Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBAMS:2020:7621

Rechtbank Amsterdam
19-06-2020
01-11-2024
C/13/683265 / KG ZA 20-388
Verbintenissenrecht
Eerste aanleg - enkelvoudig,Kort geding

In coronatijd kiest De Alliantie voor het systeem WeTransfer voor het aanleveren van benodigde stukken voor het verkrijgen van een huurwoning. De stukken zijn, hoewel door eiser geüpload, niet daadwerkelijk bij De Alliantie binnengekomen. Eiser vist daarom achter het net voor de woning waarvoor hij kandidaat nummer 1 was. Eiser heeft diverse malen gebeld met De Alliantie om te vragen of zijn stukken waren ontvangen, maar hij kreeg alleen een algemeen antwoord, er is niet gecheckt of zijn stukken waren ontvangen. Het gebruik van WeTransfer moet voor rekening en risico van De Alliantie blijven. Op De Alliantie rust de plicht eiser een andere vergelijkbare woning aan te bieden.

Rechtspraak.nl
Sdu Nieuws Huurrecht 2024/232
RVR 2024/105

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel

zaaknummer / rolnummer: C/13/683265 / KG ZA 20-388 CdK/MA

Vonnis in kort geding van 19 juni 2020

in de zaak van

[eiser] ,

wonende te [woonplaats] ,

eiser bij dagvaarding op verkorte termijn van 30 april 2020,

advocaat mr. S. Ouald Chaib te Amsterdam,

tegen

de stichting

STICHTING DE ALLIANTIE,

gevestigd te Amsterdam,

gedaagde,

advocaat mr. S. Baggen te Amsterdam.

Partijen zullen hierna [eiser] en De Alliantie worden genoemd.

1 De procedure

Op 1 mei 2020 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden door middel van een telefonische conferentie. Deelnemers aan deze telefonische conferentie waren buiten de voorzieningenrechter en de griffier, mr. Ouald Chaib, [eiser] , diens vriendin mevrouw [naam 1] en mr. Baggen. Op diezelfde datum is beslist op de vordering onder het petitum I en II door middel van een mondelinge uitspraak die in een proces-verbaal is vastgelegd. Voor het overige is de beslissing aangehouden in afwachting van de uitkomst van een door De Alliantie in te stellen onderzoek binnen haar eigen organisatie en bij WeTransfer. De zaak is pro forma aangehouden tot aanvankelijk 15 mei 2020 en vervolgens op verzoek van De Alliantie tot 29 mei 2020.

Bij schrijven van 28 mei 2020 heeft De Alliantie de resultaten van het onderzoek aan de voorzieningenrechter meegedeeld. [eiser] heeft tot 5 juni 2020 de tijd gekregen daarop te reageren. Die reactie is op 5 juni 2020 binnengekomen, waarna eindvonnis is bepaald op heden.

2 De feiten

2.1.

[eiser] woont in een huurwoning in de [adres 1] . Hij kampt met psychische problematiek en heeft van de gemeente Amsterdam een WMO-indicatie gekregen, waarmee hij in aanmerking komt voor een voor hem geschikte huurwoning. Via Woningnet heeft [eiser] zich ingeschreven voor een (andere) huurwoning.

2.2.

Op 15 april 2020 heeft Woningnet aan [eiser] een e-mail gestuurd dat hij tot de 20 kandidaten behoorde die een woning aan de [adres 2] (hierna: de woning) kregen aangeboden. Hij diende via Woningnet aan te geven of hij de woning wilde accepteren of weigeren. [eiser] heeft de woning geaccepteerd.

2.3.

Bij e-mail van 17 april 2020 heeft De Alliantie aan [eiser] meegedeeld dat hij op dat moment de eerste kandidaat was voor de woning. Om daadwerkelijk voor de woning in aanmerking te kunnen komen, diende [eiser] bewijsstukken, waaronder de huurovereenkomst van zijn huidige woning aan de [adres 1] en een inkomensverklaring, aan te leveren. De Alliantie schrijft verder onder het kopje “Aanleveren van bewijsstukken uiterlijk 20-04-2020 om 17:00”:

Om te controleren of u in aanmerking komt voor deze woning wordt u gevraagd enkele documenten in te leveren. U kunt deze documenten uploaden op deze website (website blauw gedrukt, vzr.). Vermeld a.u.b. in het bericht het adres van de woning én uw IBAN-nummer. Om elk risico op verdere verspreiding van het corona-virus te voorkomen, hebben wij besloten om onze balie aan de [adres 3] te sluiten tot 28 april. Dit betekent dat de Alliantie alleen via de digitale kanalen en/of telefonisch bereikbaar is.

