Ter terechtzitting heeft de raadsman aangevoerd dat verdachte heeft gehandeld uit noodweer. Het slachtoffer wilde orale sex met hem en toen verdachte geen erectie kon krijgen heeft het slachtoffer verdachte op enig moment hard in zijn testikels geknepen en is blijven knijpen, hetgeen hij als zeer pijnlijk ervoer. Zodoende was sprake van een ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding, waartegen verdachte zich noodzakelijkerwijs moest verdedigen.
De rechtbank verwerpt dit verweer nu niet aannemelijk is geworden dat sprake was van de situatie, zoals door de raadsman geschetst en ziet zich in dit oordeel gesteund door het volgende.
[getuige 2] verklaart in zijn verhoor als getuige bij de rechter-commissaris, d.d. 24 januari 2006 dat het slachtoffer expliciet voor vrouwen en antihomo was en voorts dat het slachtoffer homofilie zelfs haatte omdat hij het onnatuurlijk vond.
[getuige] verklaart in haar verhoor als verdachte, tevens getuige, bij de rechter-commissaris, d.d. 18 oktober 2005 dat het slachtoffer in het begin wel seksuele toenadering tot haar zocht, maar dat dat niet meer is gebeurd toen zij had gezegd dat niet te willen. Kennelijk accepteerde het slachtoffer een duidelijk “nee” als dit sexualiteit betrof.
De penitentiair geneeskundige van [detentieadres] , [persoon 2] , verklaart in zijn schrijven aan de rechter-commissaris, d.d. 3 maart 2006 dat van een afwijking, kwetsuur, aan de testikels van verdachte niet is gebleken.
[persoon 3] verklaart op 18 augustus 2005 bij een nader verhoor als verdachte bij de rechter-commissaris, dat zij ongeveer een week na 23 april 2005 nog sex met verdachte heeft gehad en daarbij niet heeft gemerkt of verdachte misschien pijn had.
Het bewezen geachte feit is volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is ook overigens niet aannemelijk geworden.