Ten aanzien van De Groot bevat het hiervoor in 1.4 genoemde stuk dat verzoeker heeft overgelegd, onder meer de volgende gronden voor wraking.
“[…] de Groot is BUITENGEWOON lid van de RvS, en zij is tegelijk de president van de HR.
[…] is dus TEGELIJK lid van een gerechtsorgaan (RvS) van een gerechtsniveau in tweede aanleg en de president van een gerechtsorgaan (HR) in derde aanleg.
[…] wist, kon en behoorde te weten (hierna: wist’), dat ingenieurs [verzoeker] en [betrokkene 1] samen strijden tegen de Overheid (gemeente Amersfoort cs), en dat Houthoff samen met de Regievoerende Partijnotaris – notaris tuchtrechter van VBC-notarissen, cq [betrokkene 2] de toetsende partij zijn volgens de Lokale WET, cq raads besluit (rb) 86492.
[…] wist’ als Buitengewoon lid van de RvS dat [betrokkene 3] de HOOFDDOCENT was/is van de Law Firm School (LSF), dus de ADVOCATEN-opleiding van de Zuidas-kantoren, dus er is op deze manier geen zuivere scheiding der machten, dus inbreuk op de scheiding der Rechtsprekende macht (RM) en de Advocatuurlijke macht (Am).
(…)
Geen van deze stukken [naar de HR begrijpt: stukken over het geschil tussen [verzoeker] en de gemeente Amersfoort] heeft de afdeling juridische zaken van de gemeente verstrekt, en dat wist’ […], dus […] wist dat de gemeente cruciale info aan de HR onthoudt (Sr 361), en daarom is […] medeplichtig aan inbreuk op 6 EVRM en 10 UVRM.
(…)
[…] wist’ dat Houthoff fraudeerde, en [betrokkene 4] daarom [verzoeker] in een eerdere zaak geen gelijk wilde geven. In die zaak met [verzoeker] en [betrokkene 4] is gewraakt, en […] wist’ van de INHOUD van dat wrakingsdossier (…)
(…)
Procederen bij de RvS en HR, waar […] aan gelieerd is is ook Oorlog, want alles lijkt er op dat […] haar mede staatsraden in de RvS en haar mede raadsheren in de HR om Diensten (SR 363.3) vroeg/vraagt om te gaan frauderen (SR 364) en/of om de rechtsgangen oneerlijk te laten verlopen.”