EISERES tot cassatie, verweerster in het incidentele cassatieberoep,
advocaten: [advocaat 1] en [advocaat 2],
tegen
1. AEROPORT BELBEK LLC,
gevestigd te Sevastopol, Krim,
2. [verweerder 2],
zonder bekende woon of verblijfplaats,
VERWEERDERS in cassatie, eisers in het incidentele cassatieberoep,
hierna gezamenlijk: Belbek c.s.,
advocaat: F.E. Vermeulen.
1 Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instantie verwijst de Hoge Raad naar het arrest in de zaak 200.266.443/01 van het gerechtshof Den Haag van 19 juli 2022.
De Russische Federatie heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
Belbek c.s. hebben incidenteel cassatieberoep ingesteld.
Partijen hebben over en weer geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten, voor Belbek c.s. mede door [betrokkene 1] en [betrokkene 2].
De conclusie van de Advocaat-Generaal B.J. Drijber strekt tot verwerping van zowel het principale cassatieberoep als het incidentele cassatieberoep.
De advocaten van partijen hebben schriftelijk op die conclusie gereageerd.
2 Beoordeling van de middelen in het principale en in het incidentele beroep
De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).1
3 Beslissing
De Hoge Raad:
in het principale beroep:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt de Russische Federatie in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Belbek c.s. begroot op € 7.115,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris;
in het incidentele beroep:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt Belbek c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Russische Federatie begroot op € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien Belbek c.s. deze niet binnen veertien dagen na heden hebben voldaan.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren T.H. Tanja-van den Broek, als voorzitter, C.E. du Perron, H.M. Wattendorff, S.J. Schaafsma en K. Teuben, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A.E.B. ter Heide op 6 december 2024.
1 Deze zaak hangt samen met de zaken 22/03897, 22/03901 en 22/03902, waarin vandaag eveneens uitspraak is gedaan.
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: