2 Beschuldiging
Naar aanleiding van vragen van een medewerker van notariskantoor [naam notariskantoor] aan de bank over een niet meer bestaande rekening is hiernaar een onderzoek ingesteld. Verdachte werkte destijds voor het notariskantoor van zijn medeverdachte [medeverdachte] . Uiteindelijk heeft genoemd onderzoek tot de volgende strafrechtelijke beschuldiging geleid.
Verdachte wordt kort gezegd beschuldigd van het samen met een ander plegen van valsheid in geschrift door stukken te vervalsen en te gebruiken. Het gaat daarbij om bankafschriften, een akte van geldlening en e-mails in de periode 1 december 2014 tot en met 8 december 2017.
De tenlastelegging staat in bijlage I.
[medeverdachte] is bij vonnis van 12 maart 2020 door deze rechtbank, in een andere samenstelling, veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden en een beroepsverbod in het notariaat van vijf jaar. [medeverdachte] is, naast de feiten waar verdachte van wordt beschuldigd, ook veroordeeld voor andere feiten.
4 Bewezenverklaring
De rechtbank vindt bewezen dat verdachte
in de periode vanaf 1 december 2014 tot en met 8 december 2017 te Amsterdam en/of Nieuw-Vennep tezamen en in vereniging met een ander telkens opzettelijk gebruik heeft gemaakt van en voorhanden heeft gehad meerdere valse of vervalste geschriften, te weten
-
zesentwintig bankafschriften van de Rabobank Amstel en Vecht ten name van [naam notariskantoor] Notariskantoor inzake derdengelden met rekeningnummer [nummer] voorzien van de volgnummers 520 tot en met 545 en
-
een akte van geldlening met schuldbekentenis d.d. 15 december 2015 voorzien van het leningnummer [nummer] en
-
een e-mailbericht d.d. 29 maart 2017 met het onderwerp "lening" afkomstig vanaf het e-mailadres [e-mailadres] en een e-mailbericht d.d. 15 augustus 2017 met het onderwerp " [medeverdachte] " afkomstig vanaf het e-mailadres [e-mailadres] ,
telkens geschriften die bestemd zijn om tot bewijs van enig feit te dienen, bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat
ad A.
over de periode van 3 december 2014 tot en met 6 oktober 2017 telkens bankafschriften zijn vervaardigd met een positief saldo variërend van 560.000 euro tot 1.530.013,86, terwijl in werkelijkheid de betreffende bankrekening per 22 december 2014 was opgeheven, en
ad B.
een akte van geldlening met schuldbekentenis is vervaardigd waarin staat dat Nationale-Nederlanden Levensverzekering Maatschappij N.V. (de schuldeiseres) en (a) [medeverdachte] en (b) [medeverdachte] Notariaat B.V. (de schuldenaar) een overeenkomst tot geldlening hebben gesloten en de schuldenaar erkent wegens heden ter leen ontvangen gelden schuldig te zijn aan de schuldeiseres een som van 75.000 en dat die akte het leningnummer [nummer] heeft, terwijl in werkelijkheid die lening niet door schuldeiseres aan schuldenaar is verstrekt en dat leningnummer toebehoort aan een andere cliënt van Nationale-Nederlanden Levensverzekering Maatschappij N.V., en
ad C.
