1.3
Het HvJEU heeft deze vraag ontkennend beantwoord:
“Richtlijn 96/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 1996 betreffende de rechtsbescherming van databanken moet aldus worden uitgelegd dat zij geen toepassing vindt wanneer een databank niet op grond van deze richtlijn wordt beschermd door het auteursrecht of door het recht sui generis, zodat de artikelen 6, lid 1, 8 en 15 van de richtlijn zich er niet tegen verzetten dat de maker van een dergelijke databank contractuele beperkingen stelt aan het gebruik ervan door derden, onverminderd het toepasselijke nationale recht.”
Het HvJEU overwoog daartoe onder meer dit:
“26 In het subsidiair aangevoerde tweede onderdeel van het middel van het beroep in cassatie stelt Ryanair in wezen dat het Gerechtshof te Amsterdam ten onrechte heeft geoordeeld dat het feit dat PR Aviation zich niet heeft gehouden aan het aan haar contractueel opgelegde verbod om aan de databank van Ryanair gegevens te onttrekken voor commerciële doeleinden zonder met Ryanair een schriftelijke licentieovereenkomst te hebben gesloten, geen wanprestatie van haar kant opleverde.
27 In dit verband vraag de verwijzende rechter zich af of het toepassingsgebied van richtlijn 96/9 mede databanken omvat die niet, op de voet van hoofdstuk II van deze richtlijn, worden beschermd door het auteursrecht en ook niet, op de voet van hoofdstuk III van de richtlijn, door het recht sui generis, alsmede of de bepekringen van de contractsvrijheid die volgen uit de artikelen 6, lid 1, 8 en 15 van de richtlijn, dus ook gelden voor die databanken.
29 Met zijn vraag, waarbij wordt uitgegaan van de premisse dat de in het hoofdgeding aan de orde zijnde gegevensverzameling van Ryanair een databank in de zin van artikel 1, lid 2, van richtlijn 96/9 is, maar niet wordt beschermd door het auteursrecht op grond van hoofdstuk II van die richtlijn en evenmin door het recht sui generis op grond van hoofdstuk III van de richtlijn, hetgeen ter beoordeling van de verwijzende rechter staat, wenst de verwijzende rechter in wezen te vernemen of richtlijn 96/9 aldus moet worden uitgelegd dat gelet op de artikelen 6, lid 1, 8 en 15 van de richtlijn de vrijheid om gebruik te maken van een dergelijke databank niet contractueel mag worden beperkt.
30 Om te beginnen moet in herinnering worden geroepen dat volgens vaste rechtspraak een richtlijn uit zichzelf aan een particulier geen verplichtingen kan opleggen en dus als zodanig niet tegenover hem kan worden ingeroepen (zie met name arresten Faccini Dori, C-91/92, EU:C:1994:292, punt 20; Kücükdeveci, C-555/07, EU:C:2010:21, punt 46, en Dominguez, C-282/10, EU:C:2012:33, punt 37).
31 Het is tevens vaste rechtspraak dat de nationale rechter bij de toepassing van het interne recht dit zo veel mogelijk moet uitleggen in het licht van de bewoordingen en het doel van de betrokken richtlijn (zie met name arresten Pfeiffer e.a., C-397/01–C-403/01, EU:C:2004:584, punt 114; Kücükdeveci, EU:C:2010:21, punt 48, en Dominguez, EU:C:2012:33, punt 24).
32 Na deze inleidende overwegingen moet erop worden gewezen dat hoofdstuk I van richtlijn 96/9 in artikel 1, lid 2, een definitie geeft van het begrip „databank”.
33 Dat begrip heeft krachtens die bepaling weliswaar, zoals PR Aviation opmerkt, een ruime reikwijdte, vrij van overwegingen van formele, technische of materiële aard (zie in die zin arrest Fixtures Marketing, C-444/02, EU:C:2004:697, punten 20-32), maar de definitie van artikel 1, lid 2, van richtlijn 96/9 geldt volgens de bewoordingen van de richtlijn „[i]n [het kader van] deze richtlijn”.
34 Volgens artikel 1, lid 1, van richtlijn 96/9 strekt de richtlijn tot „rechtsbescherming van databanken”. De richtlijn voorziet dienaangaande in twee vormen van rechtsbescherming voor databanken. De eerste vorm is geregeld in de in hoofdstuk II van de richtlijn opgenomen artikelen 3 tot en met 6 en betreft de bescherming door het auteursrecht, welke bescherming volgens artikel 3, lid 1, van de richtlijn geldt voor databanken die door de keuze of de rangschikking van de stof een eigen intellectuele schepping van de maker vormen. De tweede vorm is geregeld in de in hoofdstuk III van richtlijn 96/9 opgenomen artikelen 7 tot en met 11 en betreft de bescherming door een recht sui generis, welke bescherming volgens artikel 7, lid 1, van de richtlijn geldt voor databanken waarvan de verkrijging, de controle of de presentatie van de inhoud in kwalitatief of kwantitatief opzicht getuigt van een substantiële investering. Voor die twee vormen van rechtsbescherming is in gemeenschappelijke bepalingen voorzien in de in hoofdstuk IV van de richtlijn opgenomen artikelen 12 tot en met 16.
35 Anders dan PR Aviation betoogt, kan op basis van de omstandigheid dat een databank voldoet aan de bestanddelen van de definitie van artikel 1, lid 2, van richtlijn 96/9, dus niet worden geoordeeld dat de databank binnen de werkingssfeer van de bepalingen van die richtlijn met betrekking tot het auteursrecht en/of het recht sui generis valt wanneer zij niet voldoet aan de in artikel 3, lid 1, van de richtlijn genoemde voorwaarde voor bescherming door het auteursrecht of aan de in artikel 7, lid 1, van de richtlijn neergelegde voorwaarde voor bescherming door het recht sui generis.
