3.1.
Het Fonds vordert – na eiswijziging – dat de rechtbank bij vonnis, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1. primair: de Stichting c.s., althans de Stichting en/of de KNAW, verbiedt inbreuk te maken op de auteursrechten van het Fonds,
subsidiair: de Stichting c.s., althans de Stichting en/of de KNAW, verbiedt de manuscripten van de dagboeken van Anne Frank integraal te verveelvoudigen, althans integraal te verveelvoudigen anders dan, althans strikt, noodzakelijk ten behoeve van het beschikbaar stellen op terminals in de eigen gebouwen, en/of de manuscripten integraal openbaar te maken, althans openbaar te maken anders dan door het beschikbaar stellen op enkele, of een, terminal(s) in de eigen gebouwen;
2. primair: voor recht verklaart dat openbaarmaking en/of verveelvoudiging van de integrale manuscripten van de dagboeken van Anne Frank, ook na 1 januari 2016, de auteursrechten van het Fonds schendt;
subsidiair: voor recht verklaart dat openbaarmaking en/of verveelvoudiging van de integrale manuscripten van de dagboeken van Anne Frank, ook na 1 januari 2016, de auteursrechten van het Fonds schendt, tenzij deze openbaarmaking en/of verveelvoudiging is geautoriseerd door het Fonds;
meer subsidiair: voor recht verklaart dat openbaarmaking en/of verveelvoudiging van de integrale manuscripten van de dagboeken van Anne Frank, ook na 1 januari 2016, de auteursrechten van het Fonds schendt, tenzij deze openbaarmaking en/of verveelvoudiging is geautoriseerd door het Fonds, of een wettelijke beperking van het auteursrecht van toepassing is;
3. de Stichting c.s. verbiedt integrale verveelvoudigingen te maken van de manuscripten van de dagboeken van Anne Frank ter voorbereiding van de aangekondigde, inbreukmakende publicatie;
4. primair: de Stichting c.s. verbiedt niet door het Fonds geautoriseerde verveelvoudigingen van de integrale manuscripten van de dagboeken van Anne Frank binnen hun organisatie, en tussen hun organisaties, te verspreiden en anderszins openbaar te maken;
subsidiair: de Stichting c.s. verbiedt niet door het Fonds geautoriseerde verveelvoudigingen van de integrale manuscripten van de dagboeken van Anne Frank (1) binnen hun eigen organisatie openbaar te maken, anders dan dan door ze beschikbaar te stellen op een, of enkele, terminal(s) in de eigen gebouwen, en/of (2) tussen hun organisaties te verspreiden en/of anderszins openbaar te maken;
5. de Stichting c.s. beveelt om binnen vijf dagen na betekening van het vonnis aan de raadsman van het Fonds opgave te doen van alle, al dan niet digitale, niet door het Fonds geautoriseerde integrale verveelvoudigingen, al dan niet in gewijzigde vorm welke niet als een nieuw oorspronkelijk werk moeten worden aangemerkt, van de manuscripten van de dagboeken van Anne Frank die zijn gemaakt tijdens de, althans: ter, voorbereiding van de aangekondigde, inbreukmakende publicatie van de manuscripten van Anne Frank, en om deze verveelvoudigingen binnen tien dagen na betekening van het te dezen te wijzen vonnis te vernietigen in het bijzijn van een door het Fonds aan te wijzen deurwaarder, welke deurwaarder onverwijld schriftelijk verslag van de vernietiging zal uitbrengen aan de raadsman van het Fonds;
6. de Stichting en de KNAW ieder veroordeelt tot betaling van een direct opeisbare dwangsom van EUR 25.000,00 met een maximum van EUR 5.000.000,00, voor iedere dag of dagdeel dat door henzelf niet, of onvolledig, in overeenstemming met een van de bovengenoemde bevelen of verboden wordt gehandeld; en
7. de Stichting c.s. op de voet van artikel 1019h Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering veroordeelt in de kosten van dit geding, zodanig dat zij hoofdelijk aansprakelijk is voor vergoeding van deze kosten.