e-mailberichten zijn vervaardigd en verstuurd afkomstig van [naam 1] met e-mailadres [e-mailadres] over een geldlening die aan [medeverdachte] en/of diens Kantoor/B.V. door [naam 1] is verstrekt, terwijl in werkelijkheid deze e-mailberichten niet afkomstig zijn van [naam 1] en van haar e-mailadres en zij geen geldlening aan [medeverdachte] heeft verstrekt,
en bestaande dat gebruikmaken en voorhanden hebben hierin dat verdachte en zijn mededader
- ( ad A.) die vervalste bankrekeningafschriften op het notariskantoor voorhanden hadden en in de administratie hebben opgenomen en hebben verstrekt aan de boekhouder en de accountant van het notariskantoor [medeverdachte] Notariaat en aan een toezichthouder/ medewerker van het Bureau Financieel Toezicht, en
- ( ad B.) die vervalste akte van geldlening verstrekt hebben aan de accountant van het notariskantoor [medeverdachte] Notariaat, en
- ( ad C.) die valse e-mailberichten verzonden hebben aan de accountant van het notariskantoor [medeverdachte] Notariaat,
waardoor verhuld werd dat zijn mededader geldbedragen van de derdengeldenrekening van het notariskantoor [medeverdachte] Notariaat heeft onttrokken en waardoor bij het Bureau Financieel Toezicht de indruk werd gewekt dat de bewaringspositie van het notariskantoor [medeverdachte] Notariaat positief was, terwijl in werkelijkheid sprake was van een bewaringstekort van 502.329 euro per 31 december 2014 oplopend tot 2.210.161 euro per 8 december 2017,
terwijl hij en zijn mededader wisten dat die geschriften bestemd waren voor gebruik als ware zij echt en onvervalst;
hij in de periode vanaf 1 december 2014 tot en met 8 december 2017 te Amsterdam en/of Nieuw Vennep tezamen en in vereniging met een ander meerdere geschriften, te weten
A. zesentwintig bankrekeningafschriften van de Rabobank Amstel en Vecht ten name van [naam notariskantoor] Notariskantoor inzake derdengelden met rekeningnummer [nummer] voorzien van de volgnummers 520 tot en met 545 en
een akte van geldlening met schuldbekentenis d.d. 15 december 2015 voorzien van het leningnummer [nummer] en
een e-mailbericht d.d. 29 maart 2017 met het onderwerp "lening" afkomstig vanaf het e-mailadres [e-mailadres] en een e-mailbericht d.d. 15 augustus 2017 met het onderwerp " [medeverdachte] " afkomstig vanaf het e-mailadres [e-mailadres] ,
telkens geschriften die bestemd zijn om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt of vervalst, immers hebben verdachte en zijn mededader valselijk en in strijd met de waarheid:
ad A.
over de periode van 3 december 2014 tot en met 6 oktober 2017 telkens bankafschriften vervaardigd met een positief saldo variërend van 560.000 euro tot 1.530.013,86, terwijl in werkelijkheid de betreffende bankrekening per 22 december 2014 was opgeheven, en
ad B.
een akte van geldlening met schuldbekentenis vervaardigd waarin staat dat Nationale-Nederlanden Levensverzekering Maatschappij N.V. (de schuldeiseres) en (a) [medeverdachte] en (b) [medeverdachte] Notariaat B.V. (de schuldenaar) een overeenkomst tot geldlening hebben gesloten en de schuldenaar erkent wegens heden ter leen ontvangen gelden schuldig te zijn aan de schuldeiseres een som van 75.000 en dat die akte het leningnummer [nummer] heeft, terwijl in werkelijkheid die lening niet door schuldeiseres aan schuldenaar is verstrekt en dat leningnummer toebehoort aan een andere cliënt van Nationale-Nederlanden Levensverzekering Maatschappij N.V., en
ad C.
e-mailberichten vervaardigd en verstuurd afkomstig van [naam 1] met e-mailadres [e-mailadres] over een geldlening die aan [medeverdachte] en/of diens kantoor/B.V. door [naam 1] is verstrekt, terwijl in werkelijkheid deze e-mailberichten niet afkomstig zijn van [naam 1] en van haar e-mailadres en zij geen geldlening aan [medeverdachte] en/of zijn kantoor/B.V. heeft verstrekt,
waardoor verhuld werd dat zijn mededader geldbedragen van de derdengeldenrekening van het notariskantoor [medeverdachte] Notariaat heeft onttrokken en waardoor bij het Bureau Financieel Toezicht de indruk werd gewekt dat de bewaringspositie van het notariskantoor [medeverdachte] Notariaat positief was, terwijl er in werkelijkheid sprake was van een bewaringstekort van 502.329 euro per 31 december 2014 oplopend tot 2.210.161 euro per 8 december 2017,
zulks telkens met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
8 Beslissing
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
opzettelijk gebruik maken van een vervalst geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst, meermalen gepleegd
valsheid in geschrift, meermalen gepleegd.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 15 (vijftien) maanden.
Ontzet verdachte uit het recht tot de uitoefening van het beroep van kandidaat-notaris, notarisklerk, notarieel medewerker en het anderszins verrichten van werkzaamheden op een notariskantoor of in de notariële (advies)praktijk, voor 5 (vijf) jaar.
Verklaart onttrokken aan het verkeer:
- 1x envelop met goednummer 5560667.
Dit vonnis is gewezen door
mr. J. Huber, voorzitter,
mrs. C.M. Degenaar en M. Smit, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M.M. van der Beek, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 14 juni 2021.