4.3.1.
Overwegingen
Het uitgangspunt in ontnemingszaken is dat het daadwerkelijk door een verdachte genoten wederrechtelijk verkregen voordeel wordt ontnomen. De wet bepaalt in artikel 36e lid 5 van het Wetboek van Strafrecht uitdrukkelijk dat dit ook ziet op het voordeel dat een verdachte heeft genoten door het besparen van kosten. De rechtbank ziet in wat de verdediging op dit punt naar voren heeft gebracht geen aanleiding om af te zien van het opleggen van een ontnemingsmaatregel.
Zaak A
[naam bedrijf BV 1] is in zaak A veroordeeld voor het lozen van afvalwater waarin (op basis van een rekenkundig gemiddelde over tien lozingen) hogere concentraties aan MtBE en fenolen zaten dan op basis van de vergunning van [naam bedrijf BV 1] toegestaan waren. De berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel is gebaseerd op het idee dat [naam bedrijf BV 1] had moeten stoppen met het lozen van afvalwater vanaf het moment dat vast stond dat het rekenkundige gemiddelden over tien lozingen niet meer gehaald kon worden.
De verdediging heeft bij pleidooi onderbouwd aangevoerd dat [naam bedrijf BV 1] per m3 afvalwater1 ongeveer € 8,- aan verwerkingskosten maakte voor chemicaliën, actieve koolfilters, in rekening gebrachte kosten van waternet, (externe) analysekosten en overige kosten. Het gaat daarbij om kosten die zij niet (zelf) zou hebben gemaakt als zij het afvalwater aan een externe afvalverwerker zou hebben overgedragen. De officier van justitie heeft deze stelling van [naam bedrijf BV 1] onweersproken gelaten. Zij heeft evenmin verzocht om, op een later moment, in de gelegenheid te worden gesteld alsnog verweer te voeren. De rechtbank vindt de opgave bij pleidooi van € 8,- per m3 niet onaannemelijk. Omdat dit verder onweersproken is gelaten, dient er dan ook van uitgegaan te worden dat [naam bedrijf BV 1] deze kosten heeft gemaakt. De rechtbank zal daarom op het wederrechtelijk verkregen voordeel € 8,- per ton in mindering brengen.
Zaak B
[naam bedrijf BV 1] is in zaak B (feit 1) veroordeeld voor het in 2013, 2014 en 2015 lozen van meer afvalwater dan op basis van de vergunning van [naam bedrijf BV 1] was toegestaan. De berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel is gebaseerd op het idee dat [naam bedrijf BV 1] had moeten stoppen met het lozen van afvalwater vanaf het moment dat het jaardebiet was bereikt. In het dossier zijn drie berekeningsmethodes uitgedacht en de vordering is gebaseerd op de berekening die voor [naam bedrijf BV 1] het meest gunstig was. Die berekening gaat ervan uit dat [naam bedrijf BV 1] het teveel aan afvalwater zou hebben vervoerd naar een rioolwaterzuiveringsinstallatie (hierna: RWZI) van Waternet en daarbij kosten zou hebben gemaakt voor het transport naar de RWZI en voor het analyseren van het af te leveren afvalwater.
In haar antwoord op de vordering van de officier van justitie heeft de verdediging een vierde, voor [naam bedrijf BV 1] nog voordeliger, berekeningsmethode geïntroduceerd. Dit alternatief gaat uit van het aanbieden van het overschreden deel van het afvalwater aan een andere betrouwbare partner. De totale transport- en analysekosten komen volgens de verdediging op € 75.019,93. De verdediging heeft onderbouwd hoe zij tot die berekening is gekomen. Tegen deze berekening heeft de officier van justitie geen verweer gevoerd. De rechtbank vindt het door [naam bedrijf BV 1] berekende vierde alternatief niet onaannemelijk. Omdat de officier van justitie het alternatief van de verdediging onweersproken heeft gelaten, moet ervan worden uitgegaan dat het overschreden deel ook op deze wijze en tegen deze kosten had kunnen worden aangeboden/verwerkt. De rechtbank zal daarom uitgaan van een wederrechtelijk verkregen voordeel van € 75.019,93 zoals door [naam bedrijf BV 1] berekend.
4.3.2.
Berekening
De rechtbank ontleent deze schatting aan de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen (opgenomen in de voetnoten bij de berekening) zijn vervat.
Zaak A
Bespaarde kosten, per ton: € 15,00 2
Wel gemaakte kosten, per ton: € 8,00 −
Voordeel, per ton: € 7,00
Geschatte omvang van een batch (in ton): 2300
3
×
Voordeel, per batch € 16.100,00
Aantal batches (nrs. 574 t/m 581): 8
4
×
Totaal voordeel zaak A: € 128.800,00
Zaak B
Overschrijding 2013 (in ton) (155.418-127.500): 27.918
Overschrijding 2014 (in ton) (167.979-127.500): 40.479
Overschrijding 2015 (in ton) (151.857-127.500): 24.357 +
Totale overschrijding (2013-2015): 92.754 5
Omvang transport RWZI per keer (in ton) 34,50 ÷
Aantal transporten (afgerond) 2688
Kosten per transport € 20,63
6
×
Totale transportkosten RWZI € 55.453,44
Transportenkosten [naam bedrijf BV 2] = transportkosten RWZI = € 55.453,44
Analysekosten [naam bedrijf BV 2] (2019) € 1.994.05
Afvalwater [naam bedrijf BV 2] (2019) (in ton) 9457,804
7
÷
Analysekosten [naam bedrijf BV 2] per ton (afgerond) € 0,21
Overschrijding 2013-2015 92.754 ×
Geschatte analysekosten 2013-2015 € 19.478,34
Totaal voordeel zaak B: € 74.931,78
Totaal voordeel zaak A (€ 128.800,-) + zaak B (€ 74.931,78): € 203.731,78