De kliniek adviseert tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar. Volgens de kliniek lijdt de terbeschikkinggestelde aan een antisociale, borderline en narcistische persoonlijkheidsstoornis, een aandachtsdeficiëntie-/hyperactiviteitsstoornis (ADHD, in remissie) en stoornissen in het gebruik van cannabis, cocaïne en MDMA (in remissie).
De terbeschikkinggestelde is vanuit het transmurale proefverblijf bij [kliniek 2] in september 2021 teruggeplaatst in [kliniek 3] vanwege drugsgebruik en problematisch gedrag. Na de afwijzing van een LFPZ- aanvraag (Langdurige Forensisch Psychiatrische Zorg) is de terbeschikkinggestelde in juni 2022 opgenomen in [kliniek 1] , waar hij nu zijn derde behandelpoging ondergaat. Door gevoelens van onmacht, zich slachtoffer voelen van de omgeving, fatalistisch denken en ‘shoppen’ voor antwoorden bij medewerkers van de kliniek, laat hij zich kennen als een bewerkelijke man. In de samenwerking met het multidisciplinaire behandelteam is er de afgelopen periode wel sprake van een stijgende lijn.
Bij onmiddellijke beëindiging van de terbeschikkingstelling is het recidivegevaar hoog. De risicofactoren vanuit de persoonlijkheids- en middelenproblematiek zijn in een vrijer kader nog steeds onvoldoende bewerkt om zich zelfstandig te kunnen bewegen. De terbeschikkinggestelde moet nog meer leren over zijn kwetsbaarheden in verband met zijn borderline problematiek.
De doelstelling is om de terbeschikkinggestelde een passend resocialisatietraject met aandacht vanuit schematherapie te laten doorlopen. Het is belangrijk dat dit een traject is met voldoende perspectief, maar ook met voldoende inhoudelijke leermomenten. De komende periode wil het behandelteam begeleid en onbegeleid verlof opstarten, waarbij de fase van beveiligd en dubbel begeleid verlof kan worden overgeslagen vanwege de ruime verlofervaringen van de terbeschikkinggestelde. Het is nog te vroeg om een concrete uitspraak te kunnen doen over de prognose op de lange termijn. Naar verwachting zal sprake zijn van een voortvarend regulier traject. Als de terbeschikkinggestelde zich afsprakentrouw toont en als ernstige incidenten uitblijven, dan zou een transmuraal verblijf binnen de komende twee jaar haalbaar moeten zijn. Als dat niet lukt, dan is een verblijf in de portacabins op het terrein van de kliniek denkbaar.
[deskundige 2] heeft in aanvulling op het advies namens de kliniek ter terechtzitting naar voren gebracht dat sprake is van een extreem bewerkelijke casus. Er ligt op dit moment een voortvarend stappenplan, maar de kliniek blijft merken dat de terbeschikkinggestelde nog onvoldoende zelfreflectie heeft en onvoldoende verantwoordelijkheid neemt wanneer sprake is van ongewenst gedrag. Zo waren er aanwijzingen dat de terbeschikkinggestelde in juli 2023 drugs heeft gedeald op het terrein van de kliniek, maar gaf hij dit pas toe op het moment dat dit onomstotelijk kon worden aangetoond. Ook kan de terbeschikkinggestelde nog grensoverschrijdend gedrag naar medewerkers van de kliniek laten zien. De ruis waar de terbeschikkinggestelde in is beland, heeft er ook voor gezorgd dat de eerste verlofweek niet door kon gaan. De reclassering kan bij deze opstelling geen goede samenwerking vormgeven. De deskundige acht het daarom niet waarschijnlijk dat over een jaar de voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging aan de orde zal zijn. De kliniek is van plan om de voortgang in het traject te houden, maar tegelijkertijd verdient een geleidelijk verlopend traject de voorkeur.