelijk traject. Veroordeelde geeft de reclassering toestemming om contact te hebben met haar contactpersoon om inzicht te verkrijgen in haar financiën en schulden;
geeft opdracht aan Reclassering Nederland tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- ten behoeve van het vaststellen van haar identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
voorlopige hechtenis
verstaat dat de schorsing van de voorlopige hechtenis met ingang van heden eindigt;
de vordering van de benadeelde partij;
wijst de vordering tot immateriële schadevergoeding van de benadeelde partij deels toe tot een bedrag van € 2.500,- en veroordeelt de verdachte om dit bedrag, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 26 november 2023 tot de dag waarop deze vordering is betaald, te betalen aan [slachtoffer] ;
verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering tot immateriële schadevergoeding en bepaalt dat de benadeelde partij in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
wijst de vordering tot materiële schadevergoeding van de benadeelde partij ten bedrage van € 100.000,00 af;
veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten van de benadeelde partij, begroot op nihil, en de kosten die ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog gemaakt moeten worden;
de schadevergoedingsmaatregel;
legt aan de verdachte op de verplichting om aan de Staat te betalen een bedrag van € 2.500,- te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 26 november 2023 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald, ten behoeve van [slachtoffer] ;
bepaalt dat als het verschuldigde bedrag niet volledig wordt betaald of kan worden verhaald, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 35 dagen; de toepassing van gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, en dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen;
de vordering tenuitvoerlegging van voorwaardelijk opgelegde straf 13/305708-21;
gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voorwaardelijk opgelegd bij voormeld vonnis van de politierechter van Amsterdam d.d. 15 maart 2022, gewezen onder parketnummer 13/305708-21 te weten een taakstraf voor de duur van 40 uren, subsidiair 20 dagen vervangende hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door
mr. G.P. Verbeek, voorzitter,
mr. N.F.R. de Rooij, rechter,
mr. F.M. Guljé, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. D.A. Goldstoff, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 12 februari 2025.