Zorg ervoor dat de gegevens en formulieren uiterlijk 20-04-2020 om 17:00 in ons bezit zijn. Wanneer de noodzakelijke documenten niet op tijd ontvangen zijn, zal de woning aan de volgende kandidaat worden aangeboden.”

2.4.

Op 19 april 2020 einde middag heeft (de vriendin van) [eiser] de gevraagde documenten met WeTransfer verstuurd en hiervan printscreens gemaakt. Op de printscreens is de melding te lezen dat de huurovereenkomst en de inkomensverklaring zijn verstuurd, maar nog niet gedownload. Helemaal boven aan de printscreens staat eerst een symbool van een slotje gevolgd door de woorden “dealliantie.wetransfer.com”.

2.5.

Op 20 april 2020 heeft (de vriendin van) [eiser] gebeld met De Alliantie met de vraag of de documenten zijn aangekomen en of ze kloppen. Daarop is geantwoord dat De Alliantie vijf werkdagen de tijd heeft om de documenten te beoordelen en dan zal reageren. Op de vraag of de medewerker kan controleren of de documenten wel ontvangen zijn antwoordt de medewerker: “Nee, dat kan ik helaas niet maar in principe als u gewoon de link heeft gevolgd die in de mail bijgesloten is dan kunt u ervan uitgaan dat we alle documentatie hebben ontvangen”.

2.6.

[eiser] ontvangt de dagen erna bevestiging noch ander bericht van De Alliantie met betrekking tot de woning. Daarom neemt (de vriendin van) [eiser] nog een aantal malen telefonisch contact op met De Alliantie. Op 29 april 2020 heeft (de vriendin van) [eiser] telefonisch contact met mevrouw [naam 2] van de Alliantie, de behandelaar van het nieuwbouwproject [naam nieuwbouwproject] op Zeeburgereiland, in welk complex de woning is gelegen. Mevrouw [naam 2] deelt haar mee dat ze geen documenten van [eiser] heeft gezien en dat de woning inmiddels aan de eerstvolgende kandidaat op de ranglijst is aangeboden. Deze kandidaat heeft de woning geaccepteerd.

3 Het geschil

3.1.

[eiser] vordert in het petitum onder III) de woning per direct te onttrekken aan de verhuur voor andere kandidaten; IV) een en ander op straffe van een dwangsom en V) met veroordeling van De Alliantie in de kosten van deze procedure.

3.2.

[eiser] legt hieraan – samengevat en verkort weergegeven - het volgende ten grondslag. Hij heeft met bijstand van zijn vriendin, de link voor het uploaden van de gevraagde documenten gevolgd. De documenten zijn op 19 april 2020 verzonden aan De Alliantie. Indien zij niet zijn aangekomen bij De Alliantie, dan heeft de Alliantie ze niet gedownload. Meteen de volgende dag, op 20 april 2020 is telefonisch contact opgenomen met De Alliantie met de vraag of de documenten waren aangekomen. De reactie van de medewerkster was “als u de link heeft gevolgd, dan zijn ze ontvangen”. Daadwerkelijk nagaan of ze waren ontvangen, deed de medewerkster niet. Vervolgens is op 22, 23 en 27 april 2020 meermalen telefonisch contact opgenomen met De Alliantie. Tijdens deze gesprekken is aan [eiser] althans zijn vriendin meegedeeld dat de stukken waren ontvangen en dat ze bezig waren om de documenten na te lopen.

Door de acceptatie van de woning door [eiser] is de huurovereenkomst tot stand gekomen. De Alliantie heeft onzorgvuldig gehandeld jegens [eiser] . Indien de woning inmiddels niet meer beschikbaar is voor [eiser] , dient De Alliantie aan hem een vervangende gelijkwaardige woning te verhuren. Ter zitting heeft [eiser] verzocht hem in dat geval de woning in hetzelfde complex op nummer 10 te verhuren.

3.3.

De Alliantie voert gemotiveerd verweer.

3.4.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4 De beoordeling

4.1.

