Art. 81 lid 1 RO. Arbeidsrecht. Ketenregeling, art. 7:668a (oud) BW. Is na drie jaar een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd ontstaan? Juridische kwalificatie van werkzaamheden verricht voorafgaand aan afgesproken ingangsdatum.
Rechtspraak.nl AR-Updates.nl 2019-0510 RvdW 2019/619 JAR 2019/147 VAAN-AR-Updates.nl 2019-0510
[werkgever] B.V., gevestigd te [vestigingsplaats] ,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. H.J.W. Alt,
t e g e n
[werkneemster] , wonende te [woonplaats] ,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. J.A.M.A. Sluysmans.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [werkgever] en de werkneemster.
1 Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. de vonnissen in de zaak 3318071 CV EXPL 14-4899 van de kantonrechter te Breda van 1 oktober 2014, 18 februari 2015 en 16 december 2015;
b. de arresten in de zaak 200.192.310/01 van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 19 juli 2016 en 6 februari 2018.
Het arrest van het hof van 6 februari 2018 is aan dit arrest gehecht.
2 Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof van 6 februari 2018 heeft [werkgever] beroep in cassatie ingesteld. De procesinleiding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De werkneemster heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal G.R.B. van Peursem strekt tot verwerping.
De advocaat van [werkgever] heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.
3 Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4 Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [werkgever] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de werkneemster begroot op € 400,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vicepresident C.A. Streefkerk als voorzitter en de raadsheren A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, C.H. Sieburgh en H.M. Wattendorff, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.V. Polak op 10 mei 2019.
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: