Het hof heeft [eiser 4] niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep. Tussen Nanada c.s. en [verweerders] heeft het hof het eindvonnis van de rechtbank vernietigd en voor recht verklaard dat de door [verweerders] ingeroepen buitengerechtelijke ontbinding rechtsgevolg mist, alsmede dat Nanada c.s. in de periode van 25 augustus 2010 tot en met 28 augustus 2011 beschikten over de door [verweerders] aan Nanada c.s. overgedragen muziekuitgaverechten.
Met betrekking tot het eerstgenoemde oordeel overwoog het hof dat op Nanada c.s. ingevolge de overeenkomsten voortdurende inspanningsverplichtingen rustten, bestaande uit de promotie en exploitatie van muziekwerken die [verweerders] bij Nanada c.s. hebben ondergebracht, en daarbij behorende administratieve werkzaamheden. Op deze overeenkomst is de klachtplicht van art. 6:89 BW van toepassing, zodat van [verweerders] mag worden verwacht dat zij klachten over de wijze waarop Nanada c.s. uitvoering geven aan de nakoming van de uit de overeenkomsten voortvloeiende verplichtingen tijdig kenbaar maken aan Nanada c.s., zodat deze zich tegen de gestelde tekortkomingen kunnen verweren en in de gelegenheid worden gesteld om hun werkwijze aan te passen, om alsnog aan de verplichtingen te voldoen. (Rov. 3.5) Het hof overwoog daarop:
“(…) Uit het voorgaande, in onderlinge samenhang beschouwd, volgt dat Nanada c.s. in de periode van 2000 tot 2010, en ook in de periode van 25 augustus 2005 tot 25 augustus 2010 steeds, al dan niet in samenwerking met Red Bullet, activiteiten ten aanzien van de promotie en exploitatie van de bij haar ondergebrachte muziekwerken heeft verricht. Het standpunt van [verweerders] dat de klachtplicht van art. 6:89 BW toepassing mist omdat Nanada c.s. niet of vrijwel niet heeft gepresteerd, moet om die reden worden verworpen. Nanada c.s. had indien [verweerders] tijdig had geklaagd - in overleg met [verweerders] - de wijze waarop door haar uitvoering werd gegeven aan de muziekuitgave-overeenkomsten kunnen aanpassen. Dit geldt temeer nu de aard en omvang van de verplichtingen van Nanada c.s. in de muziekuitgave-overeenkomsten niet of nauwelijks zijn omschreven.
In de stellingen van [verweerders] inhoudende dat Nanada c.s. in de periode vanaf 2000 niet aan haar (inspannings)verplichtingen uit hoofde van de muziekuitgave-overeenkomsten heeft voldaan en dat [verweerders] uit de jarenlange stilzittende houding van Nanada c.s. heeft mogen afleiden dat een aanmaning nutteloos zou zijn (…) ligt besloten dat [verweerders] vanaf 2000 wist althans behoorde te weten dat Nanada c.s. (naar de mening van [verweerders] ) niet deugdelijk presteerde, hetgeen door [verweerders] ter gelegenheid van het pleidooi in hoger beroep is bevestigd door zijn toelichting dat [verweerders] zich vanaf medio 1989 realiseerde dat Nanada c.s. haar verplichtingen voorvloeiende uit de muziekuitgave-overeenkomsten niet naar behoren nakwam.
Gesteld noch gebleken is dat [verweerders] nadat op 14 december 2000 een vaststellingsovereenkomst met Red Bullet was gesloten over een toen bestaand geschil ooit heeft geklaagd of anderszins te kennen heeft gegeven niet tevreden te zijn over de inspanningen van Nanada c.s. (…).
Het betoog van [verweerders] dat Nanada c.s. niet in haar belangen is geschaad en niet beschermd hoeft te worden door een klachtplicht, moet worden verworpen. Gezien de toelichting van Nanada c.s. is voldoende gebleken dat zij door het uitblijven van klachten in haar bewijspositie en in haar mogelijkheden om met [verweerders] in overleg te treden, is geschaad.
Gelet op de lengte van de periode die is verstreken sinds december 2000, terwijl [verweerders] op dat moment reeds bekend was met de (naar zijn mening) gebrekkige prestatie door Nanada c.s., de aard van de muziekuitgave-overeenkomsten, waarin de verplichtingen van Nanada c.s. niet nauwkeurig zijn omschreven, de omstandigheid dat door Nanada c.s. – in samenwerking met Red Bullet – gedurende de jaren vanaf december 2000 in ieder geval steeds enige activiteiten in relatie tot de muziekwerken, waarvan Nanada c.s. beschikt over de uitgaverechten, heeft verricht, heeft [verweerders] niet binnen bekwame tijd geklaagd in de zin van artikel 6:89 BW. Om die reden komt [verweerders] geen beroep toe op de gestelde gebrekkige prestatie van Nanada c.s.
Dit oordeel is gezien de aard, inhoud en duur van de muziekuitgave-overeenkomsten en de wijze waarop partijen in de loop van de jaren (vanaf december 2000) aan die overeenkomsten invulling hebben gegeven gerechtvaardigd.
(…)