Uit navraag bij WeTransfer is De Alliantie gebleken dat WeTransfer niet meer kan achterhalen wat er met de geüploade stukken is gebeurd.

Bij de Alliantie zelf zijn de binnengekomen telefoongesprekken die zijn gevoerd met het 06 -nummer van de vriendin van [eiser] over de periode 14-29 april 2020 geregistreerd. De registratielijst en de geluidsfragmenten zijn in het geding gebracht door mr. Baggen.

De telefoongesprekken gevoerd vanaf 20 april 2020 zijn door de voorzieningenrechter beluisterd. Op 20, 28 en 29 april 2020 zijn telefoongesprekken gevoerd. Van gesprekken op 22, 23 en 27 april 2020 zoals door [eiser] is gesteld, blijkt niet.

Verkort weergegeven is het volgende besproken.

Op 20 april 2020 is tweemaal gebeld vanaf het 06-nummer waarbij alleen de tweede keer een gesprek plaatsvond, tussen de vriendin en medewerkster [naam 3] . [naam 3] heeft daarbij meegedeeld zoals hierboven weergegeven onder 2.5.

Op 28 april 2020 heeft de vriendin gebeld met “ [naam 4] ” van de Klantenservice, werkzaam op het hoofdkantoor van De Alliantie in Hilversum. De vriendin vraagt waarom zij geen bevestiging heeft gehad van de Alliantie. De medewerker zegt dat ze nog bezig zullen zijn met de beoordeling. Hij heeft de naam van het nieuwbouwproject aan de vriendin gegeven, [naam nieuwbouwproject] , en verder volgt wat algemene informatie over onder andere een geplande inmeetdag.

Op 28 april 2020 heeft de vriendin nogmaals gebeld met De Alliantie, met medewerkster

[naam 5] . Laatstgenoemde heeft nogmaals bevestigd dat indien de link in de e-mail is gevolgd, zij ervan uit mag gaan dat de documenten ontvangen zijn.

Op 29 april 2020 heeft de vriendin weer contact opgenomen met De Alliantie. Zij zegt tegen de medewerker dat zij de avond ervoor op haar Woningnetaccount heeft gezien dat zij haar documenten niet op tijd of niet volledig zou hebben aangeleverd. De vriendin wordt doorverbonden met mevrouw [naam 2] en de vriendin vraagt wat er aan de hand is. [naam 2] deelt haar mee dat zij niets heeft binnen gekregen van haar. [naam 2] zegt samengevat dat zij bang is dat de vriendin de documenten naar een verkeerd e-mailadres heeft gestuurd of helemaal niet naar een e-mailadres. De vriendin zegt dat er in het geheel geen e-mailadres stond vermeld, waarop [naam 2] zegt dat dat e-mailadres er standaard in staat. Zij zegt dat de woning al is aangeboden aan een andere kandidaat. Zij zegt dat zij kan herstellen dat de vriendin weer kandidaat wordt voor de woning, maar dat zij dan kandidaat nummer 12 is. De vriendin vraagt vervolgens nog naar de beschikbaarheid van de woning op [adres 4] . [naam 2] deelt mee dat zij dat ook kan herstellen, dat de vriendin weer een positie krijgt voor die woning, en dat zij daarvoor dan kandidaat nummer 10 is

(opmerking vzr: Aan het einde van het gesprek blijkt [naam 2] dat de vriendin niet voor zich zelf belt, maar voor [eiser] ).

4.2.

Uit de telefoongesprekken komt niet naar voren dat is gezegd dát de stukken zijn ontvangen. De teneur is: áls u de link goed heeft gevolgd, dan zijn ze ontvangen.

4.3.

Naar aanleiding van het debat ter zitting, waarbij de voorzieningenrechter de gronden heeft aangevuld in die zin dat de primaire grondslag wanprestatie is en de subsidiaire grondslag onrechtmatige daad, wordt als volgt overwogen.

De vorderingen onder I en II werden reeds aangemerkt als vorderingen gebaseerd op wanprestatie en die zijn afgewezen in het mondelinge vonnis van 1 mei 2020.

Mr. Baggen heeft tijdens de zitting telefonisch contact opgenomen met mevrouw [naam 2] , die meedeelde dat ook de woning [adres 4] niet meer beschikbaar was. Het mindere van de vordering onder III, zoals besproken ter zitting, nu ook [adres 4] inmiddels niet meer beschikbaar is, namelijk het toewijzen van een andere woning, in dezelfde buurt of directe omgeving, kan worden gebaseerd op onrechtmatige daad.