36 Wat de bepalingen van richtlijn 96/9 betreft die de verwijzende rechter in zijn vraag specifiek heeft vermeld, moet hieraan worden toegevoegd dat artikel 6, lid 1, van de richtlijn, op grond waarvan de rechtmatige gebruiker van een databank onder bepaalde voorwaarden de in artikel 5 van de richtlijn genoemde handelingen mag verrichten zonder toestemming van de maker van de databank, net als artikel 5 is opgenomen in het hoofdstuk van de richtlijn dat betrekking heeft op het auteursrecht, en dus geen toepassing vindt wanneer sprake is van databanken die niet auteursrechtelijk worden beschermd.
37 Artikel 8 van richtlijn 96/9, dat onder meer de rechten van de rechtmatige gebruiker van een databank omvat, staat vermeld in het hoofdstuk van de richtlijn over het recht sui generis en vindt derhalve geen toepassing wanneer databanken niet door het recht sui generis worden beschermd.
38 Artikel 15 van richtlijn 96/9, dat ziet op het dwingende karakter van sommige bepalingen van de richtlijn en elk daarmee strijdig contractueel beding nietig verklaart, heeft expliciet slechts betrekking op de artikelen 6, lid 1, en 8 van de richtlijn.
39 Uit het onderwerp en de structuur van richtlijn 96/9 volgt derhalve dat de artikelen 6, lid 1, 8 en 15 van die richtlijn, op grond waarvan rechtmatige gebruikers van een databank bepaalde dwingende rechten hebben, geen toepassing vinden wanneer een databank niet krachtens de richtlijn wordt beschermd door het auteursrecht of door het recht sui generis, zodat de richtlijn zich niet verzet tegen contractuele bedingen die de voorwaarden voor het gebruik van een dergelijke databank regelen.
40 Dit blijkt ook uit de algemene opzet van richtlijn 96/9. Zoals Ryanair en de Europese Commissie hebben opgemerkt, berust deze richtlijn op een evenwicht tussen de rechten van de persoon die een databank aanlegt, en de rechten van rechtmatige gebruikers van die databank, namelijk derden die van die persoon toestemming hebben gekregen om de databank te gebruiken. Tegen die achtergrond kunnen de artikelen 6, lid 1, 8 en 15 van richtlijn 96/9, die voorzien in rechten voor rechtmatige gebruikers en aldus een beperking inhouden van de rechten van de maker van de databank, slechts worden toegepast wanneer het gaat om een databank waarop de maker ervan rechten heeft op grond van het in artikel 5 van de richtlijn neergelegde auteursrecht dan wel op grond van het in artikel 7 van de richtlijn neergelegde recht sui generis. Deze artikelen zijn echter irrelevant als het een databank betreft waarop de maker geen van de genoemde rechten heeft op grond van richtlijn 96/9.
41 Anders dan PR Aviation aanvoert, heeft deze uitlegging van richtlijn 96/9 niet tot gevolg dat het minder interessant wordt om aanspraak te maken op de door die richtlijn in het leven geroepen rechtsbescherming omdat het de maker van een krachtens die richtlijn beschermde databank, in tegenstelling tot de maker van een databank die niet wordt beschermd krachtens de richtlijn, niet contractueel vrijstaat om de rechten van de gebruikers van zijn databank te beperken.
42 Een dergelijk betoog gaat immers voorbij aan het juridische en economische belang dat voor de persoon die heeft geïnvesteerd in het aanleggen van een databank, besloten ligt in de in de lidstaten geharmoniseerde automatische bescherming die verbonden is aan het uit het auteursrecht voortvloeiende uitsluitend recht om de verschillende in artikel 5 van richtlijn 96/9 genoemde handelingen aan zichzelf voor te behouden, en aan het recht om op grond van het recht sui generis de in de artikelen 7, leden 1 en 5, en 8, lid 2, van de richtlijn genoemde handelingen te verbieden. Zoals de Commissie ter terechtzitting heeft aangegeven, zijn voor het verkrijgen van deze bescherming geen formaliteiten vereist en hoeven er geen voorafgaande afspraken te worden gemaakt.
43 Indien de maker van een door richtlijn 96/9 beschermde databank toestemming geeft voor het gebruik van zijn databank of van een kopie daarvan, kan hij, zoals ook naar voren komt uit punt 34 van de considerans van de richtlijn, niettemin gebruiksregels vaststellen via een met de rechtmatige gebruiker gesloten overeenkomst waarin met inachtneming van de bepalingen van de richtlijn „de doeleinden en de gebruikswijzen” voor het gebruik van de databank of de kopie zijn vastgelegd.
44 Gaat het echter om een databank waarop richtlijn 96/9 niet van toepassing is, dan geniet de maker daarvan niet de door deze richtlijn in het leven geroepen rechtsbescherming, zodat hij slechts op grond van het toepasselijke nationale recht aanspraak kan maken op bescherming van zijn databank.
45 Gelet op al het voorgaande moet op de gestelde vraag worden geantwoord dat richtlijn 96/9 aldus moet worden uitgelegd dat zij geen toepassing vindt wanneer een databank niet op grond van deze richtlijn wordt beschermd door het auteursrecht of door het recht sui generis, zodat de artikelen 6, lid 1, 8 en 15 van de richtlijn zich er niet tegen verzetten dat de maker van een dergelijke databank contractuele beperkingen stelt aan het gebruik ervan door derden, onverminderd het toepasselijke nationale recht.”