4.4.

De Alliantie heeft kort gezegd aangevoerd dat [eiser] een fout moet hebben gemaakt bij het uploaden van de stukken. Hoogstwaarschijnlijk heeft hij zijn e-mailadres niet ingevuld in het daarvoor bestemde vakje. Deze fout en de gevolgen daarvan dienen voor rekening en risico van [eiser] te blijven, aldus de Alliantie.

4.5.

Dit verweer van De Alliantie slaagt niet.

De Alliantie heeft in verband met de Coronacrisis ervoor gekozen dat stukken niet fysiek aan haar kantoor konden worden afgegeven en dat alle communicatie met haar digitaal en/of telefonisch diende plaats te vinden. De Alliantie heeft gekozen voor digitale aanlevering van stukken via WeTransfer. Hoewel gelet op de bijzondere omstandigheden begrijpelijk is dat naar alternatieve mogelijkheden voor de aanlevering van stukken is gezocht, is het dan wel aan De Alliantie om een alternatieve betrouwbare aanleverprocedure met waarborgen open te stellen voor de woningzoekenden.

Uit de printscreens blijkt dat [eiser] de gevraagde stukken met WeTransfer heeft verzonden. Een bevestiging dat de stukken daadwerkelijk door De Alliantie zijn ontvangen, ontbreekt. In verband met het ontbreken van die bevestiging, heeft (de vriendin van) [eiser] de dag erna, op 20 april 2020 en dus tijdig, telefonisch contact opgenomen met De Alliantie om te controleren of de stukken waren ontvangen. Dat de Alliantie dan niet in staat is te controleren of de stukken zijn binnengekomen, dient voor rekening en risico van De Alliantie te komen. Overduidelijk is dat [eiser] alles wat in zijn vermogen lag, heeft gedaan om te zorgen dat de benodigde stukken tijdig bij De Alliantie zouden komen. De Alliantie had ervoor dienen zorg te dragen dat zij kon controleren of de stukken vóór de uiterste termijn waren ontvangen. Het gaat hier immers voor de woningzoekende om een uiterst belangrijke aangelegenheid.

Indien De Alliantie op 20 april 2020 wél had nagekeken of de stukken waren ontvangen en vervolgens [eiser] had meegedeeld dat zij ze níet had ontvangen, had [eiser] direct nogmaals de stukken kunnen aanleveren via WeTransfer. Deze kans heeft [eiser] nu niet gekregen. Niet acceptabel is dat de negatieve gevolgen van een niet waterdicht alternatief aanleversysteem zonder controlemogelijkheden worden afgewenteld op de woningzoekende. De voorzieningenrechter is van oordeel dat deze handelwijze van De Alliantie onzorgvuldig is. [eiser] heeft recht op schadevergoeding uit onrechtmatige daad in de zin van toewijzen van een alternatieve woning. Hieruit vloeit voort dat De Alliantie aan [eiser] een alternatieve gelijkwaardige woning dient aan te bieden, indien mogelijk in hetzelfde complex of de directe omgeving. Gelet op de grote woningvoorraad van De Alliantie, kan van haar worden verwacht dat zij binnen drie maanden een geschikte woning beschikbaar heeft voor [eiser] . Niet gebleken is dat het opleggen van een dwangsom hiertoe nodig is, aangenomen wordt dat De Alliantie aan het vonnis zal voldoen.

4.6.

De Alliantie zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiser] worden begroot op:

- griffierecht 83,00

- salaris advocaat 980,00

Totaal € 1.063,00

5 De beslissing

De voorzieningenrechter

5.1.

veroordeelt De Alliantie om binnen drie maanden na betekening van dit vonnis, aan [eiser] aan te bieden een vervangende, gelijkwaardige woning, zowel qua woning als omgeving, als de woning aan [adres 2] ,

5.2.

veroordeelt De Alliantie in de proceskosten, aan de zijde van [eiser] tot op heden begroot op € 1.063,00,

5.3.

verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,

5.4.

wijst het meer of anders gevorderde af.

Dit vonnis is gewezen door mr. C.M.E. de Koning, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. M.H. Abbas, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 19 juni 2020.1

1 type: MA coll: BB

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.